CAR T-celbehandeling met ciltacabtagene autoleucel (cilta-cel) is gericht tegen het B-celmaturatieantigeen (BCMA) en is werkzaam gebleken bij de behandeling van zwaar voorbehandelde patiënten met recidief/refractair multipel myeloom (R/R MM). Tot op heden was onbekend of cilta-cel ook bij lenalidomide-refractaire MM-patiënten in een eerdere behandellijn effectief kan zijn. De resultaten van de CARTITUDE-4-studie met cilta-cel bij lenalidomide-refractair MM zijn onlangs gepubliceerd in de New England Journal of Medicine.
In de open-label, gerandomiseerde fase III-studie CARTITUDE-4 werden patiënten met lenalidomide-refractair MM gerandomiseerd om behandeld te worden met cilta-cel of een standaardbehandeling gekozen door de behandelaar. Deze standaardbehandeling bestond ofwel uit pomalidomide, bortezomib en dexamethason (PVd) óf uit daratumumab, pomalidomide en dexamethason (DPd). Alle geïncludeerde patiënten hadden 1 tot 3 eerdere behandelingen ondergaan. De primaire uitkomstmaat was de progressievrije overleving (‘progression-free surival’, PFS). Secundaire uitkomstmaten waren onder andere de respons (algeheel of compleet), de aanwezigheid van minimale restziekte en bijwerkingen.
In totaal werden 419 patiënten gerandomiseerd, waarvan er 208 behandeld werden met cilta-cel en 211 een standaardbehandeling kregen. Na een mediane follow-upperiode van 15,9 maanden (bereik: 0,1 – 27,3) werd de mediane PFS in de cilta-celgroep niet bereikt, terwijl de mediane PFS in de groep met standaardbehandeling 11,8 maanden was (HR [95%-BI]: 0,26 [0,18-0,38]; p<0,001). Na 12 maanden was het PFS-percentage in de cilta-celgroep 75,9% (95%-BI: 69,4-81,1), versus 48,6% (95%-BI: 41,5-55,3) in de groep met standaardbehandeling. De patiënten in de cilta-celgroep presteerden beter dan die in de controlegroep wat betreft de algehele respons (respectievelijk 84,6% vs. 67,3%), complete respons of beter (73,1% vs. 21,8%) en afwezigheid van minimale restziekte (60,6% vs.15,6%). In de cilta-celgroep waren er 39 overleden patiënten en in de groep met standaardbehandeling ging dit om 46 patiënten (HR [95%-BI]: 0,78 [0,5-1,2]).
Het merendeel van de patiënten rapporteerde bijwerkingen van graad 3 of 4 tijdens de behandelperiode. Van de 176 patiënten die daadwerkelijk cilta-cel ontvingen, was bij 134 sprake van het cytokineafgiftesyndroom (totaal: 76,1%; graad 3 of 4: 1,1%; graad 5: 0%). Immuuneffectorcel-geassocieerd neurotoxiciteitssyndroom (ICANS) had plaats bij 8 patiënten (alle graad 1 of 2), bewegings- en neurocognitieve symptomen (graad 1) bij 1, hersenzenuwverlamming (graad 2: 8,0%; graad 3: 1,1%) bij 16 en CAR T-gerelateerde perifere neuropathie (graad 1 of 2: 2,3%; graad 3: 0,6%) bij 5 patiënten.
Uit de huidige open-label, gerandomiseerde fase III-studie is gebleken dat een enkele infusie met cilta-cel bij lenalidomide-refractaire patiënten met multipel myeloom leidt tot een lager risico op ziekteprogressie en sterfte dan met een standaardbehandeling.
Referentie