Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) behoort tot de agressieve non-hodgkinlymfomen en wordt als diagnose in Nederland ongeveer 1.500 keer per jaar gesteld.1 Hoewel in afgelopen jaren nieuwe behandelingen beschikbaar zijn gekomen, blijven de uitkomsten voor patiënten met recidiverende of refractaire ziekte matig, met responspercentages van 20 tot 39% op een eerstelijnsbehandeling met chemo-immunotherapie.2 Voor patiënten die recidiveren na chemo-immunotherapie wordt een behandeling in studieverband aanbevolen.3 Bij patiënten met recidiverende of refractaire (R/R) ziekte na twee of meer lijnen met systemische therapie kan chimere antigeenreceptor (CAR) T-celtherapie overwogen worden.3 Er bestaat echter behoefte aan effectieve, goed verdragen en makkelijker toepasbare therapieën. In de fase I/II-studie EPCORE™ NHL-1 liet epcoritamab, een subcutaan toegediend T-celbindend bispecifiek antilichaam, een hoog algeheel responspercentage en goede verdraagbaarheid zien.4 Deze resultaten leidden in juli dit jaar tot een positieve opinie van het Europees Medicijnagentschap (EMA) voor epcoritamab.5