Articles

MAGNAZ-trial: een fase II-studie naar zanubrutinib als behandeling voor IgM-MGUS-polyneuropathie met MAG-antistoffen

NTVH - jaargang 21, nummer 7, oktober 2024

J.P.M. van de Mortel , prof. dr. N.C. Notermans , dr. A.F.J.E. Vrancken , dr. J.M.I. Vos , dr. F. Eftimov , prof. dr. M.C. Minnema

SAMENVATTING

De MAGNAZ-trial onderzoekt de effectiviteit en veiligheid van de Bruton’s tyrosinekinase (BTK)-remmer zanubrutinib bij patiënten met een immuunglobuline M (IgM) ‘monoclonal gammopathy of unknown significance’ (MGUS)-geassocieerde polyneuropathie met antistoffen tegen het MAG-eiwit. MAG staat voor ‘myelin associated glycoprotein’, een eiwit op de myelineschede van perifere zenuwen. Het M-proteïne bindt aan het MAG, waardoor polyneuropathie kan ontstaan. Omdat de meerderheid van anti-MAG-polyneuropathiepatiënten een MYD88-mutatie heeft, verwachten we dat BTK-remmers een hematologische respons veroorzaken en daarmee ook een goed effect hebben op de polyneuropathie. De standaardbehandeling van IgM-MGUS anti-MAG-polyneuropathie, rituximab, is effectief bij slechts een derde van de patiënten. Zanubrutinib is een tweedegeneratie-BTK-remmer die effectief gebleken is bij patiënten met Waldenström macroglobulinemie (WM). De studie is opgedeeld in behandelcycli van 28 dagen. Tijdens de eerste cyclus wordt rituximab 375 mg/m2 op dag 1, 8, 15 en 22 gecombineerd met een dagelijkse dosis van 320 mg zanubrutinib. Vanaf de tweede cyclus worden deelnemers alleen met zanubrutinib behandeld. Het primaire eindpunt is de verbetering op de mate van neurologische beperkingen en de veiligheid en verdraagbaarheid van de behandeling na 12 cycli. De behandeling wordt na 6 en 12 cycli geëvalueerd op basis van de daling van het totaal-IgM. Alleen bij het bereiken van een hematologisch zeer goede partiële respons (VGPR) zullen deelnemers de behandeling met zanubrutinib continueren.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2024;21:341–5)

Lees verder

Visusstoornissen tijdens de behandeling van acute promyelocytenleukemie

NTVH - jaargang 21, nummer 5, juli 2024

dr. L. Keikes , E.L. Blok , R.T.R. Vijgen , dr. J.M.I. Vos , dr. C.A.M. Stege

SAMENVATTING

In dit artikel worden twee casus beschreven van patiënten met een acute promyelocytenleukemie (APL), die gedurende de behandeling visusstoornissen ontwikkelden. Dit bleek het gevolg te zijn van intracraniële drukverhoging door een zeldzame complicatie: pseudotumor cerebri (oftewel intracraniële hypertensie), wat kan optreden als bijwerking gedurende de behandeling met all-trans-retinoïnezuur (ATRA).

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2024;21:232–7)

Lees verder

Het ‘Orphan Drug Access Protocol’ voor sutimlimab: innovatieve werkwijze om behandeling met nieuwe complementremmer voor koude-agglutinatieziekte mogelijk te maken

NTVH - jaargang 21, nummer 3, mei 2024

drs. K. Verdeyen , dr. S.J. Bernelot-Moens , drs. S. van den Berg , drs. S.M. Noyon-Luijben , dr. S. van der Flier , dr. C.E.M. Hollak , dr. J.M.I. Vos , ODAP-indicatiecommissie voor sutimlimab

SAMENVATTING

De beoordeling voor de vergoeding van weesgeneesmiddelen is veelal vanwege de beperkte bewijs-last een langdurige procedure. Daarom werd een nieuwe werkwijze ontwikkeld: het ‘Orphan Drug Access Protocol’ (ODAP) waarmee weesgeneesmiddelen sneller en gecontroleerd toegankelijk kunnen worden gemaakt. Complementremmer sutimlimab is in de pilotfase van ODAP opgenomen en zal naar verwachting drie jaar lopen. ‘Cold agglutinin disease’ (CAD) is een zeldzame vorm van chronische complementgemedieerde auto-immuun hemolytische anemie (AIHA). In drie studies bleek sutimlimab effectief voor behandeling van de hemolytische anemie bij CAD en is door de ‘European Medicines Agency’ met een weesgeneesmiddelenstatus geregistreerd in november 2022. Op dit moment is echter nog onvoldoende duidelijk hoe sutimlimab moet worden gepositioneerd voor de behandeling van CAD in vergelijking met de andere beschikbare behandelmogelijkheden en welke patiënten het meest profiteren. Doel van het ODAP-traject voor sutimlimab is om beter inzicht te krijgen in de effectiviteit en veiligheid van sutimlimab bij CAD-patiënten die in Nederland worden behandeld. De resultaten zullen worden gebruikt bij de definitieve duiding op ‘stand van de wetenschap en praktijk’ ten behoeve van opname in het basispakket en de gepaste inzet van deze behandeling bij CAD-patiënten in Nederland.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2024;21:115–22)

Lees verder

HOVON 169 – CaZa-studie: een internationaal fase II-onderzoek naar zanubrutinib-behandeling bij patiënten met koude-agglutinatieziekte

NTVH - jaargang 21, nummer 3, mei 2024

drs. A.L. Becking , dr. S.J. Bernelot-Moens , dr. J.M.I. Vos , HOVON 169-studieteam

SAMENVATTING

De HOVON 169-studie onderzoekt of behandeling met de Bruton’s tyrosinekinase (BTK)-remmer zanubrutinib bij patiënten met koude-agglutinatieziekte (‘cold agglutinin disease’; CAD) met hemolytische anemie en/of ernstige koude-geïnduceerde perifere symptomen effectief en veilig is. Het primaire eindpunt is CAD-respons na zes cycli van 28 dagen. Dit is een gecombineerd eindpunt waarin hemolyse, koude-geïnduceerde klachten en klonale respons worden gecombineerd. Daarna wordt in geval van respons de behandeling gecontinueerd tot maximaal drie jaar. Zanubrutinib is eerder effectief gebleken bij patiënten met Waldenström macroglobulinemie (WM) en ging gepaard met minder cardiovasculaire toxiciteit vergeleken met de eerstegeneratie-BTK-remmer ibrutinib. Gezien de sterke pathofysiologische overeenkomsten tussen koude-agglutinatieziekte en WM is onze hypothese dat zanubrutinib ook voor koude-agglutinatiepatiënten een effectieve en veilige B-celkloongerichte therapie zou kunnen zijn, die zowel de hemolytische anemie als de koude-geïnduceerde perifere symptomen remt.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2024;21:149–54)

Lees verder

Hoe behandel ik: fulminante auto-immuun hemolytische anemie

NTVH - jaargang 20, nummer 8, december 2023

drs. S. van Benthum , drs. F.V.M. Mulder , dr. D. Evers , dr. L. Oosten , dr. M. Jalink , dr. S.J. Bernelot-Moens , dr., ir. D. van de Kerkhof , dr. M.J. Cruijsen , prof. dr. E.A.M. Beckers , prof. dr. M. de Haas , dr. J.M.I. Vos

SAMENVATTING

Auto-immuun hemolytische anemie (AIHA) is een zeldzaam en heterogeen ziektebeeld gekarakteriseerd door afbraak van erytrocyten door warme en/of koude autoantistoffen. AIHA kan zich fulminant presenteren met diepe transfusiebehoeftige anemie, IC-opname en zelfs overlijden tot gevolg. Dit artikel beschrijft een casus van een fulminante AIHA, die aanvankelijk moeizaam reageerde op ingestelde therapie en waarbij ernstig nierfalen en trombose optrad. De hindernissen bij diagnostiek en behandeling worden beschreven. Daarnaast presenteren wij een stappenplan voor het management van patiënten met fulminante AIHA.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2023;20:393–9)

Lees verder

Uw diagnose?

NTVH - jaargang 19, nummer 6, september 2022

dr. A.J. Kwakernaak , dr. S.J. Bernelot Moens , dr. M.L. Hilhorst , dr. S. Florquin , dr. N.C.W.J. van de Donk , dr. J.M.I. Vos

Elke medische behandeling begint met het stellen van de juiste diagnose. Deze diagnose ligt echter niet altijd meteen voor de hand. Zoals bij de volgende casus:
Een 71-jarige patiënte presenteerde zich met 8 kg gewichtstoename, perifeer oedeem, hypoalbuminemie (20 g/l), dyslipidemie (LDL-c 10 mmol/l) en proteïnurie (11 g/24 uur) passend bij een nefrotisch syndroom.
Wat is uw diagnose?

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:296–8)

Lees verder

Een zwangere met TMA: verworven of congenitale TTP?

NTVH - 2021, nummer Special, july 2021

dr. S.J. Bernelot Moens , drs. L. Kleinendorst , drs. J.C.A. van Eekhout , dr. J.M.I. Vos , prof. dr. B.J. Biemond , drs. J.J. Wegman , prof. dr. M.J. Kersten

SAMENVATTING

Trombotische trombocytopenische purpura (TTP) is een acute, levensbedreigende aandoening die wordt veroorzaakt door verworven of congenitale ADAMTS13-deficiëntie. Eerste episoden van de aandoening treffen vaak jonge vrouwen in de vruchtbare leeftijd, waarbij zwangerschap een bekende uitlokkende factor is. Zwangerschaps-gerelateerde TTP wordt relatief vaak verklaard met de eerste presentatie van een congenitale variant (12–25%). Bij de diagnose TTP, bewezen door verlaagde ADAMTS13-activiteit (<10%), moet onderzoek naar antistoffen worden ingezet. Bij ontbreken van deze antistoffen dient, zeker bij een eerste presentatie in de zwangerschap, verder onderzoek naar een congenitale vorm van TTP te worden gedaan, aangezien deze diagnose belangrijke consequenties heeft voor de verdere behandeling.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2021;18:233-7)

Lees verder