Ouderen die dagelijks een lage dosis aspirine (LDA) gebruiken, hebben 20% meer kans op bloedarmoede, zelfs zonder dat ze al een ernstige bloeding hebben gehad, zo blijkt uit de resultaten van de ASPREE-studie, een nieuwe gerandomiseerde gecontroleerde studie uit Australië, die onlangs is gepubliceerd in de Annals of Internal Medicine. Onderzoekers van Monash University in Melbourne analyseerden gegevens van de Aspirin in Reducing Events in the Elderly (ASPREE) studie, en onderzochten ze hemoglobineconcentraties bij 19.114 gezonde oudere patiënten.
“We wisten uit grote klinische studies, waaronder ons ASPREE-onderzoek, dat dagelijkse aspirine met een lage dosis het risico op klinisch significante bloedingen verhoogt,” zegt Zoe McQuilten, MBBS, PhD, hematoloog aan de Monash University en hoofdauteur van het onderzoek. “Uit ons onderzoek blijkt echter dat LDA ook het risico op bloedarmoede tijdens het onderzoek verhoogt, en dit is waarschijnlijk te wijten aan bloedingen die klinisch niet zichtbaar zijn.”
Bloedarmoede komt vaak voor bij oudere patiënten. Het kan vermoeidheid, een snelle of onregelmatige hartslag, hoofdpijn, pijn op de borst en bonkende of suizende geluiden in het oor veroorzaken. Bloedarmoede kan ook aandoeningen zoals congestief hartfalen, cognitieve stoornissen en depressie verergeren bij mensen van 65 jaar en ouder.
Aanbevelen van LDA –minder dan 100 milligram per dag- was tot enkele jaren geleden nog tamelijk gewoon; de bloedverdunnende werking van aspirine zou helpen hartaanvallen en beroertes te voorkomen, en daarnaast zou LDA ook het risico op darmkanker verkleinen. Maar de laatste jaren is sprake van een ommekeer, en is het toedienen van LDA in diskrediet geraakt. De US Preventive Services Task Force heeft zijn aanbeveling over aspirine voor de primaire preventie van hart- en vaatziekten in 2022 gewijzigd en raadt volwassenen van 60 jaar en ouder juist af om te beginnen met het gebruik van LDA. Voor volwassenen in de leeftijd van 40 tot 59 jaar met een 10-jaarsrisico van 10% of meer op hart- en vaatziekten raadt de instantie patiënten en artsen aan om per geval te beslissen om te starten met LDA, omdat het nettovoordeel klein is.
Mogelijk zal de nu ontdekte associatie tussen gebruik van LDA en bloedarmoede een rol spelen in het nemen van die beslissing. Zoe McQuilten merkt op dat bij veel gevallen van bloedarmoede artsen niet in staat zijn om de onderliggende oorzaak vast te stellen. Uit een onderzoek uit 2021 bleek dat in ongeveer een derde van de gevallen van bloedarmoede de oorzaak ervan niet duidelijk was. Ongeveer de helft van 60-plussers die betrokken waren bij die studie namen aspirine ter preventie van 2011 tot 2018. Dat aantal daalde waarschijnlijk nadat er in 2022 wijzigingen waren aangebracht in de richtlijnen, volgens McQuilten, maar langdurig gebruik kan zijn doorgegaan onder oudere patiënten. De onderzoekers onderzochten ook ferritinespiegels, die dienen als indicatie voor ijzerniveaus, op de basislijn en na 3 jaar.
De incidentie van bloedarmoede was 51 voorvallen per 1000 persoonsjaren in de aspirinegroep vergeleken met 43 voorvallen per 1000 persoonsjaren in de placebogroep, aldus de onderzoekers. De geschatte kans om binnen 5 jaar bloedarmoede te krijgen was 23,5% (95% BI: 22,4% tot 24,6%) in de aspirinegroep en 20,3% (95% BI: 19,3% tot 21,4%) in de placebogroep. Behandeling met aspirine resulteerde in een toename van 20% van het risico op bloedarmoede (95% BI: 1,12 – 1,29).
Referenties