Onderzoekers uit België hebben vastgesteld dat patiënten die met immuuncheckpointremmers (ICR) behandeld worden een hoger risico hebben op een cardiovasculair accident. Vooral bij mensen met een historie van hart- en vaatziekten blijkt dat het geval te zijn. Wetenschapstijdschrift Journal of Clinical Oncology publiceerde het onderzoek onlangs.
Het is al geruime tijd bekend dat er enige cardiovasculaire bijwerkingen kunnen optreden bij een behandeling met immuuncheckpointremmers. Maar of er een associatie bestaat tussen ernstige cardiovasculaire accidenten (‘major adverse cardiovascular events’, MACE) en een behandeling met ICR was nog niet onderzocht. Een retrospectieve analyse van bestaande klinische studies kon wellicht nieuw licht op de zaak werpen.
De analyse omvatte gegevens van 672 kankerpatiënten, met een mediane leeftijd van 65 jaar, en met 64,7% mannen. Al deze patiënten werden met ICRs behandeld, en de follow-up bedroeg 13 maanden. Het percentage cardiovasculaire gebeurtenissen werd vergeleken met dat van onbehandelde kankerpatiënten, en met de algehele bevolking (gematcht op leeftijd, geslacht, kankertype en historie van hart- en vaatziekten). Primaire eindpunten van de studie was het optreden van MACE, secundaire eindpunten waren acuut kransslagaderlijden en hartfalen.
De incidentie van MACE was 10,3% gedurende de follow-up van 13 maanden. Multivariabele analyse toonde aan dat een historie met hart- en vaatziekten (HR 2,27; 95% BI, 1,03-5,04; p=0,043) en hartklepfalen (HR 3,01; 95%BI, 1,05-8,88; p=0,041) een significante associatie met MACE met zich meebrachten. De cumulatieve incidentie van MACE was groter bij kankerpatienten die met ICRs behandeld werden dan bij kankerpatiënten die deze behandeling niet ontvingen.
De onderzoekers zijn van mening dat de bevindingen aantonen dat er een verhoogd risico op ernstig hart- en vaatlijden bestaat bij kankerpatienten die met immuuncheckpointremmers behandeld worden. Zij bevelen aan dat er een cardiovasculair onderzoek plaatsvindt alvorens tot deze behandeling overgegaan wordt, met name bij patienten met een historie van cardiovasculaire aandoeningen.
Referentie