Articles

Wijzigingen in de richtlijn ‘Behandeling multipel myeloom 2018’

NTVH - 2018, nummer 3, april 2018

prof. dr. S. Zweegman , dr. N.W.C.J. van de Donk , dr. M.D. Levin , prof. dr. G.M.J. Bos , dr. P.F. Ypma , dr. E. de Waal , prof. dr. M.J. Kersten , dr. S.A.J. Croockewit , dr. C.W. Choi , dr. S.K. Klein , dr. P.A. von dem Borne , dr. A. Broyl , dr. I.S. Nijhof , prof. dr. M.C. Minnema , prof. dr. P. Sonneveld

SAMENVATTING

Recentelijk verscheen de richtlijn ‘Behandeling multipel myeloom 2018’. Hierna vindt u de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de richtlijn uit 2015. Deze betreffen de initiële behandeling van patiënten die in aanmerking komen voor een autologe stamceltransplantatie, de initiële behandeling van patiënten die niet in aanmerking komen voor een autologe stamceltransplantatie en de patiënten met een recidief van de ziekte. De wijzigingen zijn gebaseerd op nieuwe klinische gegevens die beschikbaar zijn gekomen uit gerandomiseerde fase 3-studies. De meest recente versie van de gehele richtlijn is te vinden op de websites van zowel de NVvH als HOVON. De richtlijn wordt per module aangepast. De verwachting is dat dit in de komende maanden reeds zal gebeuren, aangezien op korte termijn diverse behandelcombinaties worden geregistreerd en hopelijk ook beschikbaar zullen komen. Deze samenvatting betreft de patiënten die niet in studieverband kunnen worden behandeld. Te allen tijde geldt dat behandeling binnen studieverband de voorkeur verdient.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:108–14)

Lees verder

HOVON 140: een prospectieve, multicentrische, gerandomiseerde fase 3-studie omtrent de effectiviteit van standaard chemo-immuuntherapie (FCR/BR) versus rituximab en venetoclax (RVe) versus obinutuzumab (GA101) en venetoclax (GVe) versus obinutuzumab en ibrutinib en venetoclax (GIVe) bij fitte patiënten met onbehandelde chronische lymfatische leukemie (CLL) zonder del(17p) of TP53-mutatie

NTVH - 2017, nummer 8, december 2017

drs. L. van der Straten , dr. M.D. Levin , dr. K.L. Wu , dr. A. van Hoof , prof. dr. E. van den Neste , dr. H. Demuynck , prof. dr. A.M.H. Janssens , dr. D. Deeren , dr. H.P.J. Visser , dr. J. Regelink , dr. M.E.D. Chamuleau , dr. E. van der Spek , drs. R.S. Boersma , dr. M. van der Klift , dr. R.F.J. Schop , dr. W.E.F.M. Posthuma , dr. D.E. Issa , drs. J.J. Wegman , dr. S. Wittebol , dr. L.W. Tick , dr. M.R. Schaafsma , dr. B.C. Tanis , dr. M. Bellido , dr. A. Beeker , dr. M. Hoogendoorn , prof. dr. J.H. Veelken , prof. dr. H.C. Schouten , dr. H.R. Koene , K. Oosterveld , dr. S.A.J. Croockewit , dr. M.B.L. Leys , dr. G.J. Veldhuis , dr. C.A.M. Idink , dr. J. Droogendijk , dr. R. Mous , dr. A. Koster , dr. K.G. van der Hem , dr. E.C. Dompeling , prof. dr. M.H.J. van Oers , prof. dr. A.P. Kater

SAMENVATTING

De HOVON 140 (de GA101 Ibrutinib ABT101 (GAIA)-studie) is ontwikkeld om te evalueren of chemo-immuuntherapie (FCR/BR) in de eerstelijnsbehandeling van fitte patiënten met chronische lymfatische leukemie kan worden vervangen door gerichte therapie met venetoclax (en ibrutinib) in combinatie met anti-CD20-antistoffen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:390–4)

Lees verder

Identificeren van hoogrisico-CLL-patiënten via analyse van TP53: de meerwaarde van ‘next-generation sequencing’ en SNP-‘array’

NTVH - 2017, nummer 7, october 2017

dr. L.I. Kroeze , dr. M.J. Stevens-Kroef , dr. S.A.J. Croockewit , dr. D. Olde Weghuis , dr. A. Eijkelenboom , dr. P.J.T.A. Groenen

SAMENVATTING

Patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) en TP53-afwijkingen (chromosoom 17p-afwijkingen en/of TP53-mutaties) hebben een zeer ongunstige prognose en lijken meer baat te hebben bij kinaseremmers dan bij eerstelijns(immuun)chemotherapie. Het is daarom van groot belang dat de groep CLL-patiënten met TP53-afwijkingen correct wordt geïdentificeerd. Er zijn verschillende technieken beschikbaar om TP53-afwijkingen te kunnen aantonen. De voor- en nadelen van diverse technieken worden in dit artikel beschreven. Tevens wordt een overzicht gegeven van de TP53-afwijkingen die worden gezien bij CLL-patiënten met behulp van een gevoelige ‘next-generation sequencing’ (NGS)-techniek gecombineerd met SNP-‘array’-technologie.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:327–36)

Lees verder

Richtlijn behandeling multipel myeloom 2015

NTVH - 2015, nummer 8, december 2015

prof. dr. S. Zweegman , prof. dr. H.M. Lokhorst , dr. M.D. Levin , dr. E. de Waal , prof. dr. G.M.J. Bos , prof. dr. M.J. Kersten , dr. S.A.J. Croockewit , dr. P.F. Ypma , dr. S.K. Klein , prof. dr. M.C. Minnema , prof. dr. P. Sonneveld

NED TIJDSCHR HEMATOL 2015;12:279–302

Lees verder

De eerste HOVON- en European Myeloma Network-studie voor primaire plasmacelleukemie: HOVON 129

NTVH - 2015, nummer 5, july 2015

dr. N.W.C.J. van de Donk , prof. dr. P. Sonneveld , prof. dr. S. Zweegman , prof. dr. E. Vellenga , dr. S.A.J. Croockewit , prof. dr. M.C. Minnema , prof. dr. H.M. Lokhorst

Samenvatting

Primaire plasmacelleukemie (pPCL) is een zeldzame en agressieve ziekte met een slechte prognose. Er zijn duidelijke verschillen in de biologie, klinische presentatie en laboratoriumbevindingen in vergelijking met multipel myeloom. Ook al is de overleving van pPCL-patiënten de laatste jaren verbeterd door de introductie van autologe stamceltransplantatie en nieuwe middelen (met name van bortezomib), toch is deze nog steeds slechter dan de overleving van myeloompatiënten. In de HOVON 129-studie wordt carfilzomib met lenalidomide geïncorporeerd in verschillende fases van de behandeling. Jongere patiënten met pPCL ontvangen in deze studie ook een autologe stamceltransplantatie, en als er een passende ‘sibling’ of ‘matched unrelated donor’ is ook een allogene stamceltransplantatie. Behalve Nederland, zullen ook andere groepen vanuit het European Myeloma Network participeren.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2015;12:190–3)

Lees verder

De behandeling van AL-amyloïdose in Nederland anno 2013 Adviezen van de HOVON-werkgroep Multipel Myeloom

NTVH - 2013, nummer 5, july 2013

prof. dr. M.C. Minnema , dr. B.P.C. Hazenberg , dr. S.A.J. Croockewit , prof. dr. S. Zweegman , prof. dr. M.J. Kersten , prof. dr. P. Sonneveld , dr. P.A. von dem Borne , prof. dr. G.M.J. Bos , DRS. E. van de Waal , prof. dr. E. Vellenga , prof. dr. H.M. Lokhorst

Samenvatting

AL-amyloïdose is de enige vorm van amyloïdose die wordt veroorzaakt door een plasmacelkloon in het beenmerg van vaak kleine omvang. Door de productie van een aberrante monoklonale vrije lichte keten en binding aan onder andere serum amyloïd P ontstaan amyloïddeposities in diverse organen en daardoor orgaandisfunctie. De mate van betrokkenheid van het hart is de belangrijkste prognostische parameter. De behandeling bij systemische ALamyloïdose is gebaseerd op behandelingen zoals toegepast bij het multipel myeloom, maar kent meer complicaties door de verminderde orgaanfunctie en matige conditie van de patiënten. Het doel van behandeling is het bereiken van een complete hematologische respons. Orgaanresponsen kunnen later optreden. De basis van behandeling is melfalan; hoog gedoseerd en gevolgd door autologe stamceltransplantatie bij jongere en fitte patiënten en lager gedoseerd en gecombineerd met dexamethason bij oudere en minder fitte patiënten. Van de nieuwere middelen lijkt met name de behandeling met de proteasoomremmer bortezomib uitvoerbaar met goede werkzaamheid. Om vermeende superioriteit van proteasoomremmers aan te tonen zijn verschillende gerandomiseerde fase III-studies gestart, waaronder de HOVON 104-studie. Behandeling van patiënten in studieverband wordt sterk aangeraden.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2013;10:165–79)

Lees verder

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van de ziekte van Waldenström

NTVH - 2012, nummer 6, september 2012

dr. J.M.I. Vos , prof. dr. M.C. Minnema , dr. P.W. Wijermans , dr. S.A.J. Croockewit , dr. M.E.D. Chamuleau , prof. dr. S.T. Pals , dr. S.K. Klein , prof. dr. M. Delforge , dr. G.W. van Imhoff , prof. dr. M.J. Kersten

Samenvatting

Namens de Werkgroepen Lymfoom en Multipel Myeloom van de Nederlands/Belgische stichting Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland (HOVON) is een richtlijn voor diagnostiek en behandeling van morbus Waldenström (MW) opgesteld. Gezien het indolente beloop en de heterogene, deels unieke symptomatologie zijn de juiste behandelindicatie en geïndividualiseerde therapiekeuze voor patiënten met MW belangrijk. Grote onderzoeken ontbreken gezien de zeldzaamheid van deze aandoening. In deze richtlijn geven wij, op basis van de beschikbare gegevens, een praktische diagnostische classificatie en aanbevelingen voor eerstelijnsbehandeling, alsook mogelijkheden bij recidief.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2012;9:219–31)

Lees verder