NTVH - 2018, nummer 7, october 2018
dr. J.J.W.M. Janssen , dr. P.A.W. te Boekhorst , dr. W.E.F.M. Posthuma , dr. S.K. Klein , dr. M. Hoogendoorn , drs. T.T. de Waal , prof. dr. J.H.F. Falkenburg , prof. dr. B.J. Biemond , dr. B. van der Reijden , prof. dr. G.M.J. Bos , dr. E.J. Petersen , prof. dr. N.M.A. Blijlevens , dr. W.M. Smit , prof. dr. G.E.G. Verhoef , prof. dr. E. Vellenga , dr. N. Thielen , prof. dr. J.J. Cornelissen , prof. dr. G.J. Ossenkoppele , dr. P.E. Westerweel
Dit artikel is het derde uit een serie van drie die achtergronden beschrijven van de recent gepubliceerde richtlijnen voor de behandeling van chronische myeloïde leukemie. In dit artikel worden de aanbevelingen omtrent het stoppen van de TKI-behandeling en het beleid bij zwangerschap besproken. Tevens komen lopende en nieuwe studies aan de orde en worden de concrete adviezen uit de richtlijn gegeven.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:326–35)
Lees verderNTVH - 2018, nummer 6, september 2018
dr. J.J.W.M. Janssen , dr. P.A.W. te Boekhorst , dr. W.E.F.M. Posthuma , dr. S.K. Klein , dr. M. Hoogendoorn , drs. T.T. de Waal , prof. dr. J.H.F. Falkenburg , prof. dr. B.J. Biemond , dr. B. van der Reijden , prof. dr. G.M.J. Bos , dr. E.J. Petersen , prof. dr. N.M.A. Blijlevens , dr. W.M. Smit , prof. dr. G.E.G. Verhoef , prof. dr. E. Vellenga , dr. N. Thielen , prof. dr. J.J. Cornelissen , prof. dr. G.J. Ossenkoppele , dr. P.E. Westerweel
Dit artikel is het tweede uit een serie van drie die achtergronden beschrijven van de recent gepubliceerde richtlijnen voor de behandeling van chronische myeloïde leukemie. In dit artikel worden achtereenvolgens het belang van responsmijlpalen en -monitoring, de relevantie van mutaties en het management ervan en de behandeling van acceleratiefase en blastencrisis besproken.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:276–84)
Lees verderNTVH - 2018, nummer 5, july 2018
dr. J.J.W.M. Janssen , dr. P.A.W. te Boekhorst , dr. W.E.F.M. Posthuma , dr. S.K. Klein , dr. M. Hoogendoorn , drs. T.T. de Waal , prof. dr. J.H.F. Falkenburg , prof. dr. B.J. Biemond , dr. B. van der Reijden , prof. dr. G.M.J. Bos , dr. E.J. Petersen , prof. dr. N.M.A. Blijlevens , dr. W.M. Smit , prof. dr. G.E.G. Verhoef , prof. dr. E. Vellenga , dr. N. Thielen , prof. dr. J.J. Cornelissen , prof. dr. G.J. Ossenkoppele , dr. P.E. Westerweel
Dit artikel is de eerste uit een serie van drie artikelen die de achtergronden beschrijven van de recent gepubliceerde richtlijnen voor de behandeling van chronische myeloide leukemie. In dit artikel worden de meest recente ontwikkelingen rond de behandeling van chronische myeloide leukemie besproken en worden nieuwe gegevens betreffende effectiviteit en bijwerkingen van de verschillende tyrosinekinaseremmers samengevat.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:218–228)
Lees verderNTVH - 2017, nummer 2, march 2017
drs. C.M.A. Canté , dr. N. Thielen , dr. E. Nur
L-asparaginase is een belangrijk onderdeel van de behandeling van patiënten met acute lymfoblastaire leukemie (ALL). Deze casus betreft een 22-jarige vrouw met Philadelphia-chromosoom-positieve acute B-ALL, die werd behandeld in het kader van de HOVON100- studie (groep A). Op dag 26 van remissie-inductiecyclus 1 (vijf dagen na de tweede gift PEG-asparaginase) ontwikkelde zij recidiverende hypoglykemieën met daarbij palpitaties en hongergevoel, die tot dag 45 aanhielden. Laboratoriumonderzoek tijdens de hypoglykemie liet verhoogde insuline- en C-peptidewaarden zien, meest waarschijnlijk door verhoogde asparaginase-geïnduceerde insulinesecretie. Behandeling met L-asparaginase gaat vaak gepaard met complicaties zoals trombose, pancreatitis, hepatotoxiciteit en hyperglykemie. Deze casus laat zien dat hypoglykemie een weinig voorkomende, maar zeer schadelijke bijwerking van behandeling met PEG-asparaginase is.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:87–9)
Lees verderNTVH - 2015, nummer 7, october 2015
dr. N. Thielen
Op 21 mei 2015 promoveerde dr. Noortje Thielen aan de Vrije Universiteit Amsterdam op haar proefschrift, getiteld ‘Chronic myeloid leukemia: evolving from fatal stem cell disease to cure’ onder begeleiding van promotor prof. dr. G.J. Ossenkoppele en co-promotores dr. J.J.W.M. Janssen en dr. G.J. Schuurhuis. Hieronder zijn de belangrijkste bevindingen van het onderzoek weergegeven.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2015;12:268–71)
Lees verderNTVH - 2014, nummer 6, september 2014
dr. N. Thielen , dr. C.C.L.M. Boons , dr. J.G. Hugtenburg , prof. dr. G.J. Ossenkoppele , dr. J.J.W.M. Janssen
De introductie van de tyrosinekinaseremmers (TKI’s) iets meer dan een decennium geleden heeft de prognose van patiënten met chronische myeloïde leukemie (CML) enorm verbeterd. Het behalen van een goede cytogenetische en moleculaire respons is een voorspellende factor voor een uitstekende prognose. Uit verschillende studies, verricht bij patiënten die de eerstelijns-TKI imatinib gebruiken, blijkt dat therapietrouw een grote rol speelt bij het behalen van de gewenste respons. Hoe lager de therapietrouw, des te hoger de kans op falen van de behandeling en ook de kans op ziekteprogressie. Het is dan ook van groot belang dat de CML-patiënt zich hiervan bewust is en dat er in de spreekkamer regelmatig over therapietrouw wordt gesproken. In geval van therapieontrouw is interventie met een op maat gemaakt plan noodzakelijk.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:241–7)
Lees verderNTVH - 2014, nummer 3, april 2014
dr. N. Thielen , dr. B. van der Holt , prof. dr. G.E.G. Verhoef , R.A.H.M. Ammerlaan , prof. dr. P. Sonneveld , dr. J.J.W.M. Janssen , dr. W. Deenik , prof. dr. J.H.F. Falkenburg , prof. dr. M.J. Kersten , dr. H.A.M. Sinnige , dr. M.R. Schipperus , dr. A.V.M.B. Schattenberg , dr. M. van Marwijk Kooy , dr. W.M. Smit , I.W.T. Chu , prof. dr. P.J.M. Valk , prof. dr. G.J. Ossenkoppele , prof. dr. J.J. Cornelissen
Ondanks de revolutionaire verbetering van de prognose van chronische myeloïde leukemie (CML) sinds de introductie van imatinib zijn er nog steeds patiënten met resistente ziekte. In deze multicentrum, gerandomiseerde fase III-studie werd onderzocht of toevoeging van intermediaire dosis cytarabine aan hoge dosis imatinib in vergelijking met hoge dosis imatinib alleen, de ‘major’ moleculaire respons (MMR) verbetert bij nieuw gediagnosticeerde CML-patiënten. De studie werd voortijdig gesloten vanwege teruglopende patiënteninclusie ten gevolge van de introductie van tweedegeneratie-tyrosinekinaseremmers en slechts een derde van de initieel vereiste patiënten werd geïncludeerd. Honderdnegen patiënten tussen 18 en 65 jaar werden gerandomiseerd tussen monotherapie met imatinib 800 mg (n=55) of imatinib 800 mg met toevoeging van 2 opeenvolgende cycli cytarabine 200 mg/m2, ieder gedurende 7 dagen (n=54). Na een mediane follow-up van 41 maanden volgde 67% van de patiënten nog steeds het studieprotocol. Het MMR-percentage na 12 maanden was 56% in de imatinib-groep en 48% in de combinatiegroep (p=0,39). Progressievrije overleving was 96% na 1 jaar en 89% na 4 jaar. De algehele vierjaarsoverleving was 97%. Bijwerkingen van graad 3 en 4 kwamen meer voor in de combinatiegroep. De toevoeging van intermediaire dosis cytarabine aan imatinib leidde niet tot een betere MMR na 12 maanden. De te lage ‘power’ van de studie belet ons echter om definitieve conclusies te trekken. Deze studie is geregistreerd op www.trialregister.nl (NTR674) en werd eerder gepubliceerd in Annals of Hematology 2013;92: 1049–56.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:113–23)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.