De Tweede Kamer wil dat er een einde komt aan de discriminerende behandeling van mannen, die seks hebben met mannen (MSM) als het gaat om het doneren van bloed. Niet het feit of ze homo- of biseksueel zijn moet de maatstaf zijn, maar het feit of mensen riskant seksueel gedrag vertonen. GroenLinks, D66 en de VVD behaalden eerder deze maand een meerderheid voor een motie die minister Bruins en bloedbank Sanquin hiertoe oproept. Alleen de SGP stemde tegen dit voorstel.
Een tweede voorstel, ingediend door GroenLinks en D66, dat ruimere voorwaarden bepleitte, strandde wel. In dat voorstel werd aangeraden om dezelfde werkwijze als in Frankrijk en Israël te hanteren. Daar wordt gedoneerd en getest bloedplasma van MSM ingevroren en na vier maanden opnieuw getest. Die termijn van vier maanden is belangrijk omdat dat de maximale incubatietijd is voor hepatitis B.
D66 en GroenLinks wilden daarnaast dat bloedplasma, dat volgens de Frans/Israëlische methode wordt verkregen, ook gebruikt kan worden voor de productie van Omniplasma, een soort universeel bloedtransfusieplasma. Momenteel wordt MSM-bloedplasma nog expliciet uitgesloten bij de productie van Omniplasma. Er zou een pilot moeten komen met een donatie beleid voor MSM zoals in Frankrijk en Israël. Maar dat voorstel sneuvelde in de Tweede Kamer.
Het huidige bloeddonatiebeleid geldt pas sinds 1 juli. De eis dat MSM pas bloed mogen doneren als ze 4 maanden geen seks met een man gehad hebben is daar onderdeel van. Voordien gold een periode van een jaar. Wat het COC, de belangenbehartigingsorganisatie voor LGBTI mensen, betreft is ook de termijn van 4 maanden onnodig discriminerend, temeer daar al het gedoneerde bloed sowieso meermalen wordt getest.