Aspirine en directe orale anticoagulantia (DOAC’s) worden vaak toegediend om veneuze trombo-embolie (VTE) of CVA te voorkomen. Het blijkt echter dat het combineren van die twee middelen met verhoogde bloedingsrisico’s gepaard gaat. Tijdens de jaarvergadering van de American Society of Haematology (ASH) is een studie van de universiteit van Michigan uit Ann Arbor gepresenteerd.
In de studie is een groep van 2045 patiënten gevolgd. Zij zijn behandeld in zes hematologische klinieken in de staat Michigan gedurende tien jaar (2009 – 2019). Uit de studie kwam naar voren dat aspirine geen duidelijke verbetering bracht in het voorkomen van trombose.
Twee groepen van 639 patiënten zijn vergeleken in de studie. De eerste groep ontving zowel aspirine als een DOAC. De tweede groep ontving alleen een DOAC: apixaban, dabigatran, edoxaban of rivaroxaban. De patiënten ontvingen deze medicatie na een VTE of een aanval van niet-vasculaire atrium fibrillatie (NVAF) zonder duidelijke indicatie.
In de groep die zowel aspirine als een DOAC ontvingen bleek er bij hen al na 15 maanden veel meer bloedingen te zijn ontstaan, 319 bloedingen totaal. Bij de groep die alleen DOAC’s innamen was dit aantal bloedingen 261. Trombose kwam ongeveer evenveel voor in beide groepen. Trombose ontstond 19 keer bij aspirinegebruik met DOAC en 18 keer bij alleen een DOAC.
Hoofdonderzoeker dr. Jordan Schaefer merkt op dat DOAC’s in de klinische praktijk steeds meer gebruikt worden ter preventie van CVA bij patiënten met NVAF. Ook gebeurt dit bij de behandeling en secundaire preventie van veneuze trombo-embolische aandoeningen. Artsen schrijven vaak aspirine voor als bloedverdunner in uiteenlopende indicaties, zoals preventie van hartaanvallen, CVA en colorectale kanker. Ook voor tromboprofylaxe bij patiënten met bepaalde bloedstoornissen of met pacemakers.
“Aspirine wordt gebruikt voor de secundaire preventie van trombose bij patiënten met bekende coronaire hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden of carotisstenose,” verklaart Schaefer. “Maar vele patiënten krijgen de combinatietherapie zonder een duidelijke indicatie,” noteerde hij. En dat zou meer kwaad dan goed doen voor sommige patiënten.
Specifiek wilden de onderzoekers weten of aspirine het risico op bloedingen verhoogt zonder echt effectief te zijn tegen ongewenste trombotische voorvallen. Vooral bij patiënten die hoge doseringen anticoagulantia voorgeschreven krijgen kan dat een probleem vormen. Wat Schaefer betreft is er meer onderzoek nodig. Ook is het belangrijk dat artsen zich intussen bewust zijn van de risico’s van het combineren van aspirine en DOAC’s. Deze lijken namelijk ook afhankelijk van de conditie en ziekteverschijnselen van de patiënt. Belangrijk is dat onderzoekers bij vervolgonderzoek uitzoeken welke specifieke patiëntgroepen wel of juist geen baat hebben bij combinatietherapie van aspirine en DOAC.
Bron
1. Bekijk HIER het abstract zoals die werd gepresenteerd op het ASH-congres op 9 december 2019.