Articles

HOVON 174 MM: gerandomiseerde studie waarin behandeling met daratumumab-lenalidomide-dexamethason (Dara-Rd) continu wordt vergeleken met een behandelingsvrij interval – de FABULOUS-studie

NTVH - jaargang 21, nummer 5, juli 2024

drs. M.R. Seefat , dr. D.G.J. Cucchi , dr. H.M. Blommestein , dr. B. van der Holt , dr. S.M. Cunha , dr. A. Verbrugge , drs. K. Groen , dr. E. van der Spek , dr. P.F. Ypma , dr. K. Nasserinejad , prof. dr. S. Zweegman

SAMENVATTING

Patiënten met een nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom die niet in aanmerking komen voor een stamceltransplantatie, worden op dit moment in Nederland in het algemeen behandeld met daratumumab-lenalidomide-dexamethason (Dara-Rd) tot aan ziekteprogressie. Er zijn echter nadelen aan het continu geven van deze therapie. Ten eerste kunnen de therapie-gerelateerde bijwerkingen de kwaliteit van leven negatief beïnvloeden. Als de ziekte in remissie is, kunnen deze bijwerkingen zwaarder wegen dan de voordelen van voortdurende therapie. Dat geldt met name voor oudere patiënten, die kwaliteit van leven soms net zo belangrijk – of belangrijker – vinden dan ziektecontrole. Ten tweede zijn er aanzienlijke kosten verbonden aan het continueren van Dara-Rd. Om die reden kunnen patiënten die een jaar behandeld zijn met Dara-Rd en minimaal een partiële respons hebben bereikt, in de HOVON-174-studie worden gerandomiseerd tussen het continueren van Dara-Rd en het tijdelijk stoppen van de therapie. In het geval van biochemische progressie wordt Dara-Rd direct hervat. De co-primaire eindpunten zijn ‘event’-vrije overleving (EFS) en progressievrije overleving (PFS). De studie is gestart in mei 2024.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2024;21:240–4)

Lees verder

Hoe veranderen inkomen en werk na de diagnose multipel myeloom?

NTVH - jaargang 21, nummer 1, februari 2024

drs. C. Bennink , dr. M. Brink , dr. S.F.A. Duijts , drs. H. Scheurer , prof. dr. P. Sonneveld , dr. H.M. Blommestein

SAMENVATTING

Door nieuwe behandelingsmogelijkheden is de overleving bij multipel myeloom (MM) sterk toegenomen, waardoor aandacht voor werkhervatting bij deze patiëntengroep steeds relevanter wordt. Onderzoek naar de effecten van de diagnose MM op het inkomen, werk en de arbeidsproductiviteit van patiënten met MM is echter nog beperkt. Om de verandering in inkomen en werk na de diagnose MM in Nederland te onderzoeken, werden gegevens van MM-patiënten met een diagnose tussen 2012 en 2017 uit de Nederlandse Kankerregistratie samengevoegd met sociaaleconomische gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Vervolgens werden analyses verricht naar de verandering in inkomen uit werk, werksituatie en totaal inkomen per patiënt en het geaccumuleerde landelijke inkomen van MM-patiënten voorafgaand aan diagnose tot 4 jaar na diagnose. Het inkomen uit werk daalde gemiddeld per patiënt met 45%, en 35% van de patiënten kreeg 4 jaar na diagnose nog inkomen uit betaald werk. Het percentage patiënten met inkomens- en werkverlies was hoger bij vrouwen, oudere patiënten, patiënten met een gevorderd ziektestadium of patiënten die geen autologe stamceltransplantatie ondergingen. Over de 5-jaarsperiode tussen 1 jaar voor en 4 jaar na diagnose werd landelijk een totaal verlies aan inkomen uit werk bij MM-patiënten van 121 miljoen euro waargenomen. Het verlies van inkomen en werk bij MM is hoog en veroorzaakt voor zowel de patiënt als de samenleving een financiële belasting. Nu de overlevingskansen bij MM toenemen, moet er meer aandacht komen voor het belang van inkomen en werk, zowel bij medische professionals die patiënten behandelen of begeleiden bij re-integratie als in de maatschappij.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2024;21:23–31)

Lees verder

Richtlijn behandeling multipel myeloom 2021: een samenvatting en een reflectie over waarden

NTVH - 2022, nummer 1, january 2022

prof. dr. S. Zweegman , dr. H.M. Blommestein , drs. H. Scheurer , dr. N.W.C.J. van de Donk

SAMENVATTING

De richtlijn behandeling multipel myeloom is recentelijk herzien en te vinden op de website van de Nederlandse Vereniging voor Hematologie. Dit artikel is geen herhaling van deze richtlijn, maar beschrijft enkele overwegingen ten aanzien van de keuzes die worden gemaakt in de richtlijn. Het eerste deel betreft een korte samenvatting van de richtlijn met de belangrijkste wijzigingen en is geschreven vanuit klinisch perspectief, waarbij is uitgegaan van de effectiviteit van de nieuwe behandelingen. Overigens worden in de richtlijn, daar waar mogelijk, stop- en startcriteria beschreven om onnodig ineffectieve behandeling te voorkomen, alsmede worden bij gelijke effectiviteit niet alleen het bijwerkingenprofiel, maar ook de kosten betrokken in de keuze voor therapie. Voor een uitgebreide onderbouwing van de richtlijn en de referenties wordt verwezen naar de richtlijn, te raadplegen via https://hematologienederland.nl/wp-content/uploads/2021/09/RICHTLIJN-behandeling-MM-2021-geautoriseerd-11.05.2021-v15092021.pdf.

Het tweede deel beschrijft de richtlijn vanuit het economische/maatschappelijke perspectief. Veel van de regimes die in de richtlijn de voorkeur genieten vanwege hun effectiviteit en dus waarde voor de patiënt, worden nog niet vergoed en bevinden zich in de sluis. Dit komt voort uit de hoge kosten voor de behandelingen. We beschrijven de dilemma’s en mogelijke oplossingen voor het verbeteren van de kosteneffectiviteit.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:4-13)

Lees verder

De econoom en de hematoloog: kosten, effecten en verantwoorde toegang tot zorg

NTVH - 2017, nummer 6, september 2017

dr. H.M. Blommestein , prof. dr. C.A. Uyl-de Groot , prof. dr. S. Zweegman

SAMENVATTING

De kosten voor geneeskundige zorg zijn de laatste jaren niet alleen in absolute zin, maar ook ten opzichte van het bruto nationaal product gestegen. Derhalve zijn keuzes in de zorg in toenemende mate noodzakelijk. Zo moeten patiënten bijvoorbeeld regelmatig een afweging maken tussen geneesmiddelen met en zonder eigen betaling, moeten ziekenhuizen of afdelingen bepalen of ze een nieuwe technologie wel of niet kunnen aanschaffen en moet de minister beslissen of een nieuwe behandeling wel of niet kan worden vergoed. Deze keuzes kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de toegang tot geneeskundige zorg. Keuzes zouden om die reden systematisch, op transparante en verantwoorde wijze moeten worden gemaakt. Een economische evaluatie, als onderdeel van een ‘health technology assessment’, kan hierbij helpen door de incrementele kosteneffectiviteitsratio (ICER) te berekenen. Aan de hand van enkele casussen uit de klinische praktijk worden in dit artikel de belangrijkste onderdelen van een economische evaluatie toegelicht. Deze evaluaties helpen keuzes verantwoord en transparant te nemen en dragen hierdoor bij aan een effectieve en kosteneffectieve gezondheidszorg.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:273–81)

Lees verder

De toegevoegde waarde van gegevens uit de dagelijkse praktijk

NTVH - 2016, nummer 5, july 2016

dr. H.M. Blommestein , prof. dr. P.C. Huijgens , prof. dr. C.A. Uyl-de Groot

Samenvatting

Op 1 april 2016 promoveerde Hedwig Blommestein aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam op haar promotieonderzoek getiteld ‘De toegevoegde waarde van gegevens uit de dagelijkse praktijk’, onder begeleiding van promotoren prof. dr. C.A. Uyl-de Groot en prof. dr. P.C. Huijgens. In deze proefschriftbespreking worden de belangrijkste bevindingen van het onderzoek weergegeven. Aan de hand van verschillende casussen in de hemato-oncologie is er onderzoek gedaan naar de waarde van klinische praktijkgegevens voor het nemen van vergoedingsbeslissingen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2016;13:206–8)

Lees verder