NTVH - 2020, nummer 6, september 2020
drs. C.C.B. Kockerols , prof. dr. P.J.M. Valk , dr. M.D. Levin , prof. dr. J.J. Cornelissen , dr. J.J.W.M. Janssen , dr. P.E. Westerweel
Digitale PCR (D-PCR) is een zeer accurate en gevoelige moleculaire techniek voor de detectie en kwantificering van RNA- of DNA-fragmenten. Voor chronische myeloïde leukemie (CML) vormt het in specifieke omstandigheden een veelbelovend alternatief voor reguliere ‘real-time’ kwantitatieve PCR (RQ-PCR), met als meest directe toepassing het voorspellen van de succeskans op het bereiken van een behandelingsvrije remissie (‘treatment free remission’; TFR). Belangrijke reeds bekende prognostische parameters voor TFR zijn de duur van de behandeling met tyrosinekinaseremmers (TKI) en de duur van moleculaire remissie voorafgaand aan een stoppoging. Huidige TKI-stoprichtlijnen adviseren daarom een minimale behandelduur van drie jaar, maar bij voorkeur zes jaar of langer. Hoewel diepte van remissie gemeten met BCR-ABL1-RQ-PCR geen relatie toonde met de kans op het behouden van moleculaire remissie na een medicatiestop, was dit wel het geval indien gemeten met D-PCR. Als nieuwe voorspeller kan D-PCR bijdragen aan een betere selectie van kandidaten, maar ook aan het bepalen van de meest optimale timing van de medicatiestoppoging. In het algemeen vindt D-PCR steeds verder zijn intrede in de hematologie. In dit overzichtsartikel bespreken we het principe van D-PCR en zijn mogelijke klinische toepassingen binnen CML, waarbij we vooral zijn rol als nieuwe TFR-voorspeller willen belichten. Ten slotte eindigen we met een beschrijving van een D-PCR-implementatieproject gesubsidieerd door ZonMW, waarbij we D-PCR aanbieden als nieuwe prognostische test voor CML-patiënten in Nederland die een TKI-medicatiestoppoging overwegen.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:239-47)
Lees verderNTVH - 2019, nummer 8, november 2019
dr. L. Oudijk , dr. P.J. Westenend , dr. L.A. Noorduijn , dr. M.D. Levin
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:419–21)
Lees verderNTVH - 2018, nummer 3, april 2018
prof. dr. S. Zweegman , dr. N.W.C.J. van de Donk , dr. M.D. Levin , prof. dr. G.M.J. Bos , dr. P.F. Ypma , dr. E. de Waal , prof. dr. M.J. Kersten , dr. S.A.J. Croockewit , dr. C.W. Choi , dr. S.K. Klein , dr. P.A. von dem Borne , dr. A. Broyl , dr. I.S. Nijhof , prof. dr. M.C. Minnema , prof. dr. P. Sonneveld
Recentelijk verscheen de richtlijn ‘Behandeling multipel myeloom 2018’. Hierna vindt u de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de richtlijn uit 2015. Deze betreffen de initiële behandeling van patiënten die in aanmerking komen voor een autologe stamceltransplantatie, de initiële behandeling van patiënten die niet in aanmerking komen voor een autologe stamceltransplantatie en de patiënten met een recidief van de ziekte. De wijzigingen zijn gebaseerd op nieuwe klinische gegevens die beschikbaar zijn gekomen uit gerandomiseerde fase 3-studies. De meest recente versie van de gehele richtlijn is te vinden op de websites van zowel de NVvH als HOVON. De richtlijn wordt per module aangepast. De verwachting is dat dit in de komende maanden reeds zal gebeuren, aangezien op korte termijn diverse behandelcombinaties worden geregistreerd en hopelijk ook beschikbaar zullen komen. Deze samenvatting betreft de patiënten die niet in studieverband kunnen worden behandeld. Te allen tijde geldt dat behandeling binnen studieverband de voorkeur verdient.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:108–14)
Lees verderNTVH - 2018, nummer 2, march 2018
drs. L. van der Straten , dr. M.D. Levin , dr. H.P.J. Visser , dr. M.E.D. Chamuleau , dr. E. van der Spek , dr. M. van der Klift , dr. W.E.F.M. Posthuma , dr. S. Kersting , dr. M.R. Schaafsma , dr. B.C. Tanis , dr. M. Bellido , dr. E.M.G. Jacob , dr. A. Beeker , dr. J.M.I. Vos , dr. S. de Jonge-Peeters , dr. J.K. Doorduijn , dr. M.B.L. Leys , dr. R.J.W. van Kampen , dr. G.J. Veldhuis , dr. J. Droogendijk , drs. I. Ludwig , dr. R. Mous , dr. K.G. van der Hem , dr. E.C. Dompeling , prof. dr. A.P. Kater
De HOVON 141-studie (ook wel de ‘Vision Trial’ in de Nordic CLL study group genoemd) is ontwikkeld om te evalueren of behandeling met venetoclax en ibrutinib (VI) bij fitte en niet-fitte patiënten met recidiverende of refractaire chronische lymfatische leukemie (RR-CLL) kan leiden tot MRD-negativiteit en zodoende langdurige remissie kan bewerkstelligen. Het primaire eindpunt is progressievrije overleving op 27 maanden, voor de groep die is gerandomiseerd tot het stoppen van de behandeling.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:87–91)
Lees verderNTVH - 2017, nummer 8, december 2017
drs. L. van der Straten , dr. M.D. Levin , dr. K.L. Wu , dr. A. van Hoof , prof. dr. E. van den Neste , dr. H. Demuynck , prof. dr. A.M.H. Janssens , dr. D. Deeren , dr. H.P.J. Visser , dr. J. Regelink , dr. M.E.D. Chamuleau , dr. E. van der Spek , drs. R.S. Boersma , dr. M. van der Klift , dr. R.F.J. Schop , dr. W.E.F.M. Posthuma , dr. D.E. Issa , drs. J.J. Wegman , dr. S. Wittebol , dr. L.W. Tick , dr. M.R. Schaafsma , dr. B.C. Tanis , dr. M. Bellido , dr. A. Beeker , dr. M. Hoogendoorn , prof. dr. J.H. Veelken , prof. dr. H.C. Schouten , dr. H.R. Koene , K. Oosterveld , dr. S.A.J. Croockewit , dr. M.B.L. Leys , dr. G.J. Veldhuis , dr. C.A.M. Idink , dr. J. Droogendijk , dr. R. Mous , dr. A. Koster , dr. K.G. van der Hem , dr. E.C. Dompeling , prof. dr. M.H.J. van Oers , prof. dr. A.P. Kater
De HOVON 140 (de GA101 Ibrutinib ABT101 (GAIA)-studie) is ontwikkeld om te evalueren of chemo-immuuntherapie (FCR/BR) in de eerstelijnsbehandeling van fitte patiënten met chronische lymfatische leukemie kan worden vervangen door gerichte therapie met venetoclax (en ibrutinib) in combinatie met anti-CD20-antistoffen.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:390–4)
Lees verderNTVH - , nummer ,
dr. M.D. Levin , dr. S. Kersting , prof. dr. A.P. Kater
De HOVON 139 (GIVE-studie: Gazyvaro In combination with VEnetoclax in CLL) is een gerandomiseerde fase 2-studie, waarbij de randomisatie plaatsvindt in de onderhoudsfase. In eerste instantie ontvangen patiënten een pre-inductie met twee kuren obinutuzumab (CD20-antistof) om de hoeveelheid tumorcellen te laten afnemen en daardoor het risico op tumorlysissyndroom (TLS) door subsequente venetoclax (Bcl-2- remmer) te verlagen. Vervolgens worden patiënten gestadiëerd voor het risico op TLS en krijgen zij inductiebehandeling met zes cycli obinutuzumab in combinatie met venetoclax, gevolgd door zes kuren venetoclax monotherapie. Na deze inductiebehandeling worden patiënten, die minstens een partiële remissie hebben bereikt, gerandomiseerd tussen 12 cycli venetoclax onderhoud (groep A) en MRD-gestuurde venetoclax onderhoud (groep B). In groep B wordt de venetoclax gestopt als de patiënt MRD-negatief wordt. Patiënten in groep B die al MRD-negatief zijn op het moment van randomisatie, starten zelfs niet met de venetoclax onderhoudsbehandeling. Het primaire eindpunt is een MRD-negatief beenmerg na 24 (geplande) cycli venetoclax in combinatie met acht kuren obinutuzumab.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:142–8)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.