SAMENVATTING
Thiopurines (azathioprine, 6-mercaptopurine en tioguanine) zijn de meest gebruikte immuunmodulatoire geneesmiddelen bij patiënten met inflammatoire darmziekten (IBD). Ook binnen de hematologie worden deze middelen ingezet, onder andere in de behandeling van acute lymfatische leukemie (ALL). Het enzym thiopurine-S-methyltransferase (TPMT) speelt een centrale rol in het metabolisme van thiopurines. Polymorfismen in het TPMT-gen komen voor bij ongeveer 10% van de Kaukasische populatie en kunnen leiden tot een afwezige dan wel verlaagde activiteit van dit enzym, hetgeen via stapeling van de farmacologisch actieve metaboliet tot toxische waarden en ernstige myelosuppressie leidt. In dit artikel wordt de potentiële toxiciteit van thiopurines aan de hand van een casus geïllustreerd en wordt achtereenvolgens het thiopurinemetabolisme, de genetische achtergrond van een TPMT-enzymdeficiëntie en de daaruit volgende aanwijzingen voor de dagelijkse klinische praktijk besproken. Binnen de IBD-populatie is prospectief aangetoond dat dosisaanpassing op geleide van genotype het risico op myelotoxiciteit sterk reduceert zonder afname van behandeleffectiviteit. TPMT-genotypering voorafgaand aan thiopurine-therapie wordt dan ook geadviseerd. De plaatsbepaling van TPMT-genotypering bij hematologische aandoeningen is echter momenteel nog onvoldoende uitgekristalliseerd.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:357–63)