DE KUNST VAN HET KIJKEN

Uw diagnose?

NTVH - jaargang 22, nummer 3, mei 2025

dr. J. Coumou , dr. L. Koens , dr. J. Heijmans

Elke medische behandeling begint met het stellen van de juiste diagnose. Deze diagnose ligt echter niet altijd meteen voor de hand. Zoals bij de volgende casus:

Een 59-jarige man werd overgeplaatst naar ons academisch centrum vanwege een onbegrepen beeld van snel progressief gegeneraliseerd oedeem en lymfadenopathie. Hij had zich aanvankelijk gepresenteerd met koorts en oedeem met in het laboratoriumonderzoek trombocytopenie (43 × 109/l), anemie (Hb 6,9 mmol/l) en nierfunctiestoornis (eGFR 26 ml/min). Er was verder sprake van ascites, pleuraen pericardvocht en het gewicht was in enkele weken 20 kilogram toegenomen.

Wat is uw diagnose?

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2025;22:148–9)

Lees verder

Uw diagnose?

NTVH - jaargang 22, nummer 3, mei 2025

drs. D.P.M.S.M. Maas , drs. E.M. Voorbrood , drs. D. van Ens , dr. W. Hobo , dr. S. van Dorp

Elke medische behandeling begint met het stellen van de juiste diagnose. Deze diagnose ligt echter niet altijd meteen voor de hand. Zoals bij de volgende casus:

Een 37-jarige man werd opgenomen op de afdeling Hematologie voor behandeling met CAR-T-cellen in verband met een Burkitt-lymfoom. Negen maanden eerder presenteerde hij zich met geïsoleerde pathologische lymfadenopathie in de linker axilla. Bij aanvullend onderzoek bleek sprake van een Burkitt-lymfoom, stadium IA, hoog risico op basis van een tumormassa van meer dan 7 cm en een verhoogd LDH (261 U/l). BL-IPI was laag. Er was geen liquorlokalisatie.

Wat is uw diagnose?

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2025;22:150–2)

Lees verder

Uw diagnose?

NTVH - jaargang 22, nummer 2, maart 2025

drs. J.T.T. Scholte , dr. C.M. Woolthuis , dr. A.B. Mulder , dr. K. Meijer

Elke medische behandeling begint met het stellen van de juiste diagnose. Deze diagnose ligt echter niet altijd meteen voor de hand. Zoals bij de volgende casus:

Een 41-jarige vrouw (blanco voorgeschiedenis) presenteerde zich met progressieve malaise, misselijkheid en hematomen. Bij labonderzoek door de huisarts was een diepe trombopenie vastgesteld. Klinisch werd een patiënte gezien met meerdere forse ecchymosen, puntbloedingen in de mond en bloedkorsten op de lippen. Bloedonderzoek toonde Hb 5,5 mmol/l, MCV 85 fL, trombocyten 4 x 109/l, PT 17,8 s, APTT 34 s, fibrinogeen 0,9 g/l, D-dimeer 38,241 μg/l, ADAMTS13-activiteit 108%, kreatinine 64 μmol/l, LDH 922 U/l en haptoglobine 1,6 g/l.

Wat is uw diagnose?

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2025;22:81–3)

Lees verder

Uw diagnose?

NTVH - jaargang 22, nummer 2, maart 2025

apr. M. Swennen , dr. B. Cauwelier , dr. H. Devos , dr. R. Malfait , dr. J. Van Droogenbroeck , dr. J. Emmerechts

Elke medische behandeling begint met het stellen van de juiste diagnose. Deze diagnose ligt echter niet altijd meteen voor de hand. Zoals bij de volgende casus:

Een 81-jarige vrouw meldt zich op de Spoedeisende Hulp vanwege inspanningsgebonden dyspneu. De vrouw is bekend met een lichte keten multipel myeloom waarvoor ze wordt behandeld met bortezomib. Verder worden in de medische voorgeschiedenis geen bijzonderheden gezien. Het klinisch onderzoek brengt geen anomalieën aan het licht. Een echografie van de rechterthorax toont daarentegen een grote hoeveelheid pleuravocht.

Wat is uw diagnose?

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2025;22:84–7)

Lees verder

Uw diagnose?

NTVH - jaargang 22, nummer 1, februari 2025

dr. F.E.M. in 't Hout , dr. K.M. Hebeda

Elke medische behandeling begint met het stellen van de juiste diagnose. Deze diagnose ligt echter niet altijd meteen voor de hand. Zoals bij de volgende casus:

In 2024 leerden wij een 70-jarige vrouw kennen op de polikliniek Hematologie. Zij heeft een uitgebreide voorgeschiedenis die begint in 2005 met een trombus in de arteria mesenterica superior met ischemie en een necrotiserende dunne darm, waarvoor een uitgebreide dunnedarmresectie en hemicolectomie rechts volgde met jejunotransversotomie ‘end-to-side’. Sindsdien gebruikte zij totale parenterale voeding. Daarna volgden verschillende episoden met biliaire pancreatitis, waarvoor in 2011 een cholecystectomie werd verricht. In 2012 is er sprake van een geïnfecteerde Port-a-cath, waarvoor zij antibiotisch werd behandeld. Vanaf 2012 is tevens sprake van een verslechterend bloedbeeld, initieel alleen milde anemie, met later ook trombopenie en vanaf 2015 ook (wisselende) leukopenie. In 2015 is tevens nierinsufficiëntie vastgesteld met verdenking van tubulo-interstitiële nefritis, waarvoor initieel prednison werd gegeven.

Wat is uw diagnose?

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2025;22:41–2)

Lees verder

Uw diagnose?

NTVH - jaargang 22, nummer 1, februari 2025

apr. M. Swennen , dr. B. Cauwelier , dr. H. Devos , dr. J. Van Droogenbroeck , dr. J. Emmerechts

Elke medische behandeling begint met het stellen van de juiste diagnose. Deze diagnose ligt echter niet altijd meteen voor de hand. Zoals bij de volgende casus:

Een 72-jarige man presenteert zich op de polikliniek Hematologie na verwijzing door de huisarts wegens een geïsoleerde, diepe, macrocytaire anemie met discrete lymfopenie, transfusiebehoefte en met verminderde inspanningscapaciteit. Uit de medische voorgeschiedenis worden, behoudens een thymectomie vanwege een thymoom vier maanden eerder, geen bijzonderheden gevonden.

Wat is uw diagnose?

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2025;22:43–5)

Lees verder

Uw diagnose?

NTVH - jaargang 21, nummer 7, oktober 2024

dr. R. van Meijel , dr. W.H.M. Vroemen , prof. dr. ir. M.P.G. Leers

Elke medische behandeling begint met het stellen van de juiste diagnose. Deze diagnose ligt echter niet altijd meteen voor de hand. Zoals bij de volgende casus:

Een 59-jarige mannelijke patiënt werd op de Spoedeisende Hulp gezien in verband met een postrenale nierinsufficiëntie op basis van een ruimte innemend proces ter hoogte van het sigmoïd, met daarbij klachten passend bij algehele malaise. Biochemisch laboratoriumonderzoek liet onder andere een verhoogd LDH (1.286 U/l) en urinezuur (0,61 mmol/l) zien. In het perifeer bloed werd een diepe normocytaire anemie (Hb 3,7 mmol/l, MCV 90 fL) gezien, zonder reticulocytose (77 x 109/l; RPI=0,7) met daarbij erytropenie (1,92 x 1012/l), leukocytose (15,3 x 109/l) en trombocytose (450 x 109/l). In de microscopische differentiatie werd in de rode reeks anisocytose waargenomen zonder specifieke vormafwijkingen, echter in de aanwezigheid van erytroblasten. In de witte reeks werd een linksverschuiving gezien met aanwezigheid van myelocyten.

Wat is uw diagnose?

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2024;21:346–8)

Lees verder