NTVH - jaargang 20, nummer 5, juli 2023
dr. M. van Gelder , dr. M. Nijziel , dr. M. Hoogendoorn , dr. H. Visser , ing. E. Out , dr. M. van der Maarschalkerweerd , drs. L. van der Straten , dr. M. Bellido , dr. J. Doorduijn , dr. K. de Heer , dr. S. Kersting , dr. M. van der Klift , dr. E. Posthuma , dr. E. van der Spek , dr. H. van der Straaten , dr. R. Mous , dr. M.D. Levin , prof. dr. A.P. Kater , dr. D. te Raa , de volledige richtlijncommissie van de HOVON-CLL-werkgroep
Met de komst van BTK- en BCL2-remmers (BTKi en BCL2i) zijn er nu verschillende eerstelijnsbehandelmogelijkheden voor patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) zonder TP53-mutatie of -deletie. In de ons omringende landen heeft eerstelijnsbehandeling met de BCL2i venetoclax als 12 maanden durende therapie in combinatie met obinutuzumab (VenO) of met een BTKi tot aan progressie of intolerantie de voorkeur, vanwege vermeende betere uitkomsten ten opzichte van chemo-immuuntherapie (CIT). Die superioriteit betreft vooral een langere progressievrije overleving (PFS), terwijl ook de toxiciteit lager zou zijn. In Nederland vinden we dat het toepassen van nieuwe middelen in eerste lijn nuancering behoeft, met name ten aanzien van de interpretatie van de studie-uitkomsten in patiëntperspectief. Voor patiënten wegen de volgende factoren zwaar: 1) zo lang mogelijk leven met zo min mogelijk hinder van ziekte en behandeling en 2) zekerheid over effectieve vervolgbehandelingen bij ziekteprogressie. Een langere PFS na eerste lijn komt niet per definitie tegemoet aan deze patiëntperspectieven. Ook blijkt er geen verschil in incidentie van ernstige bijwerkingen tussen behandeling met CIT of de BTKi ibrutinib of VenO behoudens een geringe hogere incidentie van infecties en MDS/AML met fludarabine-cyclofosfamide-rituximab (FCR). Tot op heden is het effect op de uiteindelijke levensverwachting van het overslaan van CIT in de eerste lijn onzeker, wegens het ontbreken van lange follow-upgegevens van studies waarbij met nieuwe middelen werd gestart, terwijl hierover wel kennis is na eerstelijns-CIT. Concluderend stellen we dat het goed nieuws is voor CLL-patiënten dat hun behandelmogelijkheden met de komst van BTKi en BCL2i zijn uitgebreid, maar dat de meerwaarde van deze nieuwe middelen in de eerste lijn op dit moment onvoldoende vaststaat.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2023;20:195–207)
Lees verderNTVH - jaargang 20, nummer 2, maart 2023
L.E.M. Eurelings , dr. M.D. Levin , R. Rodenburg , J. Kortleve , drs. E. de Jongh
Elke medische behandeling begint met het stellen van de juiste diagnose. Deze diagnose ligt echter niet altijd meteen voor de hand. Zoals bij de volgende casus: Een 63-jarige vrouw komt op de polikliniek Hematologie. Zij is onder behandeling wegens een diffuus grootcellig B-cellymfoom, stadium IV, ABC-subtype, geen Myc-translocatie. Hiervoor zal ze worden behandeld met zes kuren R-CHOP, gevolgd door twee keer rituximab. De interim-CT toonde radiologisch complete remissie na drie cycli. Vier jaar geleden is een halskliermetastase vastgesteld van een plaveiselcelcarcinoom vanuit een onbekende primaire tumor, waarvoor klierdissectie en radiotherapie heeft plaatsgevonden. Op dit moment heeft patiënte reeds zes kuren R-CHOP gehad en eenmaal een gift rituximab. Een week na deze gift rituximab bezoekt zij het spreekuur vanwege huiduitslag ter plaatse van de buik, heup en linkerbil, die in enkele dagen is ontstaan (zie Figuur 1).
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2023;20:82–3)
Lees verderNTVH - 2021, nummer 8, november 2021
dr. D.M. Verboom , drs. E. de Jongh , drs. R. Klinkenberg , dr. P.E. Westerweel , dr. M.D. Levin
Bruton’s tyrosinekinase (BTK)-remmer ibrutinib wordt gebruikt in de behandeling van chronische lymfatische leukemie (CLL) en verbetert zowel bij voorbehandelde als therapienaïeve patiënten de progressievrije overleving. Ongeveer 33 tot 50% van de ibrutinib-gebruikers zal de therapie permanent of tijdelijk staken vanwege bijwerkingen, progressieve ziekte of preventief bij het ondergaan van een chirurgische ingreep. Een deel van de patiënten dat stopt met ibrutinib krijgt last van symptomen die worden veroorzaakt door een opvlamming van CLL bij het wegvallen van BTK-remming. In dit artikel worden twee casus beschreven van patiënten die kort na het staken van ibrutinib een atraumatische miltruptuur ontwikkelden.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2021;18:374–8)
Lees verderNTVH - 2021, nummer 7, october 2021
drs. L. van der Straten , dr. M.D. Levin , dr. H.P.J. Visser , dr. E.J.F.M. de Kruijf , dr. E. van der Spek , dr. M. van der Klift , dr. W.E.F.M. Posthuma , dr. D.E. Issa , dr. E.R. van Bladel , dr. J. Schreurs , dr. H.M. van der Straaten , dr. E.M.G. Jacobs , dr. M. Hoogendoorn , drs. L. Hardi , dr. H.R. Koene , dr. M. Oosterveld , dr. Y. Sandberg , dr. N. Durdu-Rayman , dr. R. van der Griend , dr. K. Kleinen , dr. I. Verpoorte , dr. L. Laterveer , dr. S. Kersting , dr. G.D. te Raa , dr. R. Mous , prof. dr. A.P. Kater
De CLL17/HOVON500-studie is ontwikkeld om te be-studeren of een tijdelijke behandeling met venetoclax plus obinutuzumab of met ibrutinib plus venetoclax vergelijkbaar is met de werkzaamheid van ibrutinib-monotherapie als continue therapie met betrek-king tot progressievrije overleving (PFS) bij patiënten met niet eerder behandelde chronische lymfatische leukemie (CLL).
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2021;18:328-33)
Lees verderNTVH - 2021, nummer 1, january 2021
drs. L. van der Straten , dr. M.D. Levin , dr. S. Kersting , prof. dr. A.P. Kater
De HOVON 158-studie (ook wel de ‘NEXT STEP-trial’) is ontwikkeld om te evalueren of patiënten met chronische lymfatische leukemie die niet in complete remissie (CR) zijn of detecteerbare minimale residuale ziekte (MRD) hebben na 12 maanden combinatiebehandeling met ibrutinib-venetoclax, kunnen responderen tot niet-detecteerbare MRD en CR na behandeling met zes extra cycli obinutuzumab in combinatie met ibrutinib.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2021;18:42-6)
Lees verderNTVH - 2020, nummer 8, december 2020
dr. G.D. te Raa , drs. L. van der Straten , dr. M. van Gelder , dr. R. Mous , dr. H.M. van der Straaten , dr. H.P.J. Visser , dr. J. Droogendijk , dr. G.J. Veldhuis , dr. M. van der Klift , dr. K. de Heer , dr. J.K. Doorduijn , dr. E. van der Spek , dr. M.R. Nijziel , dr. W.E.F.M. Posthuma , dr. M. Bellido , dr. A.H.W. Bruns , dr. R.A.P. Raijmakers , dr. M.D. Levin , dr. S. Kersting , prof. dr. A.P. Kater
In dit artikel worden de meest recente ontwikkelingen bij de behandeling van chronische lymfatische leukemie (CLL) besproken. Tevens worden adviezen gegeven over ‘supportive care’ bij nieuwe doelgerichte middelen en de behandeling van CLL-gerelateerde complicaties.
Lees verderNTVH - 2020, nummer 6, september 2020
dr. S. Kersting , dr. M.D. Levin , drs. L. van der Straten , prof. dr. A.P. Kater
De HOVON 159-studie (ook wel de ‘Reveal’) is ontwikkeld om de effectiviteit te evalueren van venetoclax en acalabrutinib bij patiënten die eerder zijn behandeld met venetoclax in combinatie met monoklonale anti-CD20-antistof. Aan dit onderzoek mogen patiënten deelnemen die een behandelindicatie hebben na eerdere behandeling in HOVON 139 of HOVON 140.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:254-8)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.