Articles

UMCG gaat zelf CAR T-cellen produceren als behandeling bij recidief/refractair multipel myeloom

NTVH - jaargang 2, nummer Hematologie van de Toekomst, voorjaar 2025

dr. Max Teuwen

Binnenkort start een landelijk onderzoek naar de toepassing van zelfgeproduceerde chimere antigeenreceptor (CAR) T-cellen voor de behandeling van patiënten met recidief/refractair multipel myeloom. Dit veelbelovende project, uitgevoerd door het UMCG in samenwerking met het Amsterdam UMC, heeft een looptijd van 6 jaar en wordt gefinancierd door een subsidie van 16,5 miljoen euro van Zorginstituut Nederland en ZonMW. Dr. Wilfried Roeloffzen, internist-hematoloog in het UMCG, is nauw betrokken en licht het onderzoek toe en deelt zijn visie op de potentiële impact van deze therapie.

Lees verder

‘Hiermee kunnen we ruim 800 eiwitten detecteren uit slechts één druppel bloed’

NTVH - jaargang 2, nummer Hematologie van de Toekomst, voorjaar 2025

dr. Max Teuwen

Waldenström’s macroglobulinemie (WM) is een zeldzame vorm van beenmergkanker waarbij kwaadaardige B-lymfocyten een specifiek eiwit, IgM, produceren en in het bloed afscheiden.1,2 Hoewel behandelingen zoals chemo-immunotherapie en remmers van Bruton-tyrosinekinase (BTK) beschikbaar zijn, kunnen deze de ziekte niet genezen.1,2 De symptomen en ziektelast variëren sterk tussen patiënten, maar de oorzaken van deze verschillen zijn nog niet volledig duidelijk. Recente onderzoeken suggereren dat inflammatie de behandelingsrespons bij WM-patiënten beïnvloedt, maar er is meer onderzoek nodig om de rol van inflammatie en andere factoren te doorgronden.3–5 Dr. Pieter Langerhorst, onderzoeker Moleculaire Hematologie bij Sanquin Amsterdam in de groep van Dr. Maartje van den Biggelaar, doet daarom in samenwerking met het Amsterdam UMC onderzoek door middel van Plasma Proteomics om meer inzicht te verkrijgen in deze processen.

Lees verder

BENEGENE-2: GENTHERAPIE MET FIDANACOGENE ELAPARVOVEC WERKZAAM EN VEILIG BIJ HEMOFILIE B

NTVH - 2024, nummer Hematologie Actueel, winter 2024

dr. Max Teuwen

Hemofilie B is een zeldzame, X-gebonden aandoening die wordt veroorzaakt door mutaties in het FIX-gen.1,2 Deze aandoening leidt tot een verlaagd of zelfs volledig afwezig niveau van stollingsfactor IX, wat resulteert in ernstige, langdurige bloedingen.3 Veel patiënten met een ernstige vorm van hemofilie B ondergaan intraveneuze substitutie van deze stollingsfactor om het risico op bloedingen te beperken.3 Monoklonale antilichamen worden ook steeds vaker ingezet als profylactische behandeling.3 Tot voor kort was etranacogene dezaparvovec de enige gentherapie met EMA-goedkeuring voor hemofilie B, maar inmiddels heeft het EMA ook fidanacogene elaparvovec goedgekeurd. In dit artikel worden de resultaten van deze nieuwe gentherapie voor hemofilie B beschreven.

Lees verder

AANHOUDENDE WERKZAAMHEID EN VEILIGHEID VAN ZANUBRUTINIB BIJ CLL OF SLL

NTVH - 2024, nummer Hematologie Actueel, winter 2024

dr. Max Teuwen

Chronische lymfatische leukemie (CLL) is de meest voorkomende vorm van leukemie bij volwassenen in de westerse wereld en vertegenwoordigt een kwart van alle gevallen van leukemie.1 Ibrutinib, een remmer van Bruton-tyrosinekinase (BTK) van de eerste generatie, is onderdeel van de standaardbehandeling voor zowel de eerstelijnssetting als de gerecidiveerde of refractaire setting.2-4 Echter, bijwerkingen zoals atriumfibrilleren, hypertensie en bloedingen kunnen het gebruik ervan beperken.2-4 Zanubrutinib is een BTK-remmer van de tweede generatie, met een hoge kinaseselectiviteit. 5-7 De primaire analyse van de fase III-studie ALPINE toonde aan dat zanubrutinib leidt tot betere klinische uitkomsten en minder cardiale bijwerkingen dan ibrutinib.8 Recentelijk zijn ook de resultaten van de definitieve analyse van de ALPINE-studie gepubliceerd.9

Lees verder

‘REAL-WORLD’-UITKOMSTEN EN PROGNOSTISCHE FACTOREN BIJ PATIËNTEN MET MDS NA BEHANDELING MET AZACITIDINE

NTVH - 2024, nummer Hematologie Actueel, winter 2024

dr. Max Teuwen

Myelodysplastische syndromen (MDS) zijn klonale hematopoëtische stamcelaandoeningen die voornamelijk voorkomen bij ouderen.1-3 De pathofysiologie van MDS wordt gekenmerkt door cytogenetische veranderingen, genmutaties, afwijkingen in de micro- omgeving van het beenmerg en – in een later stadium – genhypermethylering.1-3 Bij een kwart tot een derde van de patiënten treedt progressie op naar acute myeloïde leukemie.3 Het hypomethylerende middel azacitidine is een belangrijk onderdeel van de behandeling van MDS en heeft gunstige effecten op de overleving en kwaliteit van leven, vergeleken met conventionele chemotherapie.4-6 Echter, de prognostische factoren voor therapierespons zijn onduidelijk.7-10 In een recente retrospectieve ‘real- world’-studie zijn de werkzaamheid en veiligheid van azacitidine onderzocht en zijn prognostische factoren voor therapierespons en overleving geïdentificeerd.11

Lees verder

RECENTE ONTWIKKELINGEN IN DE BEHANDELING VAN AML

NTVH - 2024, nummer Hematologie Actueel, winter 2024

dr. Max Teuwen

In het afgelopen decennium zijn de behandelmogelijkheden voor acute myeloïde leukemie (AML) aanzienlijk uitgebreid, waardoor de overleving van zowel jonge als oude patiënten is toegenomen.1-3 Er zijn nu effectieve behandelingen beschikbaar, zoals venetoclax in combinatie met een hypomethylerend middel, die langdurige remissie mogelijk maken.1-3 Gerichte behandelingen voor patiënten met een IDH1/2– of FLT3-mutatie bieden bovendien nieuwe perspectieven.

Lees verder

RECENTE ONTWIKKELINGEN BINNEN GENTHERAPIE VOOR HEMOFILIE A EN B

NTVH - 2024, nummer Gentherapie special, oktober 2024

dr. Max Teuwen

Hemofilie A en B zijn zeldzame X-gebonden monogenetische aandoeningen, veroorzaakt door een mutatie in respectievelijk het FVIII– en FIX-gen.1,2 Deze aandoeningen worden gekenmerkt door een lage hoeveelheid of afwezigheid van de stollingsfactoren VIII of IX, wat resulteert in herhaalde, langdurige en overmatige bloedingen. Patiënten met ernstige hemofilie krijgen doorgaans meerdere keren per week intraveneuze substitutie van de ontbrekende stollingsfactor om het bloedingsrisico te verminderen.3 Daarnaast is behandeling met monoklonale antilichamen onderdeel geworden van de profylactische behandeling.3 Met de opkomst van veelbelovende gentherapieën breekt een nieuw tijdperk aan voor de behandeling van hemofilie. In dit artikel worden de verschillende gentherapieën die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld voor hemofilie A en B besproken. Daarnaast delen prof. dr. Frank Leebeek, internist-hematoloog in het Erasmus MC, en dr. Michiel Coppens, internist vasculaire geneeskunde en hemofilie in het Amsterdam UMC, hun visie op de werkzaamheid en de veiligheid van gentherapie bij hemofilie B.

Lees verder