Samenvatting

Door het in gebruik nemen van 3 nieuwe orale anticoagulantia, zogenoemde directe orale remmers (‘oral direct inhibitors; ODI’s), in de afgelopen 2 jaar voor preventie en behandeling van veneuze trombo-embolieën en atriumfibrilleren is er een verandering gaande in de klinische praktijk. Dit heeft ook invloed op het gebruik en de interpretatie van routine hemostasescreeningstesten in laboratoria. Dit artikel bespreekt de effecten van de directe orale trombineremmer dabigatran en de directe orale factor-Xa-remmers rivaroxaban en apixaban op de hemostasescreeningstesten protrombinetijd (PT), geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT), trombinetijd (TT) en de specifieke testen verdunde trombinetijd (dTT) en anti-Xa-bepaling in laboratoriumdiagnostiek in Nederland. De aPTT lijkt geschikt te zijn als screeningstest voor dabigatran en kan zelfs worden gebruikt als kwantitatieve test als een relatief snel en meer beschikbaar alternatief voor de dTT-bepaling. Ook de trombinetijd is geschikt voor screening op de aanwezigheid van dabigatran. Daarentegen blijken de PT- en aPTT-testen met de meest gebruikte reagentia in Nederland ongeschikt te zijn voor het screenen en monitoren van de directe factor-Xa-remmers rivaroxaban en apixaban. Vooralsnog lijkt de anti-Xa-activiteitbepaling, zij het met beperkte mate van beschikbaarheid, de beste test voor het screenen en monitoren van deze factor-Xa-remmers. In dit snel veranderende veld is er een grote vraag naar snelle hemostasescreeningstesten voor de nu al in gebruik genomen ODI’s, maar ook voor in de toekomst beschikbaar komende ODI’s. Daarom is verder onderzoek noodzakelijk om de veiligheid van de patiënt bij het gebruik van ODI’s te waarborgen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2013;10:306–12)