NTVH - , nummer ,
dr. J.M. Schuurhuis , dr. L.F.R. Span , dr. M.A. Stokman , prof. dr. A.J. van Winkelhoff , prof. dr. A. Vissink , prof. dr. F.K.L. Spijkervet
Deze prospectieve studie beschrijft het effect van het onbehandeld laten van chronische orale foci op het ontwikkelen van infectieuze complicaties bij hematologiepatiënten die worden behandeld met hoge dosis chemotherapie. In deze studie werden 63 patiënten die met hoge dosis chemotherapie werden behandeld geïncludeerd (28 leukemiepatiënten en 35 patiënten met autologe stamceltransplantatie (ASCT)). Voorafgaand aan de chemotherapie of ASCT werden acute orale foci verwijderd (foci met symptomen als orale pijn, zwelling van orale weefsels, pusafvloed gerelateerd aan gebitselementen), terwijl chronische orale foci (foci die de afgelopen drie maanden klachtenvrij waren) onbehandeld bleven. Acute orale foci werden bij twee leukemie- (7%) en twee ASCT-patiënten (6%) gezien, chronische orale foci bij 24 leukemie- (86%) en 22 ASCT-patiënten (63%). Positieve bloedkweken met micro-organismen die afkomstig zouden kunnen zijn uit de mondholte werden bij zeven patiënten gevonden. Bij geen van deze patiënten werden de gevonden micro-organismen echter in kweken van de mond- en keelholte gevonden. Bovendien leidden positieve bloedkweken niet tot infectieuze complicaties. De uitkomst van deze prospectieve studie steunt de hypothese dat chronische orale foci in deze patiëntengroepen niet hoeven te worden behandeld voorafgaand aan de behandeling met hoge doses chemotherapie.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:125–32)
Lees verderNTVH - , nummer ,
drs. C.A. Goense , dr. R.W. Lieshout-Krikke
De bloedveiligheid in Nederland is met de huidige maatregelen van Sanquin op een zeer hoog niveau. Het blijven voldoen aan de hoge eis van bloedveiligheid vraagt een voortdurende dynamiek in het opsporen van nieuwe bedreigingen, lokaal of in het buitenland, zoals uitbraken van zoönosen (Q-koorts en hepatitis E) en vectorgebonden infectieziekten (West-Nijlkoorts en Zika). Door alle bloedveiligheids-maatregelen is er slechts een klein restrisico dat infecties via bloedproducten worden overgedragen. Bij het toedienen van een bloedproduct is het van belang om te weten wat de risico’s zijn voor de over-dracht van een infectieziekte. De aspecten van opdoemende bloedoverdraagbare infecties worden aan de hand van enkele uitbraken toegelicht.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:133–9)
Lees verderNTVH - 2017, nummer 2, march 2017
dr. A.G. Dinmohamed , prof. dr. P.C. Huijgens , dr. M. Brink , dr. W.E.F.M. Posthuma , prof. dr. C.A. Uyl-de Groot , prof. dr. N.M.A. Blijlevens , prof. dr. J.J. Cornelissen , dr. O. Visser
In de hemato-oncologie is het verzamelen van kennis over incidentie, diagnostiek, inzet en uitvoering van behandeling, alsmede over de behandelresultaten van belang voor kankersurveillance, toetsen van richtlijnen, evaluatie van nieuwe geneesmiddelen en strategieën, én voor de inschatting van kosteneffectiviteit. Sinds 2009 is ervaring opgedaan met het verzamelen van dergelijke gegevens binnen de zogeheten PHAROS-registratie (‘Population-based HAematological Registry for Observational Studies’). Deze registratie was een uitbreiding van de landelijk dekkende Nederlandse Kankerregistratie (NKR) voor hematologische maligniteiten. Het doel van de PHAROS-registratie was gericht op het in kaart brengen van de geleverde hemato-oncologische zorg ter bevordering van de kwaliteit en doelmatigheid van deze zorg in Nederland. Voor deze registratie werden in vier regio’s (Noorden Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant), als aanvulling op de NKR, additionele gegevens verzameld over diagnostiek en behandeling van de meest belangrijke hematologische maligniteiten. De PHAROS-registratie vormde hiermee de basis voor het landelijk dekkende hemato-oncologieregister binnen de NKR. In samenwerking met diverse HOVON-werkgroepen is voor alle hematologische maligniteiten een aanvullende itemset vastgesteld aan de hand waarvan (met volledig landelijke dekking) specifieke gegevens over diagnostiek en behandeling worden verzameld vanaf diagnosedatum 1 januari 2014. Het hemato-oncologieregister van de NKR kan door het leveren van wetenschappelijke output blijvend bijdragen aan de discussie over en verbetering van de kwaliteit van de hemato-oncologische zorg in Nederland.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:55–63)
Lees verderNTVH - 2017, nummer 2, march 2017
dr. E.J. van Beers , prof. dr. S.S. Zeerleder , dr. V.M.J. Novotny , dr. R. van Zwieten , prof. dr. B.J. Biemond , prof. dr. R.E.G. Schutgens , dr. R. van Wijk
Recentelijk zijn de therapeutische mogelijkheden voor patiënten met zeldzame hemolytische anemie enorm toegenomen. Het belang van een juiste diagnose wordt dus steeds groter. In dit overzichtsartikel geven we met behulp van een stroomschema handvatten voor de diagnostiek naar de diverse oorzaken van hemolyse.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:64–74)
Lees verderNTVH - 2017, nummer 2, march 2017
prof. dr. F.W.G. Leebeek
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:75–6)
Lees verderNTVH - 2017, nummer 2, march 2017
dr. S.J. Schep , prof. dr. H.J.C. Eikenboom , prof. dr. R.E.G. Schutgens
Hemofilie A is een ernstige erfelijke bloedingsziekte die zich kenmerkt door een tekort aan factor VIII. De ziekte kent een lange geschiedenis, waarbij ook de behandeling vele ontwikkelingen heeft doorgemaakt en hemofilie van een dodelijke ziekte is veranderd in een goed te behandelen chronische aandoening. Hierbij vormt de profylactische dan wel therapeutische suppletie van factor VIII al jarenlang de hoeksteen van de behandeling. Aan deze behandeling kleeft echter een aantal belangrijke nadelen, zoals de noodzaak van frequente intraveneuze injecties en het risico op het ontwikkelen van antistoffen tegen factor VIII (ook genoemd ‘remmers’), wat optreedt bij ongeveer 30% van de patiënten met ernstige hemofilie A. In tegenstelling tot afgelopen decennia, waarin de mogelijkheden voor behandeling weinig zijn veranderd, zijn de ontwikkelingen op therapeutisch gebied de laatste paar jaar juist in een stroomversnelling gekomen. De komst van de zogenoemde nieuwe ‘designerdrugs’ vormen daarbij een belangrijke doorbraak in het arsenaal voor de behandeling van hemofilie A. Deze medicijnen hebben een ander aangrijpingspunt dan de traditionele suppletie van factor VIII en kunnen zo een oplossing bieden voor bovengenoemde problemen. Het gaat hierbij om twee middelen die de balans tussen bloeding en trombose herstellen, namelijk anti-TFPI (‘tissue factor pathway inhibitor’) en antitrombine RNAi (RNA-interferentie), en de bispecifieke antistof ACE910, die de werking van factor VIII nabootst. Voordelen van al deze middelen zijn dat ze een lange halfwaardetijd hebben, subcutaan kunnen worden toegediend en ook effectief zijn bij de aanwezigheid van remmers. Dit artikel biedt een overzicht van de stand van zaken van deze nieuwe ‘designerdrugs’.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:77–86)
Lees verderNTVH - 2017, nummer 1, january 2017
dr. J.K. Doorduijn
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:13–4)
Lees verder