NTVH - 2015, nummer 3, april 2015
dr. E.L. Meijer , dr. E.M.G. Jacobs , dr. S.K. Klein , dr. M. Oosterveld , mr. A.W. Rippen , drs. J.J. Wegman , prof. dr. N.M.A. Blijlevens
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2015;12:110–6)
Lees verderNTVH - 2014, nummer 8, december 2014
drs., ing. J.L.W. Pot , dr. S.K. Klein , dr. M.M. Malingré
Vancomycine is een antibioticum dat vaak wordt toegepast bij hemato-oncologische patiënten. Doseren van vancomycine geschiedt op basis van bloedspiegels. Twee ‘case reports’ laten zien dat standaarddoseringen leidden tot subtherapeutische spiegels. Ruime verhoging van de dosering leidde vervolgens wel tot therapeutische spiegels. Retrospectief database-onderzoek (september 2010-augustus 2013) naar vancomycine-gebruik in het Meander Medisch Centrum (433 patiënten) toonde aan dat bij 17% (11 van de 63) van de hemato-oncologische patiënten een hoge dosering vancomycine van >3.000 mg benodigd was voor het behalen van therapeutische spiegels. Voor de niet-hemato-oncologische groep was dit 4% (8 van de 209). De hieruit berekende oddsratio is 5,31. Van het tweetal ‘case reports’ is de kinetiek geanalyseerd met kinetieksoftware en vergeleken met populatiegegevens. Hieruit bleek dat in de 2 ‘case reports’ de totale klaring van vancomycine was toegenomen (populatie: 4,70 l/u; casus 1: 6,35 l/u; casus 2: 10,77 l/u), de renale fractie van de klaring was toegenomen (populatie: 0,75; casus 1: 1,03; casus 2: 1,02) en de halfwaardetijd afgenomen (populatie: 8,61 uur; casus 1: 6,80 uur; casus 2: 4,22 uur). Een verklaring hiervoor ligt mogelijk in hyperfiltratie. Dit fenomeen blijkt relevant voor vancomycine en is reeds aangetoond voor de aminoglycosiden amikacine, gentamicine en tobramycine, en zal waarschijnlijk ook voor andere, voornamelijk renaal geklaarde, geneesmiddelen gelden. Het meten van bloedspiegels, indien mogelijk, kan goede ondersteuning bieden.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:363–7)
Lees verderNTVH - 2014, nummer 4, june 2014
drs. T. Dahhan , P.S.I. van Tongeren , prof. dr. B.J. Biemond , dr. S.K. Klein , prof. dr. S. Repping , prof. dr. M. Goddijn , dr. M.D. Hazenberg
Patiënten met hematologische maligniteiten lopen het risico op verminderde vruchtbaarheid als gevolg van chemo- en/of radiotherapie. Fertiliteitspreservatie is een nieuwe, zich snel ontwikkelende preventieve vorm van geneeskunde met als doel het verhogen van de kans op toekomstig nageslacht bij vrouwen en mannen die potentieel onvruchtbaar worden als gevolg van hun behandeling. In dit artikel worden de verschillende mogelijkheden van fertiliteitspreservatie besproken bij patiënten met een hematologische maligniteit.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:164–70)
Lees verderNTVH - 2013, nummer 3, april 2013
dr. I.S. Nijhof , prof. dr. S. Zweegman , dr. A. Beeker , dr. A.C. Bloem , prof. dr. G.M.J. Bos , dr. L.M. Faber , B. van Kessel , dr. S.K. Klein , dr. H.R. Koene , dr. E.J.F.M. de Kruijf , dr. M.D. Levin , dr. T. Mutis , dr. E. van der Spek , dr. S. Wittebol , prof. dr. P. Sonneveld , prof. dr. H.M. Lokhorst , dr. N.W.C.J. van de Donk
Hoewel de overleving van patiënten met een multipel myeloom (MM) de laatste jaren aanzienlijk is verbeterd, ontwikkelt toch de overgrote meerderheid van de patiënten na verloop van tijd een recidief. Op dit moment ontbreekt een standaardbehandeling van lenalidomide- en bortezomib-refractaire patiënten. Een retrospectieve studie bij 14 lenalidomide-refractaire patiënten, die op 1 na (93%) ook allemaal bortezomib hebben gehad, liet veelbelovende resultaten zien van lenalidomide gecombineerd met continu laag gedoseerd cyclofosfamide en prednison (REP). Hieruit is de REPEAT-studie voortgekomen, een fase I/II-studie bij myeloompatiënten met een lenalidomide-refractair recidief. In het fase I-gedeelte wordt de haalbaarheid van het REP-schema op 5 dosisniveaus bestudeerd. Op basis van toxiciteit wordt het optimale dosisniveau voor deze middelen bepaald. Vervolgens wordt een fase II-onderzoek uitgevoerd, waarin de vastgestelde dosiscombinatie uit fase I wordt beoordeeld op effectiviteit en toxiciteit.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2013;10:109–13)
Lees verderNTVH - 2012, nummer 8, december 2012
prof. dr. S. Zweegman , prof. dr. H.M. Lokhorst , dr. M.D. Levin , dr. E. de Waal , prof. dr. G.M.J. Bos , prof. dr. M.J. Kersten , dr. P.F. Ypma , dr. S.K. Klein , prof. dr. M.C. Minnema , prof. dr. P. Sonneveld
NTVH - 2012, nummer 6, september 2012
dr. J.M.I. Vos , prof. dr. M.C. Minnema , dr. P.W. Wijermans , dr. S.A.J. Croockewit , dr. M.E.D. Chamuleau , prof. dr. S.T. Pals , dr. S.K. Klein , prof. dr. M. Delforge , dr. G.W. van Imhoff , prof. dr. M.J. Kersten
Namens de Werkgroepen Lymfoom en Multipel Myeloom van de Nederlands/Belgische stichting Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland (HOVON) is een richtlijn voor diagnostiek en behandeling van morbus Waldenström (MW) opgesteld. Gezien het indolente beloop en de heterogene, deels unieke symptomatologie zijn de juiste behandelindicatie en geïndividualiseerde therapiekeuze voor patiënten met MW belangrijk. Grote onderzoeken ontbreken gezien de zeldzaamheid van deze aandoening. In deze richtlijn geven wij, op basis van de beschikbare gegevens, een praktische diagnostische classificatie en aanbevelingen voor eerstelijnsbehandeling, alsook mogelijkheden bij recidief.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2012;9:219–31)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.