NTVH - 2019, nummer 3, april 2019
dr. S.N. Duim , M.J.M. de Vreede , dr., ir. D. van de Kerkhof , dr. R.J. Verheul , dr. G.A.E. Ponjee
Dabigatran, een direct-werkende orale anticoagulans, wordt bij een groeiend aantal patiënten voorgeschreven. Idarucizumab is geregistreerd als het antidotum voor dabigatran bij patiënten met toegenomen bloedingsrisico in acute situaties. Hoewel de effectiviteit is aangetoond in prospectieve onderzoeken, is er weinig bekend over de toepassing bij risicopopulaties, zoals patiënten met een verminderde nierfunctie. Aan de hand van een casus van een 74-jarige patiënt met acute nierinsufficiëntie beschrijven wij het ‘rebound’-effect van dabigatran na toediening van idarucizumab. De aanbeveling is om het effect van idarucizumab te monitoren met behulp van een functionele stollingstest.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:131–4)
Lees verderNTVH - 2019, nummer 2, march 2019
dr. M. van Kogelenberg , dr. N. Wietsma , dr. R.M. Schaafsma , dr. J.G.J. Pouwels , prof. dr. A. Brand , drs. L. Porcelijn , dr. J. Slomp
Post-transfusiepurpura (PTP) is een zeldzame maar potentieel levensbedreigende transfusiecomplicatie. Deze immuungemedieerde transfusiereactie manifesteert zich 3–10 dagen na transfusie van trombocyten of trombocyt-antigenen bevattende producten. De klinische omstandigheden waaronder het ziektebeeld PTP zich kan manifesteren zijn vaak complex. HPA-1a-antistoffen zijn de meest frequente oorzaak van PTP, maar ook antistoffen tegen andere trombocytspecifieke antigenen zijn geïdentificeerd. Door de lage frequentie van PTP wordt er zowel in de kliniek als door het klinisch chemisch laboratorium vaak laat aan gedacht. De behandeling bestaat voornamelijk uit het onderdrukken van de immuunrespons. Wij presenteren een casus met de typische complexe kliniek, diagnostiek en behandeling waarmee PTP zich kan presenteren.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:80–6)
Lees verderNTVH - 2019, nummer 1, january 2019
drs. C.F.V. de Leeuw , dr. S. Lugthart
Het syndroom van Sweet, ook wel acute febriele neutrofiele dermatose genoemd, is geassocieerd met hematologische maligniteiten, met name acute myeloïde leukemie. Het is een relatief weinig frequent voorkomend fenomeen met onbekende pathogenese, waarbij patiënten een typisch huidbeeld ontwikkelen met een infiltraat van neutrofielen in de dermis. Patiënten kunnen hierbij ernstig ziek zijn. Een goede behandeling is voorhanden. De gouden standaard is systemische toediening van corticosteroïden. Indien corticosteroïden gecontra-indiceerd zijn, kan kaliumjodide of colchicine worden gegeven. Adequate behandeling resulteert doorgaans in snelle remissie van dit potentieel gevaarlijke syndroom.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:39–43)
Lees verderNTVH - 2018, nummer 7, october 2018
M.C. Möhlmann MSc, dr. K.M.K. de Vooght , dr. K.P.M. van Galen
Het screenen op irregulaire antistoffen in het kader van een bloedtransfusie geeft soms onverwachte resultaten. Aanvullende tests dienen dan onderscheid te maken in de specificiteit van de antistof om de klinische relevantie ervan te bepalen. Wij presenteren een casus waarbij een screening op irregulaire antistoffen lijkt te wijzen op een zeldzame autoantistof tegen kleine e, echter de negatieve autocontrole past daar niet bij.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:354–7)
Lees verderNTVH - 2018, nummer 6, september 2018
drs. L.C. Hamming , drs. C.R. van Rooijen
Een 63-jarige patiënt met in de voorgeschiedenis een allogene stamceltransplantatie, gecompliceerd door chronische graft-versus-hostziekte van de longen en een invasieve pulmonale aspergillose, presenteerde zich wegens ernstige rhabdomyolyse. De oorzaak hiervan was medicatie-interactie tussen ciclosporine, voriconazol en simvastatine. Wij bespreken de mechanismen die deze farmacokinetische interactie veroorzaken, waaronder metabolisatie via CYP3A4. Deze casus benadrukt hoe belangrijk het is dat artsen kennis hebben van farmacokinetiek, vooral bij het voorschrijven aan kwetsbare patiëntengroepen met polyfarmacie, zoals na allogene stamceltransplantatie.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:298–303)
Lees verderNTVH - 2018, nummer 4, june 2018
dr. F.M. Engelaer , dr. L.Th. Vlasveld
Bij myeloproliferatieve neoplasie (MPN) zoals polycythemia vera (PV) wordt vaak een verhoogd vitamine B12 gevonden door verhoogde productie van haptocorrine in de myeloïde cellen. We presenteren een 81-jarige patiënte met hypothyreoïdie en PV bij wie naar aanleiding van gewichtsverlies en algemene achteruitgang door de rapportage van een normale vitamine B12-concentratie een vitamine B12-deficientie door een auto-immuungastritis werd overwogen. Het tekort aan metabool actief vitamine B12 werd bevestigd door een verhoogd serumhomocysteïne en -methylmalonzuur. Atrofische auto-immuungastritis werd vastgesteld bij gastroscopie, histologisch onderzoek van de maagbiopten en het aantonen van antistoffen tegen de pariëtale cellen. Door het betrekken van specifieke patiëntkarakteristieken, in dit geval de aanwezigheid van een myeloproliferatieve ziekte en hypothyreoïdie, werd bij deze patiënte de diagnose pernicieuze anemie gesteld, hoewel een normale vitamine B12-concentratie deze diagnose niet deed vermoeden.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:182–6)
Lees verderNTVH - 2018, nummer 3, april 2018
drs. M.E.H. Koopman , dr. M. van Kruchten , drs. C.L.E. Hazenberg , dr. T. van Meerten , dr. M.R. de Groot , dr. A. Diepstra , dr. C.J. Doorenbos , drs. J.J. Wegman , dr. G. Choi
Trombocytopenie is een klinische bevinding die bijna altijd leidt tot een hematologische consultatie. Wij presenteren twee casus van patiënten met anemie en uitgesproken trombocytopenie, ieder met een werkdiagnose die noopte tot spoedeisende hematologische diagnostiek en empirische behandeling. Aanvullende anamnese, beeldvormend en beenmergonderzoek leidden tot onverwachte diagnosen. De hematoloog speelt een belangrijke rol bij patiënten die zich presenteren met een trombocytopenie, maar dient alert te zijn op diagnosen buiten het eigen subspecialistische aandachtsgebied.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:121–4)
Lees verder