Inzet antitrombotica bij ernstige COVID-19 blijkt mogelijk minder zinvol dan tot dusver gedacht

december 2022 Hematotrials Willem Van Altena

Patiënten die met een ernstige COVID-19 in het ziekenhuis opgenomen worden hebben weinig tot geen baat bij antitrombotica. Dat is de conclusie uit de PREVENT-HD studie die onlangs gepresenteerd werd bij de American Heart Association Scientific Sessions.

De studie werd uitgevoerd om het vermoeden te bevestigen dat vroege inzet van trombo-profylactica bij hoog-risico COVID-19 patiënten mogelijk ernstige stollingsincidenten kon voorkomen, en de kans op pulmonaire trombose, verslechtering van de longfunctie en mortaliteit kon verlagen.

In een gerandomiseerde, dubbelblinde placebogecontroleerde studie werden 1.284 Amerikaanse COVID-19 patiënten opgenomen die thuis verpleegd werden, met een gemiddelde leeftijd van 56 jaar. Alle deelnemers waren positief getest voor COVID-19 en hadden minstens een risicofactor. De deelnemers werden gerandomiseerd behandeld met rivaroxaban of placebo. Primair eindpunt van de studie waren tekenen van symptomatische veneuze trombose, een beroerte, acute ischemie, systemische embolisatie buiten het centraal zenuwstelsel, ziekenhuisopname voor alle oorzaken en sterfte door alle oorzaken na 35 dagen.

Het bleek dat er geen significante verschillen waren tussen de rivaroxaban-arm en de placeboarm van de studie. (Hazard Ratio = 0,75; 95% BI, 0,35-1,58; P = 0,439). Maar in een post-hoc analyse werd wel een afname vastgesteld in het aantal symptomatische VTE’s en arteriële trombose in de rivaroxabam-arm.

De onderzoekers stellen dat op grond van de bevindingen uit de PREVENT-HD-studie het gebruik van antitrombotica niet aanbevelen kan worden als behandeling voor COVID-19 patienten met een hoog risico op ziekenhuisopname.

Referentie

Piazza G, et al. LBS.07: Preventing Limb Loss Through Vascular Interventions and Venous Therapies. Presented at: American Heart Association Scientific Sessions; Nov. 5-7, 2022; Chicago (hybrid meeting).