Anti-CD38 monoklonale antilichamen hebben al vaker verhoogde werkzaamheid vertoond als adjuvante behandeling bij patiënten met multipel myeloom. Een lopende studie uit Duitsland onderzocht de werkzaamheid van isatuximab, vergeleken met lenalidomide, bortezomib en dexamethason bij patienten met recent gediagnosticeerd multipel myeloom die voor transplantatie in aanmerking komen. Onlangs werden tussentijdse resultaten gepubliceerd in The Lancet.
Aan 67 oncologische behandelcentra in Duitsland vond een open label, multicenter gerandomiseerde fase-III studie plaats die nog steeds gaande is. Inclusiecriteria waren: leeftijd tussen 18 en 70 jaar, een bevestigde diagnose van onbehandeld multipel myeloom met een WHO performance status van 0-2, geschiktheid voor inductietherapie, hooggedoseerd melphalan en autologe hematopoeitische stamceltransplantatie plus onderhoudsbehandeling. Patienten werden gerandomiseerd met ofwel drie cycli van 42 dagen inductietherapie met ofwel isatuximab plus lenalidomide, bortezomib, en dexamethason (isatuximab groep) of lenalidomide, bortezomib, en dexamethason alleen (controlegroep).
In beide groepen ontvingen de patiënten lenalidomide (25 mg oraal op dagen 1–14 en 22–35), bortezomib (1·3 mg/m2 subcutaan op dagen 1, 4, 8, 11, 22, 25, 29, en 32), en dexamethason (20 mg oraal op dagen 1–2, 4–5, 8–9, 11–12, 15, 22–23, 25–26, 29–30, en 32–33). Isatuximab werd intraveneus toegediend (10 mg/kg)op dagen 1, 8, 15, 22, en 29 in de eerste behandelcyclus en op dagen 1, 15, en 29 in cycli 2 en 3. Voornaamste studieuitkomst was negatieve minimale restziekte (MRD), vastgesteld door middel van flow cytometrie in de intention-to-treat (ITT) populatie. De studie is geregistreerd via ClinicalTrials.gov, NCT03617731.
Tussen 23 oktober 2018 en 22 september 2020 zijn 660 patiënten geïncludeerd in de ITT populatie, die werden gerandomiseerd naar 331 in de isatuximab-groep en 329 in de controlegroep. 654 (99%) van de patiënten waren Kaukasisch, 2 patiënten waren van Afrikaanse afkomst, 1 van Arabische en 3 van Aziatische afkomst. De man-vrouwverdeling was 62-38. De mediane leeftijd was 59 jaar.
Negatieve MRD werd bereikt in 166 (50%) van de patiënten in de isatuximab-groep en 117 (36%) in de controlegroep. (Oddsratio (OR) 1·82 [95% BI 1·33–2·48]; p=0·00017). In beide groepen was de mediane follow-up 125 dagen. Ernstige bijwerkingen met graad 3 of 4 deden zich voor bij 208 (63%) van de patiënten in de isatuximab-groep en bij 199 (61%) van de patiënten in de controlegroep. Neutropenie (graad 3 of 4) werd vastgesteld bij 77 versus 3 patiënten respectievelijk. Infecties (graad 3 of 4) deden zich voor bij 40 versus 32 patiënten. Twaalf patiënten overleden gedurende de behandeling. Een daarvan was te wijten aan septische shock in de isatuximab-groep. Vier sterfgevallen werden als behandelingsgerelateerd beschouwd, alle in de controlegroep.
Toevoeging van isatuximab aan inductietherapie met lenalidomide, bortezomib, en dexamethason bij patiënten met nieuw gediagnosticeerd transplantatiegeschikt multipel myeloom verbetert het percentage negatieve minimale restziekte, zonder nieuwe ernstige bijwerkingen.
Referentie