OVERZICHTSARTIKELEN

Goede afspraken zijn dringend nodig voor diagnostiek van CLL

NTVH - 2017, nummer 7, october 2017

prof. dr. A.P. Kater , dr. M. van Gelder

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:325–6)

Lees verder

Identificeren van hoogrisico-CLL-patiënten via analyse van TP53: de meerwaarde van ‘next-generation sequencing’ en SNP-‘array’

NTVH - 2017, nummer 7, october 2017

dr. L.I. Kroeze , dr. M.J. Stevens-Kroef , dr. S.A.J. Croockewit , dr. D. Olde Weghuis , dr. A. Eijkelenboom , dr. P.J.T.A. Groenen

SAMENVATTING

Patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) en TP53-afwijkingen (chromosoom 17p-afwijkingen en/of TP53-mutaties) hebben een zeer ongunstige prognose en lijken meer baat te hebben bij kinaseremmers dan bij eerstelijns(immuun)chemotherapie. Het is daarom van groot belang dat de groep CLL-patiënten met TP53-afwijkingen correct wordt geïdentificeerd. Er zijn verschillende technieken beschikbaar om TP53-afwijkingen te kunnen aantonen. De voor- en nadelen van diverse technieken worden in dit artikel beschreven. Tevens wordt een overzicht gegeven van de TP53-afwijkingen die worden gezien bij CLL-patiënten met behulp van een gevoelige ‘next-generation sequencing’ (NGS)-techniek gecombineerd met SNP-‘array’-technologie.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:327–36)

Lees verder

IJzersuppletie bij anemie: minder is beter!

NTVH - 2017, nummer 7, october 2017

dr. C.T.B.M. van Deursen , dr. M. van Gelder

SAMENVATTING

Sinds jaar en dag bestaat ijzersuppletie bij ferriprieve anemie uit de toediening van driemaal per dag 100-200 mg ferrofumaraat of een vergelijkbaar preparaat. Deze behandeling gaat gepaard met veel bijwerkingen, waardoor de therapietrouw vaak te wensen overlaat. Van de totale hoeveelheid ijzer die op deze wijze wordt ingenomen, wordt slechts een klein deel in de dunne darm geabsorbeerd. Het ijzerregulerende peptide hepcidine speelt hierbij een belangrijke rol. Onderzoeken hebben aangetoond dat een veel lagere dosis ijzer volstaat om toch voldoende ijzer beschikbaar te hebben voor het herstel van anemie en opbouwen van ijzervoorraad. Daarbij gaat het innemen van een lagere dosis ijzer gepaard met significant minder bijwerkingen, hetgeen de therapietrouw ten goede komt. Dit heeft alles te maken met een toename in hepcidine en daardoor afnemende ijzerresorptie bij de inname van hogere doses. Wij bevelen dan ook aan om voor de behandeling van milde ijzergebreksanemie niet meer dan eenmaal daags 60 mg ferrofumaraat in suspensie (∼20 mg elementair ijzer) voor te schrijven.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:337–44)

Lees verder

Angio-oedeem: classificatie, diagnose en behandeling

NTVH - 2017, nummer 6, september 2017

dr. D.M. Cohn , prof. dr. S.S. Zeerleder

SAMENVATTING

Angio-oedeem ontstaat door een tijdelijk toegenomen vaatwandpermeabiliteit als gevolg van vrijgekomen vasoactieve mediatoren, zoals histamine of bradykinine. Wanneer angio-oedeem niet gepaard gaat met urticaria, kan men zeven vormen onderscheiden (vier verworven vormen en drie erfelijke vormen). Verworven angio-oedeem kan worden onderverdeeld in idiopathisch histaminerg angio-oedeem, idiopathisch non-histaminerg, angio-oedeem bij gebruik van angiotensine-converterend-enzymremmers (ACE-remmers) en een verworven C1-esteraseremmerdeficiëntie. Erfelijke vormen zijn hereditaire C1-esteraseremmerdeficiëntie, factor XII-geassocieerd hereditair angio-oedeem en idiopathisch hereditair angio-oedeem. Tot de huidige therapeutische mogelijkheden van bradykinerg angio-oedeem behoren medicijnen die de C1-esteraseremmerconcentratie verhogen (danazol, C1-esteraseremmerconcentraat), remming van plasmine-geïnduceerde factor XII-activatie (tranexaminezuur) en een bradykinine-2-receptorantagonist. Toekomstige therapieën richten zich op remming van andere componenten van de contactactivatieroute en eenvoudigere toedieningsroutes van C1-esteraseremmerconcentraat.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:282–7)

Lees verder

De econoom en de hematoloog: kosten, effecten en verantwoorde toegang tot zorg

NTVH - 2017, nummer 6, september 2017

dr. H.M. Blommestein , prof. dr. C.A. Uyl-de Groot , prof. dr. S. Zweegman

SAMENVATTING

De kosten voor geneeskundige zorg zijn de laatste jaren niet alleen in absolute zin, maar ook ten opzichte van het bruto nationaal product gestegen. Derhalve zijn keuzes in de zorg in toenemende mate noodzakelijk. Zo moeten patiënten bijvoorbeeld regelmatig een afweging maken tussen geneesmiddelen met en zonder eigen betaling, moeten ziekenhuizen of afdelingen bepalen of ze een nieuwe technologie wel of niet kunnen aanschaffen en moet de minister beslissen of een nieuwe behandeling wel of niet kan worden vergoed. Deze keuzes kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de toegang tot geneeskundige zorg. Keuzes zouden om die reden systematisch, op transparante en verantwoorde wijze moeten worden gemaakt. Een economische evaluatie, als onderdeel van een ‘health technology assessment’, kan hierbij helpen door de incrementele kosteneffectiviteitsratio (ICER) te berekenen. Aan de hand van enkele casussen uit de klinische praktijk worden in dit artikel de belangrijkste onderdelen van een economische evaluatie toegelicht. Deze evaluaties helpen keuzes verantwoord en transparant te nemen en dragen hierdoor bij aan een effectieve en kosteneffectieve gezondheidszorg.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:273–81)

Lees verder

FLT3-kinaseremmers bij de behandeling van acute myeloïde leukemie

NTVH - 2017, nummer 6, september 2017

drs. M.L. Donker , prof. dr. G.J. Ossenkoppele

SAMENVATTING

Interne tandemduplicatie (ITD)-mutaties van het FLT3-juxtamembraandomein (FLT3-ITD) zijn een van de meest frequent voorkomende moleculaire afwijkingen bij patiënten met een de novo acute myeloïde leukemie (AML) en zijn geassocieerd met een zeer slechte prognose. Diverse FLT3-remmers zijn onderzocht in klinische studies, waaronder sunitinib, tandutinib, sorafenib, midostaurin, lestaurtinib, en de nieuwere FLT3-remmers quizartinib, crenolanib en gilteritinib. Monotherapie met niet-selectieve FLT3-remmers liet voorbijgaande responsen zien; echter in combinatie met chemotherapie of hypomethylerende therapie worden er, indien adequate FLT3-remming wordt bereikt, veelbelovende resultaten beschreven. Selectievere FLT3-remmers zijn mogelijk krachtiger en hebben ook de potentie actief te zijn als er resistentie is opgetreden, met daarnaast minder ‘off-target’-effecten. Onderhoudsbehandeling na een allogene stamceltransplantatie lijkt veelbelovend.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:266–72)

Lees verder

Eerste evaluatie decentrale afspraken over pomalidomide. Duur en decentraal: quo vadis?

NTVH - 2017, nummer 6, september 2017

prof. dr. N.M.A. Blijlevens , dr. G. van den Boom , dr. L. Timmers , prof. dr. J.J. Cornelissen

SAMENVATTING

Ruim één jaar na het sluiten van een decentraal gemaakte landelijke afspraak tussen behandelaars, zorgverzekeraars en de fabrikant van pomalidomide voor multipel myeloom laat zien dat hematologen richtlijnconform voorschrijven, dat monitoring door het IKNL mogelijk is gedurende het behandeljaar en dat een eerste stap is gezet in een duurzame inrichting van gepast gebruik.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:260–4)

Lees verder