NTVH - 2019, nummer 3, april 2019
dr. T. Grob , dr. M. Jongen-Lavrencic , prof. dr. B. Löwenberg , prof. dr. P.J.M. Valk
Acute myeloïde leukemie (AML) is een heterogene ziekte, hetgeen duidelijk wordt geïllustreerd door het brede scala aan moleculair genetische afwijkingen dat aanwezig kan zijn in de leukemische blast. De huidige risicoclassificatie is vrijwel volledig gebaseerd op (cyto)genetische afwijkingen. Ondanks het feit dat deze risicoclassificatie in de loop der jaren sterk is verbeterd en vrijwel alle AML-patiënten een goede initiële respons laten zien op inductiechemotherapie, blijft het krijgen van een recidief een groot probleem. Moleculaire minimale-restziektedetectie geeft ons meer inzicht in het opkomend recidief leukemie. In de afgelopen decennia zijn onderzoeken naar de toepassing van moleculaire minimale-restziektedetectie bij AML slechts beperkt tot individuele veel voorkomende moleculaire afwijkingen in subtypen van AML. Recente ontwikkelingen in moleculaire technieken maken het nu mogelijk om de meeste voorkomende mutaties bij leukemie te detecteren met één enkele bepaling. Met technieken zoals ‘next generation sequencing’ (NGS) kan hierdoor moleculaire restziektedetectie worden uitgevoerd bij vrijwel iedere AML-patiënt. In dit overzichtsartikel worden de meest recente resultaten van moleculaire minimale-restziektedetectie bij AML samengevat en worden de voordelen en mogelijke nadelen van de nieuwe technologieën beschreven.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:105–12)
Lees verderNTVH - 2019, nummer 3, april 2019
R. van Oorschot MSc, M.G.J.M. van Bergen MSc, dr. B. van der Reijden
De transcriptiefactoren GATA1, GFI1B, RUNX1 en FLI1 spelen een belangrijke rol bij normale megakaryopoëse en het ontstaan van bloedplaatjes. Erfelijke mutaties in deze transcriptiefactoren veroorzaken bloedingsneigingen met overlappende fenotypen. Dit suggereert dat ze een rol spelen in dezelfde moleculaire processen of mogelijk elkaars functie en/of expressie beïnvloeden. Aangezien transcriptiefactoren in belangrijke mate bepalen welke eiwitten in een cel worden gemaakt, kunnen de mutanten worden gebruikt om biologische paden te identificeren die bijdragen aan bloedplaatjesontwikkeling. In dit overzichtsartikel wordt ingegaan op de symptomen en mechanismen van de gevonden mutaties in GATA1, GFI1B, RUNX1 en FLI1 bij individuen met erfelijke bloedingsneigingen.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:113–21)
Lees verderNTVH - 2019, nummer 2, march 2019
J.B. Koedijk , I.H. Koedijk , M.M.P.J. Hoogstraten , dr. I.M. van der Sluis , dr. A.B. Versluys , prof. dr. C.M. Zwaan
In dit artikel worden de meest recente ontwikkelingen van de behandeling van chronische myeloïde leukemie in de chronische fase bij kinderen en adolescenten besproken. Nieuwe gegevens betreffende effectiviteit, bijwerkingen, gebruiksgemak en kosten van de verschillende tyrosinekinaseremmers worden samengevat. Tevens worden de rol van allogene stamceltransplantatie en de mogelijkheid tot het stoppen van tyrosinekinaseremmers besproken.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:54–62)
Lees verderNTVH - 2019, nummer 2, march 2019
dr. M.B. Bierings
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:63)
Lees verderNTVH - 2019, nummer 2, march 2019
drs. E. Dovern , dr. A.E.C. Broers , prof. dr. J.J. Cornelissen
Allogene stamceltransplantatie met navelstrengbloed is de afgelopen drie decennia uitgegroeid tot een belangrijke alternatieve stamcelbron voor volwassen patiënten met ernstige hematologische aandoeningen die een allogene stamceltransplantatie nodig hebben, maar voor wie geen geschikte levende donor kan worden geïdentificeerd. Bij kinderen wordt allogeen navelstrengbloed breder toegepast, bijvoorbeeld bij benigne aandoeningen zoals stofwisselingsziekten. Daar wordt hier verder niet op ingegaan. Dit artikel geeft een overzicht van de voor- en nadelen van het gebruik van navelstrengbloed voor allogene stamceltransplantaties bij volwassenen en factoren die van invloed zijn op de uitkomsten hiervan. Daarnaast wordt ingegaan op de ontwikkeling van dubbele navelstrengbloedtransplantaties, het verschijnsel ‘graft predominance’ en recente klinische studies met ex vivo geëxpandeerde navelstrengbloedproducten. Als laatste worden de klinische resultaten van navelstrengbloedtransplantaties in relatie tot andere allogene stamcelbronnen beschreven.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:64–72)
Lees verderNTVH - 2019, nummer 2, march 2019
dr. R. Fijnheer , prof. dr. J.J. Zwaginga , dr. T. Netelenbos
Trombotische trombocytopenische purpura (TTP) is een levensbedreigende aandoening die leidt tot de vorming van uitgebreide microtrombi. Caplacizumab is een nieuw geneesmiddel en in staat om de vorming van microtrombi bij TTP onmiddellijk te stoppen. Uit twee klinische studies is gebleken dat caplacizumab een veilig en effectief medicament is voor de eerstelijnsbehandeling van TTP.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:73–6)
Lees verderNTVH - 2019, nummer 1, january 2019
dr. M. Jak , dr. R. Oostvogels , prof. dr. M.C. Minnema
Daratumumab, een humaan anti-CD38 monoklonaal antilichaam, laat goede resultaten zien bij patiënten met recidief en refractair multipel myeloom. De eerste intraveneuze toediening duurt ten minste 6,5 uur, een tweede infuus 4 uur en alle daaropvolgende infusies ongeveer 3,5 uur. Dit resulteert in lange behandelingsdagen voor patiënten en een hoge druk op de behandelingscapaciteit van de dagbehandeling. In deze observationele ‘single center’ studie kregen patiënten die al met acht eerdere daratumumab-infusies waren behandeld een versnelde infusietijd van 90 minuten. Er werden geen bijwerkingen waargenomen. We concluderen dat een snelle infusie van daratumumab veilig is voor patiënten met multipel myeloom.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:3–6)
Lees verder