Tijdens de Transplantation & Cellular Therapy Meetings of ASTCT and CIBMTR die vorige maand in Salt Lake City (Verenigde Staten) plaatsvond presenteerde drs. Linde Dekker (PhD-student aan het Prinses Máxima Centrum) de resultaten van haar studie.1 In deze studie werd gekeken naar de invloed van fludarabineblootstelling op de klinische uitkomsten van pediatrische patiënten met recidief/refractaire B-cel acute lymfatische leukemie (R/R B-cel ALL) wanneer zij CAR-T-celtherapie ondergaan.
Wanneer CD19 CAR-T-celtherapie wordt ingezet bij kinderen of jongvolwassenen met B-cel ALL wordt een eventvrije overleving van 40-50% gezien. Toch ontwikkelt 50% een recidief. Voor deze patiënten is nog een onvervulde behoefte aan een aanvullende therapie.
In deze onlangs gepresenteerde studie werd de combinatie van fludarabine en CD19 CAR-T-celtherapie onderzocht bij 26 kinderen en jongvolwassenen. De deelnemers waren gemiddeld 14 jaar oud, iets meer dan de helft was mannelijk en allen ontvingen zij behandeling met tisagenlecleucel voor R/R B-cel ALL. Voorafgaand aan de CAR-T-celinfusie ontvingen de patiënten vier opeenvolgende dagen fludarabine met een dagelijkse dosis van 30 mg/m2 lichaamsoppervlakte en twee opeenvolgende dagen cyclofosfamide (dagelijkse dosis 500 mg/m2). De primaire uitkomst van de studie was leukemievrije overleving.
De patiënten werden gevolgd voor mediaan 389 dagen. Hierbij werd een ‘area under the curve’ (AUC) van 8,7-21,8 mg*h/l gezien met fludarabine. De onderzoekers definieerden een lage blootstelling als AUC <14 mg*h/l. Uit analyse bleek dat patiënten met een lage blootstelling aan fludarabine een significant kortere leukemievrije overleving vertoonden (p<0,001) in vergelijking met ALL-patiënten met een hogere blootstelling. Daarnaast ontwikkelden patiënten met een lage fludarabineblootstelling vaker een CD19+ relaps na CAR-T-celtherapie (p<0,0001) en vertoonden zij kortere B-celaplasie (p=0,009) in vergelijking met patiënten die sterker waren blootgesteld aan fludarabine.
Drs. Dekker maakte wel de kanttekening dat het door het kleine patiëntenaantallen niet mogelijk was om mogelijke covariaten mee te nemen die klinische uitkomsten konden beïnvloeden. Er waren in deze kleine studie echter geen geobserveerde verschillen in de baselinekarakteristieken tussen de twee groepen.2
Resultaten van dit onderzoek wijzen er op dat behandeling met fludarabine voorafgaande aan CAR-T-celinfusie de uitkomsten kan verbeteren van kinderen en jongvolwassenen met R/R B-cel ALL. De onderzoekers gaan daarom de optimale fludarabineblootstelling verder onderzoek in een prospectief cohort. Dit onderzoek is momenteel gaande.
Referentie