Rilzabrutinib, een reversibele Bruton tyrosine kinase-inhibitor ontwikkeld door Sanofi, heeft veelbelovende resultaten laten zien in de RESCUE-studie voor patiënten met teruggekeerde immuuntrombocytopenie. Deze studie, gepresenteerd tijdens de recent gehouden ASH Annual Meeting, onthult snelle, stabiele, en duurzame bloedplaatjesresponsen, zelfs bij patiënten met een hogere mate van therapieresistentie.
De RESCUE-studie, een fase 1/fase 2 open-label onderzoek, heeft als doel de werkzaamheid en veiligheid van rilzabrutinib te beoordelen bij volwassenen met teruggekeerde immuuntrombocytopenie. De focus ligt op het verkrijgen van meer inzicht in de duurzaamheid van bloedplaatjesresponsen, met name bij patiënten met een verhoogde therapieresistentie.
Eerder gepubliceerde resultaten van het eerste deel van de studie in The New England Journal of Medicine gaven al aan dat rilzabrutinib zowel snelle als duurzame bloedplaatjesresponsen induceerde, met een gunstig veiligheidsprofiel. In het tweede deel van de studie (Part B) onderzochten onderzoekers de werkzaamheid en veiligheid van rilzabrutinib bij een groep van 26 patiënten tussen de 18 en 80 jaar oud met teruggekeerde immuuntrombocytopenie.
Bij aanvang studie vertoonde de patiëntengroep, met een mediane leeftijd van 57 jaar en een mediane duur van immuuntrombocytopenie van 10,3 jaar, een mediane bloedplaatjesaantal van 13 × 10^9/L (bereik 2-24 × 10^9/L). In totaal bereikte 35% van de patiënten de primaire uitkomst van duurzame bloedplaatjesrespons, waarbij ongeveer 25% van de patiënten al op dag 15 van de behandeling een bloedplaatjesaantal van 50 × 10^9/L bereikte.
Onder de 16 patiënten die de streefwaarde van 50 × 10^9/L bereikten, was de mediane tijd tot het eerste bloedplaatjesaantal van 50 × 10^9/L 15 dagen (bereik, 7-134). Zowel bij responders als nonresponders namen de bloedplaatjesaantallen in de loop van de tijd toe, waarbij op dag 57 de 30 × 10^9/L en op dag 120 de 50 × 10^9/L werden overschreden.
Tijdens de hoofdbehandelingsperiode, die een mediane duur van 167 dagen had, voltooide 58% van de patiënten 24 weken rilzabrutinib, terwijl 42% doorging naar de langetermijnverlenging. Bijwerkingen waren meestal mild (grade 1 of 2), zoals diarree (35%), hoofdpijn (23%), en misselijkheid (15%). Er werd één geval van een grade 3 stijging van creatinefosfokinase waargenomen, zonder ernstige bloedingen, trombotische gebeurtenissen, infecties, of sterfgevallen gerelateerd aan de behandeling.
De RESCUE-studie gaat nu door naar Part C, waarin 202 volwassenen en 30 adolescenten worden gerekruteerd om de werkzaamheid en veiligheid van oraal toegediend rilzabrutinib bij teruggekeerde/refractaire immuuntrombocytopenie te beoordelen. Een gerandomiseerde, placebogecontroleerde trial is noodzakelijk om het effect van rilzabrutinib verder te onderzoeken, vooral bij patiënten met chronische therapieresistente aandoeningen.
Referentie