Immuuntherapie en doelgerichte therapie zorgen de laatste jaren voor veelbelovende ontwikkelingen in de strijd tegen kanker. Maar vaak zijn de nieuwe medicijnen die ontwikkeld worden erg duur en kunnen de kosten voor een behandeling in de tonnen lopen. Om die reden is er in ons land de sluisprocedure ingevoerd waarbij een grondige kosten-batenanalyse wordt gemaakt, en wordt onderzocht of er mogelijk een lagere prijs met de fabrikant onderhandeld kan worden. Gedurende die periode, die jaren kan duren, wordt zo´n geneesmiddel niet, of alleen onder strenge voorwaarden aan patiënten verstrekt. Maar nu zijn er nieuwe afspraken gemaakt tussen ziekenhuizen, verzekeraars en farmaceuten om het mogelijk te maken dat die dure middelen veel sneller beschikbaar komen: het Drug Access Protocol.
Dankzij die afspraken kunnen de nieuwe middelen tot wel een jaar eerder verstrekt worden, terwijl de prijsonderhandelingen nog in volle gang zijn. Waar het op neer komt is dat de fabrikant zijn nieuwe middel gedurende 4 maanden kosteloos verstrekt en de kosten voorschiet. In die vier maanden moet duidelijk worden of het nieuwe middel inderdaad effectief is. Als een tumor na die periode gekrompen is, of als er geen progressie opgetreden is, dan neemt de basisverzekering alle kosten voor haar rekening. Is dat niet het geval, dan draagt de farmaceut de kosten.
In eerste instantie doen vijf Nederlandse ziekenhuizen mee aan het Drug Access Protocol: het Antoni van Leeuwenhoek (Amsterdam), het Erasmus MC te Rotterdam, het Maastricht UMC+, het Nijmeegse Radboudumc en het UMC Groningen. Kankerpatiënten uit andere ziekenhuizen die mogelijk baat kunnen hebben bij een nieuw middel mogen door hun specialist doorverwezen worden naar deze ziekenhuizen.
Met het Drug Access Protocol slaat Nederland een vergelijkbare weg in die Duitsland al bewandelt als het gaat om toelaten en financieren van nieuwe kankergeneesmiddelen. Vorig jaar onderzocht professor Carin Uyl van Erasmus MC de verschillen in toelatingsbeleid tussen Amerika en Europa, en tussen Europese landen onderling. En die zijn enorm. In Duitsland duurt het gemiddeld 17 dagen tussen goedkeuring van een medicijn en het daadwerkelijk beschikbaar komen ervan, in Nederland duurt dat gemiddeld 128 dagen. Duitsland is doorgaans het land waar middelen als eerste in Europa gelanceerd worden omdat het de grootste deelmarkt van Europa is, en omdat in Duitsland EMA-goedkeuring automatisch betekent dat het vanuit de basisverzekering vergoed wordt zonder tijdrovende sluisprocedure. Terwijl er geheime onderhandelingen over de prijs plaatsvinden mag een middel in Duitsland alvast verstrekt worden; gedurende een jaar wordt het door de verzekeraars vergoed ongeacht de prijs.
Dat er levens verloren gaan omdat er lang gewacht moet worden tot medicijnen beschikbaar komen staat vast. Professor Uyl-de Groot rekende al uit dat in het eerste jaar na EMA-goedkeuring in totaal 67.000 Europese kankerpatiënten behandeling met de nieuwe middelen waren misgelopen. Ze becijfert dat dat tijdverlies neerkomt op het verlies van 21.600 levensjaren. Voor Nederland komt het neer op bijna 1.300 levensjaren.
Meer informatie