Articles

CD19-gerichte CAR-T-celbehandeling voor DLBCL in Nederland en de rol van de landelijke CAR-T-tumorboard: wat is anti-CD19-CAR-T-celbehandeling en komt mijn patiënt hiervoor in aanmerking?

NTVH - 2021, nummer 2, march 2021

drs. A.M. Spanjaart , prof. dr. M.J. Kersten , prof. dr. M.C. Minnema , dr. M. Jak , dr. P.J. Lugtenburg , dr. P.G.N.J. Mutsaers , drs. J.A. van Doesum , dr. L. Groneck , dr. I.S. Nijhof , dr. M.W.M. van der Poel , dr. J.S. Vermaat , dr. S. van Dorp , dr. T. van Meerten

SAMENVATTING

Anti-CD19-CAR-T-celbehandeling is een nieuwe innovatieve behandeling voor patiënten met een recidief of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL, waaronder ook hooggradig B-cellymfoom, getransformeerd folliculair lymfoom en primair mediastinaal B-cellymfoom). Sinds 1 mei 2020 wordt axicabtagene ciloleucel (axi-cel, Yescarta) volledig vergoed vanuit het basispakket en wordt deze behandeling gegeven in gekwalificeerde academische ziekenhuizen. Axi-cel is geregistreerd op basis van de ZUMA-1-studie, waarbij patiënten met een snel recidief of refractair DLBCL na minimaal twee eerdere lijnen systeemtherapie werden behandeld en de 2-jaars progressievrije overleving bijna 40% was. De productie van CAR-T-cellen is tijdrovend, logistiek complex en er is vaak een overbruggende therapie nodig tussen afname van de T-cellen en teruggave van de CAR-T-cellen. De bijwerkingen kunnen hevig zijn en dienen te worden opgevangen door een multidisciplinair team. Gezien de kostbaarheid en complexiteit van de behandeling en de wens doelmatige en effectieve zorg te leveren is een landelijke CAR-T-tumorboard opgericht. Hieraan nemen vertegenwoordigers van de CAR-T-behandelcentra deel en hierin worden alle verwezen patiënten besproken. In dit artikel wordt de werkwijze van de tumorboard beschreven, welke patiënten in aanmerking komen voor anti-CD19-CAR-T-celbehandeling en hoe patiënten kunnen worden verwezen. Tevens geven we een overzicht van de patiënten die sinds het voorjaar zijn verwezen voor behandeling met axi-cel en blikken vooruit op geplande studies.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2021;18:68-76)

Lees verder

HOVON 151 en HOVON 152: consolidatie met ‘checkpoint’-remmers bij hoogrisico- diffuus grootcellig B-cellymfoom en dubbel/triple-‘hit’-lymfomen

NTVH - 2020, nummer 1, february 2020

dr. M. Nijland , dr. P.J. Lugtenburg , dr. J.M. Zijlstra , prof. dr. M.J. Kersten , dr. M.E.D. Chamuleau

SAMENVATTING

R-CHOP is sinds 2002 de standaard eerstelijnsbehandeling voor patiënten met een diffuus groot B-cellymfoom (DLBCL) en resulteert in een 3-jaarsoverleving van 60% voor patiënten met hoogrisicoziekte. Intensivering van het schema en de toevoeging van verschillende nieuwe middelen hebben de overleving van patiënten met DLBCL niet verbeterd. Consolidatiebehandeling met lenalidomide bij hoogrisico-DLBCL-patiënten verbeterde wel de progressievrije overleving, maar niet de overleving. Immuun-‘checkpoints’ zijn celoppervlakte-eiwitten, die de functie van T-cellen kunnen reguleren. Activatie van immuun-‘checkpoints’ door tumorcellen kan leiden tot suppressie en uitputting van T-cellen. ‘Checkpoint’-remmers, waaronder de PD1- en PDL1-antilichamen, kunnen T-cellen reactiveren. Bij solide maligniteiten hebben consolidatiestrategieën met ‘checkpoint’-remmers een significante reductie van de recidiefkans laten zien, met aanvaardbare toxiciteit. Bij sterk voorbehandelde patiënten met een agressief lymfoom gaf monotherapie met een ‘checkpoint’-remmer een algehele respons van 10–35%. De HOVON 151- en HOVON 152-onderzoeken zijn opgezet om het effect van consolidatie met respectievelijk atezolizumab (anti-PDL1) en nivolumab (anti-PD1) op de eradicatie van minimaal resterende ziekte bij hoogrisico-DLBCL (IPI-score >2) en dubbel- of triple-‘hit’-lymfomen te bestuderen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:37–41)

Lees verder

Hoe behandel ik IgM-M-proteïne-gerelateerde AL-amyloïdose?

NTVH - 2019, nummer 2, march 2019

drs. V. Hoving , prof. dr. M.J. Kersten , prof. dr. M.C. Minnema , dr. P.C. de Bruin , dr. J.M.I. Vos

Samenvatting

IgM-M-proteïne gerelateerde AL-amyloïdose is een zeldzame variant van AL-amyloïdose. Hoewel de presentatie lijkt op die van non-IgM-gerelateerde AL-amyloïdose zijn er enkele verschillen. Belangrijk is dat niet een multipel myeloom, maar vaak M. Waldenström of een ander indolent B-cellymfoom de onderliggende aandoening is. De prognose is desondanks gelijk aan die van non-IgM-gerelateerde AL-amyloïdose. Ook bij IgM-gerelateerde AL-amyloïdose is een diepe remissie geassocieerd met een langere overleving. Deze diepe remissies worden echter vaak niet bereikt. Door de zeldzaamheid van het ziektebeeld is er weinig bekend over de optimale behandeling. De klinische presentatie en afwegingen rondom de behandeling van IgM-gerelateerde AL-amyloïdose worden in dit artikel besproken.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:87–91)

Lees verder

Nieuwe Nederlandse richtlijn ‘Folliculair lymfoom’: een bekopte samenvatting voor de dagelijkse praktijk

NTVH - 2018, nummer 4, june 2018

dr. S.H. Tonino , dr. M.J. Wondergem , drs. W. Stevens , dr. W. Deenik , drs. J.J. Wegman , prof. dr. M.J. Kersten

SAMENVATTING

Recentelijk is de richtlijn ‘Folliculair lymfoom 2017’ geautoriseerd. Het folliculair lymfoom (FL) is een relatief zeldzame ziekte en de schaarste aan onderzoeksgegevens heeft ertoe geleid dat het beleid ten aanzien van diagnostiek en behandeling van het FL in Nederland per ziekenhuis kan verschillen. Deze richtlijn werd geïnitieerd vanuit de HOVON-lymfoomwerkgroep met als doel tot een meer uniform beleid in Nederland te komen met betrekking tot diagnostiek en behandeling van het FL. Bij het tot stand komen van de richtlijn zijn afgevaardigden van verschillende specialismen betrokken geweest. De meeste aanbevelingen zullen niet direct tot een belangrijke wijziging in de dagelijkse praktijk leiden. Wel wordt de plaats van enkele nieuwe, recent beschikbaar gekomen middelen in de behandeling gedefinieerd. Ook wordt de rol van de FDG-PET-scan in de diagnostiek en responsevaluatie bediscussieerd.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:167–76)

Lees verder

Wijzigingen in de richtlijn ‘Behandeling multipel myeloom 2018’

NTVH - 2018, nummer 3, april 2018

prof. dr. S. Zweegman , dr. N.W.C.J. van de Donk , dr. M.D. Levin , prof. dr. G.M.J. Bos , dr. P.F. Ypma , dr. E. de Waal , prof. dr. M.J. Kersten , dr. S.A.J. Croockewit , dr. C.W. Choi , dr. S.K. Klein , dr. P.A. von dem Borne , dr. A. Broyl , dr. I.S. Nijhof , prof. dr. M.C. Minnema , prof. dr. P. Sonneveld

SAMENVATTING

Recentelijk verscheen de richtlijn ‘Behandeling multipel myeloom 2018’. Hierna vindt u de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de richtlijn uit 2015. Deze betreffen de initiële behandeling van patiënten die in aanmerking komen voor een autologe stamceltransplantatie, de initiële behandeling van patiënten die niet in aanmerking komen voor een autologe stamceltransplantatie en de patiënten met een recidief van de ziekte. De wijzigingen zijn gebaseerd op nieuwe klinische gegevens die beschikbaar zijn gekomen uit gerandomiseerde fase 3-studies. De meest recente versie van de gehele richtlijn is te vinden op de websites van zowel de NVvH als HOVON. De richtlijn wordt per module aangepast. De verwachting is dat dit in de komende maanden reeds zal gebeuren, aangezien op korte termijn diverse behandelcombinaties worden geregistreerd en hopelijk ook beschikbaar zullen komen. Deze samenvatting betreft de patiënten die niet in studieverband kunnen worden behandeld. Te allen tijde geldt dat behandeling binnen studieverband de voorkeur verdient.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:108–14)

Lees verder

De Transplant BRaVE-studie: fase I resultaten

NTVH - 2017, nummer 9, april 2017

prof. dr. M.J. Kersten

Lees verder

Fase 1/2-studies bij non-hodgkinlymfomen, hodgkinlymfoom en chronische lymfatische leukemie

NTVH - 2016, nummer 8, december 2016

prof. dr. A. Hagenbeek , dr. M.E.D. Chamuleau , dr. G.W. van Imhoff , prof. dr. M.J. Kersten

Samenvatting

De doelstelling en werkwijze van de recent opgerichte HOVON/LLPC Fase 1/2 Werkgroep wordt beschreven. Langs deze weg komen continu nieuwe middelen beschikbaar voor patiënten met alle subtypen non-hodgkinlymfomen, hodgkinlymfoom en chronische lymfatische leukemie die faalden op de reguliere behandeling. Namen van deelnemende centra en e-mailadressen van de hematologen aldaar worden vermeld om snelle communicatie te bevorderen met verwijzende hematologen in het land.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2016;13:347–9)

Lees verder