Een nieuw medicijn, gebaseerd op eigenschappen van een stollingseiwit met de mysterieus klinkende naam Factor X zal in de loop van dit jaar voor het eerst getest worden in mensen. Het medicijn is het resultaat van het promotieonderzoek van dr. Daniel Verhoef, verbonden aan LUMC in Leiden. Bijzonder detail: Factor X komt zowel voor bij mensen als bij een van de giftigste slangen ter wereld: de Australische bruine slang.
Het gif van de bruine slang brengt ongecontroleerde stollingsreacties teweeg. Daardoor kunnen bloedvaten verstopt raken, wat leidt tot orgaanschade en, zonder tegengif, mogelijk zelfs tot de dood. Het gif bevat stollingseiwit Factor X, dat ook in menselijk bloed voorkomt, maar op een heel andere manier opereert. Het slangen-eiwit kan namelijk overal in het lichaam stollingen veroorzaken, terwijl het menselijk Factor X alleen op de plek van de bloeding gecontroleerd te werk gaat. Die discrepantie was de inspiratie achter het nieuwe stollingsmedicijn, waar Verhoef met zijn team tien jaar aan gewerkt heeft.
Antistollingsmiddelen (anticoagulantia) worden voorgeschreven aan patiënten om trombose te voorkomen of te behandelen. Omdat Factor X een van de stollingseiwitten is in ons bloed, zijn er medicijnen ontwikkeld die daarop inwerken, de Factor X-remmers. Die hebben echter ook bijwerkingen: ze vergroten de kans op spontane bloedingen en daarnaast is het riskant om patiënten die deze middelen gebruiken te opereren. Er is dus behoefte aan een middel dat de Factor X-remmer op zijn beurt afremt. Verhoef denkt dat middel gevonden te hebben in het gif van de Australische bruine slang.
Tijdens zijn promotieonderzoek heeft Verhoef ongeveer 7 jaar geleden delen van het slangen Factor X ingebouwd in het menselijke eiwit. Alle prototypes die Verhoef maakten bleken in het lab ongevoelig voor Factor X-remmers, en herstelden de normale stolling. Wat het nieuwe middel anders maakt dan bestaande stollingsmedicijnen is dat het niet voor meer stolling dan gewoonlijk zorgt. Daarmee is het trombosegevaar een stuk minder.
Met zijn vinding is Verhoef naar het farmaceutische bedrijf VarmX, verbonden aan LUMC, gegaan om het verder te ontwikkelen tot een volwaardig medicijn. Dat is er inmiddels, met de naam VMX-C001, en het moment is aangebroken dat het middel voor het eerst getest kan worden op een kleine groep gezonde vrijwilligers in een klinische studie.
Meer informatie