Articles

Diagnostiek en behandeling van mastocytose: toelichting op de richtlijn van 2022

NTVH - jaargang 19, nummer 7, oktober 2022

dr. M.A.W. Hermans , W. Irvine , dr. N.J.T. Arends , dr. P. te Boekhorst , dr. P.L.A. van Daele , dr. J. Damman , dr. A. Diepstra , drs. E.J. Huisman , dr. R. Fijnheer , dr. F. Heubels-Moenen , dr. A.B. Mulder , dr. M. Oldhoff , dr. S.G.M.A. Pasmans , dr. L.F.R. Span , dr. A.B. Sprikkelman , dr. V.H.J. van der Velden , dr. J.N.G. Oude Elberink

SAMENVATTING

Recentelijk werd de eerste Nederlandse richtlijn Mastocytose opgesteld door een multidisciplinaire werkgroep. Hierin zijn adviezen opgesteld voor de diagnostiek, follow-up en behandeling van zowel volwassenen als kinderen met mastocytose. Deze relatief zeldzame, vaak chronische aandoening kan op elke leeftijd voorkomen en een breed scala aan symptomen veroorzaken. Hierdoor kunnen patiënten zich bij verschillende medisch specialisten presenteren, maar vrijwel alle patiënten komen vroeg of laat bij de hematoloog terecht. In de afgelopen jaren hebben veel ontwikkelingen plaatsgevonden in de classificatie, diagnostiek en behandeling. Dit artikel is een samenvatting van de richtlijn inclusief adviezen voor de dagelijkse praktijk.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:311–20)

Lees verder

Voors en tegens van dikkenaaldbiopten in de diagnostiek van maligne lymfomen: expertopinie gebaseerd op gegevens uit de dagelijkse Nederlandse praktijk

NTVH - 2021, nummer 3, april 2021

drs. E.G.G.M. Rutten , A.V. de Jonge , dr. K.H. Lam , dr. A. Diepstra , dr. K. Hebeda , dr. R.E. Kibbelaar , prof. dr. L. Koens , dr. M. van den Brand , dr. P.M. Jansen , ing. N.J. Hijmering , ing. P. Stathi , dr. S. van der Velde , dr. M.S. Kartachova , drs. W.H.F. Huijgen , drs. L.H. Böhmer , prof. dr. M.J. Kersten , dr. P.J. Lugtenburg , dr. M. Nijland , dr. J.S. Vermaat , dr. M.E.D. Chamuleau , prof. dr. D. de Jong

SAMENVATTING

Weefselonderzoek is vrijwel altijd noodzakelijk voor de diagnostiek en classificatie van maligne lymfomen. Hiervoor zijn verschillende verkrijgingstechnieken beschikbaar: cytologisch punctieonderzoek, dikkenaaldbiopten (DNB), incisiebiopten en gehele lymfeklierexcisies. Hoewel nationale en internationale richtlijnen de laatste twee methoden adviseren, is er veel discussie of dikkenaaldbiopten geschikt zijn voor lymfoomdiagnostiek. In dit ‘position paper’ bespreken we in hoeverre diagnostiek op basis van een DNB voldoende is voor de huidige en toekomstige eisen, wat de consequenties zijn voor wetenschappelijk onderzoek (aan de hand van de HOVON 900-registratiedatabase als voorbeeld) en welke verbeteringen mogelijk zijn.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2021;18:110-17)

Lees verder

Diagnostiek bij agressief B-cel non-hodgkinlymfoom

NTVH - 2020, nummer 1, february 2020

dr. A. Diepstra

SAMENVATTING

De diagnostiek van agressieve grootcellige B-cellymfomen is complex en door nieuwe biologische inzichten aan veranderingen onderhevig. Een aantal van deze veranderingen is opgenomen in de 2017 revisie van de WHO-classificatie tumoren van hematopoëtische en lymfoïde weefsels en heeft invloed op de huidige praktijk in Nederland. Met name genherschikkingsbepaling van MYC, BCL2 en BCL6 met behulp van FISH neemt nu een prominente en therapiebepalende rol in, maar goede integratie met klinische kenmerken, morfologie en immuunhistochemie is essentieel. Het doel van dit overzichtsartikel is om inzicht te geven in dit diagnostische proces.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:4–9)

Lees verder

Extranodaal NK/T-cellymfoom nasaal type: diagnostiek en behandeling

NTVH - 2019, nummer 8, november 2019

drs. J.A. van Doesum , prof. dr. G.A. Huls , dr. A. Diepstra , drs. M. Beijert , dr. T. van Meerten , dr. M. Nijland

SAMENVATTING

Het extranodaal NK/T-cellymfoom, nasaal type (ongeveer 10% van de rijpe T-cel-maligniteiten), is een agressief lymfoom dat sterk geassocieerd is met het Epstein-Barr-virus (EBV). Het komt vooral voor in Azië en Midden- en Zuid-Amerika. In Europa is de incidentie laag met in Nederland 5–10 casus per jaar. Voor de diagnostiek zijn een plasma-EBV-PCR en beeldvorming door middel van PET/CT- en MRI-nasofarynx van belang. In het UMCG behandelen we volgens het volgende protocol. In stadium I/II is radiotherapie de belangrijkste behandeling. Bij hoogrisicostadium I/II (stadium II, leeftijd >60 jaar, verhoogd LDH, ECOG ≥2, tumorinvasie in omgevende structuren) moet dit worden gecombineerd met chemotherapie. De beste overleving wordt bereikt met asparaginase-bevattende therapie. Wij geven voor deze groep de voorkeur aan twee SMILE-kuren (methotrexaat, ifosfamide, etoposide, dexamathason en asparaginase), gevolgd door radiotherapie 50–56 Gy en vervolgens nogmaals twee SMILE-kuren. Bij een gevorderd lymfoom, stadium III/IV, gaat de voorkeur uit naar drie SMILE-kuren gevolgd door een autologe stamceltransplantatie. Allogene stamceltransplantatie is alleen te overwegen bij een recidief of zeer moeizaam bereikte complete remissie.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:382–9)

Lees verder

Trombocytopenie is soms niet wat het lijkt

NTVH - 2018, nummer 3, april 2018

drs. M.E.H. Koopman , dr. M. van Kruchten , drs. C.L.E. Hazenberg , dr. T. van Meerten , dr. M.R. de Groot , dr. A. Diepstra , dr. C.J. Doorenbos , drs. J.J. Wegman , dr. G. Choi

SAMENVATTING

Trombocytopenie is een klinische bevinding die bijna altijd leidt tot een hematologische consultatie. Wij presenteren twee casus van patiënten met anemie en uitgesproken trombocytopenie, ieder met een werkdiagnose die noopte tot spoedeisende hematologische diagnostiek en empirische behandeling. Aanvullende anamnese, beeldvormend en beenmergonderzoek leidden tot onverwachte diagnosen. De hematoloog speelt een belangrijke rol bij patiënten die zich presenteren met een trombocytopenie, maar dient alert te zijn op diagnosen buiten het eigen subspecialistische aandachtsgebied.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:121–4)

Lees verder