Articles

Het myelodysplastisch syndroom: richtlijnen voor therapie 2013

NTVH - 2013, nummer 2, march 2013

prof. dr. A.A. van de Loosdrecht , prof. dr. G.A. Huls , dr. P.W. Wijermans , prof. dr. B. Löwenberg , dr. M. Jongen-Lavrencic , prof. dr. T.J.M. de Witte , prof. dr. J.H. Jansen , dr. G.E. de Greef , dr. P. Muus , dr. M. van Marwijk Kooy , dr. M.R. Schaafsma , dr. T. van Maanen , dr. W. Deenik , dr. A. Beeker , dr. R.E. Brouwer , dr. M. Hoogendoorn , prof. dr. M.H.G.P. Raaijmakers , dr. D.A. Breems , prof. dr. G.E.G. Verhoef , prof. dr. H.C. Schouten , dr. P.A. von dem Borne , prof. dr. J.H.E. Kuball , prof. dr. B.J. Biemond , C. Eeltink , prof. dr. E. Vellenga , prof. dr. G.J. Ossenkoppele

Samenvatting

Namens de werkgroep AML/MDS van de Nederlands/Belgische Stichting Hemato-Oncologie voor Volwassenen in Nederland (HOVON) is een richtlijn voor behandeling van het myelodysplastisch syndroom (MDS) opgesteld. Gezien de heterogeniteit van het ziektebeeld en de toenemende mogelijkheden van behandeling vormt adequate en volledige diagnostiek met een prognostische classificatie van MDS de basis voor therapiekeuze. In de vorige uitgave zijn de huidige richtlijnen voor diagnose en prognose besproken.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2013;10:43–53)

Lees verder

Het myelodysplastisch syndroom: richtlijnen voor diagnostiek 2013

NTVH - 2013, nummer 1, january 2013

prof. dr. A.A. van de Loosdrecht , prof. dr. G.A. Huls , dr. P.W. Wijermans , prof. dr. B. Löwenberg , dr. M. Jongen-Lavrencic , prof. dr. T.J.M. de Witte , prof. dr. J.H. Jansen , dr. T.M. Westers , dr. G.E. de Greef , dr. P. Muus , dr. M. van Marwijk Kooy , dr. M.R. Schaafsma , dr. T. van Maanen , dr. W. Deenik , dr. A. Beeker , dr. R.E. Brouwer , dr. M. Hoogendoorn , dr. D.A. Breems , prof. dr. M.H.G.P. Raaijmakers , prof. dr. G.E.G. Verhoef , prof. dr. H.C. Schouten , dr. P.A. von dem Borne , prof. dr. J.H.E. Kuball , prof. dr. B.J. Biemond , prof. dr. E. Vellenga , prof. dr. G.J. Ossenkoppele

Samenvatting

Namens de werkgroep AML/MDS van de Nederlands/ Belgische Stichting Hemato-Oncologie voor Volwassenen in Nederland (HOVON) is een richtlijn voor diagnostiek en prognosticeren van het myelodysplastisch syndroom (MDS) opgesteld. Gezien de heterogeniteit van het ziektebeeld en de toenemende mogelijkheden van behandeling vormt adequate en volledige diagnostiek met een prognostische classificatie van MDS de basis voor therapiekeuze. In de volgende uitgave worden de huidige richtlijnen voor behandeling besproken.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2013;10:3–14)

Lees verder

Geriatrisch assessment bij oudere patiënten met kanker

NTVH - 2012, nummer 8, december 2012

dr. M.W.M. van der Poel , prof. dr. H.C. Schouten

Samenvatting

Het aantal oudere patiënten met kanker stijgt. De kankergerelateerde mortaliteit is hoger bij ouderen in vergelijking met jongere patiënten, onder andere als gevolg van onderbehandeling. Met behulp van ‘comprehensive geriatric assessment’ (CGA) zouden fitte ouderen kunnen worden geselecteerd bij wie de voordelen van een standaard oncologische behandeling opwegen tegen de nadelen. In de algemene geriatrie zijn de positieve effecten van een CGA reeds aangetoond. Ook binnen de oncologie zijn er aanwijzingen dat door middel van CGA meer problemen kunnen worden gedetecteerd in vergelijking met een routinebezoek aan de hematoloog of oncoloog en dat CGA beter in staat is de functionele status van een patiënt in te schatten dan Karnofsky- of ECOG- ‘performance’-score. Hiernaast zijn er aanwijzingen dat de CGA invloed kan hebben op beslissingen omtrent de oncologische behandeling, waaronder het starten van chemotherapie, en dat er een relatie is tussen verschillende domeinen binnen de CGA en toxiciteit van behandeling en overleving. De bewijsvoering hiervoor is echter tot op heden onvoldoende, aangezien de verrichtte studies over het algemeen van matige methodologische kwaliteit zijn. Ook kleven er enkele praktische bezwaren aan de uitvoering van een CGA. Om deze redenen wordt de CGA nog niet routinematig verricht.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2012;9:322–8)

Lees verder

Begeleiding, screening en follow-up van verwante stamceldonoren in Nederland

NTVH - , nummer ,

drs. J.S. van den Broek , dr. B.M.A.M. Bär , dr. C. Huisman , prof. dr. J.H.E. Kuball , dr. E.L. Meijer , prof. dr. H.C. Schouten , dr. O. Visser , dr. J.M.T. de Wolf , prof. dr. A. Brand

Samenvatting

Hogere leeftijd van patiënten en hun verwante donoren van hematopoëtische stamcellen leidt tot een hoger risico op het vinden van latente pathologie tijdens screening voor het donorschap. De vraag is of het proces van screening zou moeten worden aangepast. Wij hebben een analyse van de procedures van begeleiding, screening en follow-up van verwante donoren in de 8 Nederlandse transplantatiecentra uitgevoerd. Door middel van vragenlijsten zijn gegevens van alle 8 Nederlandse centra voor de verschillende fases van hematopoëtische stamceldonatie verzameld. Ter vergelijking dienden de internationale richtlijnen van FACT-JACIE, WMDA en NMDP. Van alle 8 centra zijn gegevens verzameld. Duidelijke verschillen werden gevonden in de procedure vóór humaanleukocytantigeentypering, eiwitscreening en beenmergaspiratie, het gebruik van een centrale vaattoegang, criteria voor start van aferese en beleid voor nacontrole. Ondanks overeenstemming over vele procedures is een aantal controversiële onderwerpen gevonden. Deze analyse vormt een basis voor harmonisatie van procedures voor zorg voor de donor van verwante hematopoëtische stamceltransplantatie in Nederland.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2012;9:21-7)

Lees verder