NTVH - 2022, nummer 2, march 2022
dr. A.M.G.A. Laheij , dr. J.E. Raber-Durlacher , dr. M.D. Hazenberg , M.C.E. Schoordijk , prof. dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans , prof. dr. J.G.A.M. de Visscher
Allogene stamceltransplantatie kan leiden tot chronische ‘graft-versus-host disease’ (cGVHD). Bij een deel van deze patiënten treedt ook cGVHD op in en om de mond. Klinisch kan zich dat presenteren als mucosale laesies, speekselklierdisfunctie en/of fibrosering. Voorkeursplaatsen zijn de wangen en de tong, maar ook het palatum, de gingiva en de lippen kunnen zijn aangedaan. Orale cGVHD geeft klachten als pijn, gevoelige slijmvliezen, (ernstige) monddroogte, smaakstoornissen, beperkte mondopening en slikklachten, met soms een forse verslechtering van de kwaliteit van leven als gevolg. Bij hyposalivatie kan een snel progressieve vorm van cariës optreden. Ook hebben patiënten een verhoogde kans op het ontwikkelen van een plaveiselcelcarcinoom van het mondslijmvlies. De diagnose orale cGVHD wordt gesteld op basis van de anamnese en het klinisch beeld. Eventueel kan aanvullend een biopt worden genomen, maar histopathologisch onderzoek ondersteunt vaak niet de klinische waarschijnlijkheidsdiagnose. De keuze van de symptomatische behandeling wordt bepaald door de klacht(en) van de patiënt. Slijmvliesveranderingen die gepaard gaan met gevoeligheid, irritatie en een branderige sensatie worden bij voorkeur behandeld met lokale immunosuppressiva. Bij ernstige klachten kan systemische therapie met immunosuppressiva worden overwogen. Droge mond kan worden verlicht met speekselstimulantia of speekselsubstituten. De tandarts en mondhygiënist kunnen ondersteunende preventieve zorg bieden aan patiënten gericht op het zo goed mogelijk in stand houden van de mondgezondheid en het verlichten van klachten.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:93-101)
Lees verderNTVH - 2021, nummer 8, november 2021
drs. E. Mooiweer , drs. J.T.T. Scholte , M.C.E. Schoordijk , dr. D.J. Bruinvels , dr. G.L. van Sluis , dr. O. Visser
Aan de hand van casuïstiek en een literatuuroverzicht bespreken wij werkhervatting bij de hematologische patiënt na stamceltransplantatie (SCT). Bij deze populatie spelen na SCT persisterende psychosociale, somatische en ziektefactoren een grote rol bij de kans op werkhervatting. Desondanks gaat een grote groep patiënten terug aan het werk. Belangrijke factoren geassocieerd met minder kans op werkhervatting zijn myeloablatieve conditionering met ‘total body irradiation’, arbeidsongeschiktheid en niet fulltime werken voor het behandelingstraject. Bewustwording en kennis bij de zorgprofessional kan zorgen voor handvatten en eventueel het proces van werkhervatting faciliteren, ook in de praktijk leidend tot hogere percentages van werkhervatting.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2021;18:359–63)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.