NTVH - 2017, nummer 4, june 2017
dr. A. Broijl , R. Kuiper Bsc., dr. M. van Duin , dr. M.H. van Vliet , dr. B. van der Holt , drs. L. el Jarari , dr. E.H. van Beers , prof. dr. H.M. Lokhorst , prof. dr. P. Sonneveld
Er bestaat nog steeds een grote variatie in de overleving van patiënten met multipel myeloom. Hiervoor zijn betrouwbare prognostische testen van belang. In dit artikel laten we zien hoe uit bestaande prognostische markers – zoals het ‘international staging system’ (ISS), ‘fluorescence in situ hybridisation’ (FISH) en genexpressie (GEP)-‘classifiers’ – een optimaal presterende combinatie kan worden samengesteld en gevalideerd. De hiervoor gebruikte datasets zijn afkomstig uit de volgende studies: HOVON-65/GMMG-HD4, UAMS-TT2, UAMS-TT3, MRC-IX, APEX en IFM-G met in totaal 4.750 patiënten. Er werden 20 risicomarkers geëvalueerd, waaronder markers met sterke prognostische waarde zoals FISH t(4;14) en del(17p), GEP-‘classifiers’ EMC92 en UAMS70, en ISS. Bij de nieuw samengestelde risicoclassificatie blijkt ISS een sterke bijdrage aan zowel GEP- als FISH-prognostiek te leveren. De sterkst voorspellende combinatie bleek te bestaan uit EMC92 gecombineerd met ISS. Hiermee worden patiënten in vier risicogroepen geclassificeerd met een mediane overleving oplopend van 24 maanden, 47 maanden, 61 maanden, tot ‘niet bereikt na 96 maanden’ in de laagste risicogroep. Van alle patiënten valt 17% in de hoogste risicogroep en 35% in de laagste. De EMC92ISS-‘classifier’ is daarmee een belangrijke, relevante voorspeller van overleving, gebaseerd op zowel biologische als klinische parameters. De EMC92-ISS-combinatie is een nieuwe prognostische marker, superieur en robuust vergeleken met overige prognostische markers zoals bevestigd in onafhankelijke gegevens.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:172–82)
Lees verderNTVH - 2016, nummer 4, june 2016
drs. R. Wester , dr. N.W.C.J. van de Donk , prof. dr. P. Sonneveld
Hoewel de resultaten van therapie bij patiënten met multipel myeloom (MM) de laatste decennia zijn verbeterd, zijn er tot op heden geen curatieve behandelingen beschikbaar. In de afgelopen 2 decennia zijn de mogelijkheden tot behandeling van MM aanzienlijk uitgebreid. De standaardbehandeling in de eerste lijn bestaat uit chemotherapie gevolgd door autologe stamceltransplantatie (ASCT). Door de introductie van nieuwe middelen is de algehele overleving (‘overall survival’; OS) en progressievrije overleving (PFS) verbeterd. Daratumumab, een monoklonaal antilichaam gericht tegen CD38, lijkt een veelbelovend middel te zijn. Verschillende fase 1/2- studies laten een verbetering in PFS en OS zien bij voorbehandelde patiënten met een recidief of refractair MM (RRMM). In de IFM2015/HOVON131-studie wordt daratumumab geïncorporeerd in de verschillende fases van behandeling. Belangrijke eindpunten zijn respons, OS en PFS. Tevens zal onder andere de ‘minimal residual disease’ (MRD)-status worden meegenomen in de evaluatie. Deze studie is een samenwerking tussen HOVON en IFM en wordt uitgevoerd in België, Frankrijk, Luxemburg en Nederland.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2016;13:156–60)
Lees verderNTVH - 2016, nummer 4, june 2016
dr. N.W.C.J. van de Donk , prof. dr. P. Sonneveld , prof. dr. M.C. Minnema , L. Nieuwenhuis , Y.M. den Hartog , P.W.C. Bosman , dr. T. Mutis , dr. I.S. Nijhof , dr. H.G. Otten , dr. A.C. Bloem , dr. J. Slomp , dr. K.M.K. de Vooght , N. Som , dr. J.F.M. Jacobs , prof. dr. S. Zweegman , prof. dr. H.M. Lokhorst
Daratumumab is een antistof gericht tegen CD38, dat sterk tot expressie komt op multipel myeloom (MM)-cellen. Twee monotherapiestudies lieten goede klinische responsen zien van daratumumab bij uitvoerig voorbehandelde patiënten, waarbij daratumumab goed werd verdragen. De meest voorkomende bijwerking is het optreden van infusiereacties (ongeveer 50% van de patiënten; meestal alleen bij de eerste infusie en meestal graad 1 of 2). Het belangrijkste bij een infusiereactie is om tijdig de daratumumab infusie te stoppen, zodat de klachten niet escaleren. Verder interfereert daratumumab als anti-CD38-antistof met de M-proteïnebepaling en met het routine bloedtransfusiecompatibileitsonderzoek. In dit artikel zijn verschillende tactieken beschreven om deze problemen in de dagelijkse praktijk aan te pakken.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2016;13:123–30)
Lees verderNTVH - 2016, nummer 2, march 2016
prof. dr. P. Sonneveld
De EMN011/HOVON 114-studie is een onderzoek van de HOVON Myeloom Werkgroep en het ‘European Myeloma Network’ (EMN) naar de waarde van pomalidomide en carfilzomib bij multipel myeloom dat progressief of refractair is voor bortezomib en lenalidomide. Tevens wordt de klonale ontwikkeling van multipel myeloom tijdens uitgebreide, intensieve behandeling onderzocht.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2016;13:64–7)
Lees verderNTVH - 2015, nummer 8, december 2015
prof. dr. S. Zweegman , prof. dr. H.M. Lokhorst , dr. M.D. Levin , dr. E. de Waal , prof. dr. G.M.J. Bos , prof. dr. M.J. Kersten , dr. S.A.J. Croockewit , dr. P.F. Ypma , dr. S.K. Klein , prof. dr. M.C. Minnema , prof. dr. P. Sonneveld
NED TIJDSCHR HEMATOL 2015;12:279–302
Lees verderNTVH - 2015, nummer 5, july 2015
dr. N.W.C.J. van de Donk , prof. dr. P. Sonneveld , prof. dr. S. Zweegman , prof. dr. E. Vellenga , dr. S.A.J. Croockewit , prof. dr. M.C. Minnema , prof. dr. H.M. Lokhorst
Primaire plasmacelleukemie (pPCL) is een zeldzame en agressieve ziekte met een slechte prognose. Er zijn duidelijke verschillen in de biologie, klinische presentatie en laboratoriumbevindingen in vergelijking met multipel myeloom. Ook al is de overleving van pPCL-patiënten de laatste jaren verbeterd door de introductie van autologe stamceltransplantatie en nieuwe middelen (met name van bortezomib), toch is deze nog steeds slechter dan de overleving van myeloompatiënten. In de HOVON 129-studie wordt carfilzomib met lenalidomide geïncorporeerd in verschillende fases van de behandeling. Jongere patiënten met pPCL ontvangen in deze studie ook een autologe stamceltransplantatie, en als er een passende ‘sibling’ of ‘matched unrelated donor’ is ook een allogene stamceltransplantatie. Behalve Nederland, zullen ook andere groepen vanuit het European Myeloma Network participeren.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2015;12:190–3)
Lees verderNTVH - 2015, nummer 4, june 2015
prof. dr. S. Zweegman , dr. N.W.C.J. van de Donk , prof. dr. P. Sonneveld
Ixazomib is een orale proteasoomremmer die effectief is gebleken in myeloomcellijnen die resistent waren voor bortezomib. Uit fase 1- en 2-studies bij zowel bortezomib- refactaire als niet-refractaire patiënten kwam naar voren dat ixazomib tot hoge responspercentages leidde in deze patiëntenpopulatie met een aanvaardbare toxiciteit met een relatief laag stakingspercentage. In de HOVON 126-studie wordt onderzocht of onderhoudstherapie met ixazomib de progressievrije overleving in die mate verlengt dat het verder onderzoek naar onderhoudstherapie rechtvaardigt.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2015;12:153–7)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.