Combinatietherapie vergroot overleving bij kinderen met non-hodgkinlymfoom

juni 2020 Medisch onderzoek Willem Van Altena

Behandeling van kinderen en adolescenten die lijden aan B-cel non-hodgkinlymfoom gebeurt tegenwoordig met een combinatiebehandeling van rituximab met chemotherapie. Het blijkt dat door die nieuwe standaardbehandeling de overleving van kinderen en adolescenten verbeterd is. Onlangs publiceerde New England Journal of Medicine de uitkomsten van een onderzoek dat in 12 landen wereldwijd werd uitgevoerd, waaronder in Nederland.

B-cel non-hodgkinlymfoom is de meest voorkomende vorm van lymfklierkanker bij kinderen en pubers. Tot voor kort werd standaard een zeer agressieve chemotherapie ingezet bij deze patiënten, met een grote impact op hun kwaliteit van leven. Onderzocht is of de combinatie van chemotherapie met rituximab (een vorm van immuuntherapie) beter werkt dan alleen chemo, en daarnaast beter verdragen wordt door de jonge patiënten.

Burkitt lymfoom

In het onderzoek werden 328 patiënten geïncludeerd, van hen had 85,7 een burkitt-lymfoom, een van de meest agressieve en snelst groeiende vormen van non-hodgkinlymfoom. De helft van deze patiënten kreeg alleen chemotherapie, de andere helft ontving ook rituximab. De mediane follow up was bijna 40 maanden.

Na die periode bleek bijna 94% van de combinatietherapiegroep nog in leven te zijn. Bij de groep die alleen chemo had gekregen was dat iets meer dan 82%. Ook de mortaliteit lag hoger bij de chemo-groep: 20 tegenover 8 in de rituximab-plus-chemo groep.

Bijwerkingen

Bijwerkingen waren er echter wel meer bij de patiënten die de combinatietherapie ontvingen. Acute en ernstige bijwerkingen kwamen voor bij 33,3% van hen, tegenover 24,2% van degenen die alleen chemo hadden gehad. En ongeveer tweemaal zoveel patiënten in de rituximab- annex chemotherapiegroep als in de chemotherapiegroep hadden na een jaar een laag immunoglobulineniveau.

De resultaten van de studie komen overeen met wat in eerder onderzoek onder volwassen patiënten is gevonden, melden de onderzoekers.

Bron

New England Journal of Medicine