Is lachen gezond? Ja, zeggen wetenschappers van het Universitair Ziekenhuis in Jena (Duitsland). Zij voerden een meta-analyse uit naar het effect van lachtherapieën, en vonden bewijs dat die de lichamelijke en psychische gezondheid verbeteren. Longitudinale studies wijzen bovendien uit dat mensen die veel lachen vaak een betere cardiovasculaire gezondheid hebben. Wel waarschuwen de onderzoekers dat dieper onderzoek nodig is naar het waarom. Ook is meer duidelijkheid nodig waar lachtherapie zich het beste laat inzetten, en of er sprake kan zijn van bijwerkingen. De studie is onlangs gepubliceerd in het tijdschrift Complementary Therapies in Clinical Practice.
Voor hun meta-analyse legden de Duitse onderzoekers 45 studies uit 14 landen over een periode van 30 jaar, met in totaal 2500 deelnemers naast elkaar. Van die deelnemers was twee derde vrouw, en de gemiddelde leeftijd was 47 jaar. Alleen studies waarbij de deelnemers een lichamelijk of geestelijk gezondheidsprobleem hadden, werden in de evaluatie opgenomen. De onderzoekers maakten onderscheid tussen spontane lach en gesimuleerde lach. Spontane lach is een reactie op bijvoorbeeld een komische film of een situatie, gesimuleerde lach is een lach zonder reden. Bij lachyoga gaat het om dat laatste: mensen wordt geleerd om kunstmatig te lachen, zonder dat er een komische aanleiding is, en gaandeweg gaat de gesimuleerde lach over in een echte lach.
De studiedeelnemers vertoonden allerlei ziektebeelden. Die liepen uiteen van cardiovasculaire aandoeningen tot diabetes, van depressiviteit tot verslaving, en zelfs kankerpatiënten met chemotherapie kregen wel eens lachtherapie voorgeschreven. De lachtherapieën duurden enkele minuten tot enkele weken en werden individueel of in groepsverband uitgevoerd. In de 45 studies werd in kaart gebracht of lachen een effect heeft op onder meer bloeddruk, bloedsuikergehalte, ontstekingen, pijn, depressie, stress en angst.
De wetenschappers ontdekten dat lachen in groepsverband een krachtige effect leek te hebben dan wanneer mensen in hun eentje lachten. Ook bleek dat spontaan lachen minder effect had dan gesimuleerd lachen zoals tijdens lachyoga. Vermoed wordt dat dat mogelijk te maken heeft met ademhalings- en ontspanningsoefeningen die onderdeel vormen van een lachtherapiesessie. De auteurs vonden ook een correlatie tussen het effect en de leeftijd van de deelnemers aan de studie: hoe jonger mensen waren, des te nuttiger de lachtherapie bleek te zijn.
Bijwerkingen bleken er ook te zijn, zij het slechts in een van de 45 studies. Drie mensen die deelnamen aan een lachyogagroep meldden dat ze last kregen van hartkloppingen, een droge mond en een gevoel van ademnood.
Omdat het een meta-analyse betreft waarbij 45 zeer heterogene studies van wisselende kwaliteit naast elkaar zijn gelegd is het onmogelijk om specifieke conclusies te trekken voor bepaalde patiëntengroepen. Dat lachen als interventie een heilzaam effect heeft is duidelijk, maar meer ook niet. De auteurs van de studie hopen op verdere gerandomiseerde gecontroleerde studies van hoge kwaliteit, waarin de effecten van de therapeutische lach gedifferentieerd worden getest voor bepaalde toepassingsgebieden en waarin het werkingsmechanisme wordt onderzocht. Wat gebeurt er in de hersenen en in het lichaam als men lacht?
Een andere studie richtte zich met name op de effecten van lachtherapie op de bloeddruk en het hartritme. Volgens de auteurs van die studie suggereren de resultaten van de analyse van de studie dat lachen geassocieerd wordt met een verlaging van de bloeddruk. Longitudinale studies wijzen uit dat de frequentie van het lachen geassocieerd was met een betere cardiovasculaire gezondheid.
Referenties