OVERZICHTSARTIKELEN

Immuuntherapie voor acute myeloïde leukemie

NTVH - 2014, nummer 3, april 2014

dr. M.D. Hazenberg

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:89–90)

Lees verder

Actieve immuuntherapie bij acute myeloïde leukemie

NTVH - 2014, nummer 3, april 2014

drs. J.M. Ruben , drs. W. van den Ancker , dr. T.M. Westers , prof. dr. G.J. Ossenkoppele , prof. dr. T.D. de Gruijl , prof. dr. A.A. van de Loosdrecht

Samenvatting

Therapeutische vaccinatie met dendritische cellen (DC) is een veelbelovende experimentele therapie voor de behandeling van minimale residuale ziekte en kan mogelijk een recidief bij acute myeloïde leukemie (AML) voorkomen. Verschillende bronnen van leukemie-geassocieerde antigenen en verschillende methoden voor het beladen van antigenen op DC zijn onderzocht en enkele getest in een klinische setting. Tot op heden is het echter onduidelijk welke methode het meest optimaal is voor het bereiden van een vaccin. Dit overzichtsartikel beschrijft de verschillende typen geteste DC-vaccins en hoe deze vaccins mogelijk effectiever kunnen worden gemaakt voor de behandeling van AML.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:91–9)

Lees verder

Vaccinatie met hematopoësespecifieke ‘minor’ histocompatibiliteitsantigenen bij de behandeling van hematologische maligniteiten na allogene stamceltransplantatie

NTVH - 2014, nummer 3, april 2014

dr. R. Oostvogels , prof. dr. M.C. Minnema , dr. T. Mutis , prof. dr. H.M. Lokhorst

Samenvatting

Allogene stamceltransplantatie en donorlymfocyteninfusie zijn effectieve behandelingen voor verschillende hematologische maligniteiten. Het therapeutische effect berust voornamelijk op een immuunrespons van donor-T-cellen gericht op de resterende tumorcellen, het graft-versustumoreffect. Hierbij spelen verschillen in de expressie van ‘minor’ histocompatibiliteitsantigenen op de lichaamscellen van patiënt en donor een cruciale rol. Om met immuuntherapie de graft-versus-tumorrespons effectiever te maken zonder graft-versus-hostziekte te veroorzaken, maken we gebruik van ‘minor’ histocompatibiliteitsantigenen die enkel op de (maligne) bloedcellen voorkomen en niet op andere lichaamscellen. Door antigeenpresenterende cellen te beladen met deze peptiden en aan de patiënt toe te dienen gelijktijdig met een donorlymfocyteninfusie, proberen we het effect van de donorlymfocyten specifieker op de bloed- en tumorcellen te richten en zo de antitumorrespons te versterken. Op dit moment wordt in 2 klinische studies de toepassing van peptide-beladen dendritischecelvaccinaties in combinatie met donorlymfocyteninfusie bij patiënten met verschillende hematologische maligniteiten getest.

(NED TIJDSCHR HEAMTOL 2014;11:100–8)

Lees verder

Hemoglobinopathie in Nederland: een exoot op klompen

NTVH - 2014, nummer 2, march 2014

dr. C.L. Harteveld

Samenvatting

Hemoglobinopathieën (HbP) zijn in de laatste 30 jaar in Nederland toegenomen door immigratie. De meeste dragers behoren tot de populaties afkomstig uit malariagebieden waar door eeuwenlange selectie door malaria tropica de frequentie aan mutaties die HbP veroorzaken hoog is. Toch komen thalassemie en hemoglobine (Hb)- varianten ook van nature in relatief lage frequentie voor bij zogenoemde autochtone Nederlanders. Enerzijds door verre voorouders afkomstig uit HbP-gebieden, anderzijds door spontane mutaties. Dit artikel beschrijft het voorkomen van HbP in de Nederlandse multi-etnische samenleving en geeft een overzicht van de verschillende mutaties en deleties die bij autochtone Nederlanders thalassemie of Hb-varianten veroorzaken.

Dragerschap van HbP bij autochtone Nederlanders is zeldzaam, maar kan worden verwacht op basis van een persisterende microcytair hypochrome anemie, niet reagerend op ijzersuppletie. Daarnaast dient het aanbeveling bij een bewezen drager van HbP met een kinderwens de partner te laten controleren op HbP-dragerschap, afgezien of de partner uit een hoog- of laagrisicogroep voor HbP-dragerschap komt. Daarvoor is een eenvoudig hemocytometrische analyse en scheiding van de hemoglobinefracties door middel van bijvoorbeeld ‘high performance liquid chromatography’ of Hb-elektroforese vaak voldoende. De multi-etnische samenleving vraagt om aandacht voor de genetische risico’s voor echtparen waarbij beiden drager zijn van HbP. Daarbij hoort het opsporen van risicoparen om toekomstige ouders tijdig een reproductieve keuze te bieden en indien gewenst prenatale diagnostiek.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:44–54)

Lees verder

Nieuwe kinaseremmers bij chronische lymfatische leukemie verbreken de interactie met het micromilieu

NTVH - 2014, nummer 2, march 2014

dr. I. de Weerdt , dr. E.F. Eldering , prof. dr. M.H.J. van Oers , prof. dr. A.P. Kater

Samenvatting

In de afgelopen jaren is de kennis over de pathofysiologie van chronische lymfatische leukemie (CLL) sterk toegenomen. Waar in de afgelopen jaren bij verschillende lymfomen mutaties zijn ontdekt die signaleringspaden binnen de cel verstoren, lijken de signaleringspaden bij CLL over het algemeen intact. Activatie van deze paden vindt bij CLL plaats door externe factoren vanuit het micromilieu. Het micromilieu vormt een complex netwerk dat verscheidene stimuli aan CLL-cellen verschaft en is met name gelokaliseerd in secundaire lymfoïde weefsels. Stimulatie van de B-celreceptor, interacties met T-cellen en zogeheten ‘nurse-like’-cellen behoren tot de belangrijkste componenten van het micromilieu. Deze nieuwe inzichten hebben geresulteerd in de ontwikkeling van signaaltransductieremmers waardoor de interactie van CLL met het micromilieu wordt verstoord. De verwachting is dat deze middelen de behandeling van CLL drastisch gaan veranderen. In dit overzichtsartikel zal de rol van signaleringspaden in de pathofysiologie van CLL worden toegelicht.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:55–62)

Lees verder

De waarde van geriatrische assessments bij oudere patiënten met een hematologische maligniteit

NTVH - 2014, nummer 1, january 2014

dr. M.E. Hamaker

Samenvatting

Deze review geeft een overzicht van de huidige kennis over het gebruik van geriatrische assessments binnen de hemato-oncologie. Deze assessments zijn sensitiever in het bepalen van de gezondheidstoestand van een oudere patiënt dan ‘performance status’ of leeftijd en brengen problemen aan het licht die als aanknopingspunt kunnen dienen voor het verbeteren van kwaliteit van leven of de uitgangspositie van een patiënt voorafgaand aan een behandeling. Er blijkt echter ook nog veel onbekend te zijn, waarvoor dringend meer onderzoek nodig is.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:3–8)

Lees verder

Biologische leeftijd meer dan chronologische leeftijd? De rol van biomarkers

NTVH - 2014, nummer 1, january 2014

drs. M.S. Slee-Valentijn , dr. A.B. Maier

Samenvatting

Er is een prognostisch model nodig om voor een individuele oudere patiënt de haalbaarheid van een hematologische behandeling te bepalen alvorens met die behandeling wordt begonnen. Het huidig gehanteerde geriatrische assessment is een methode om de patiënt uitgebreid in kaart te brengen, maar is grotendeels gebaseerd op subjectieve uitkomstmaten. Dit artikel beschrijft toekomstige mogelijkheden voor het bepalen van objectieve biologische markers. Aan de hand van deze markers kan een uitspraak worden gedaan over de biologische leeftijd van de oudere patiënt. Deze biomarkers van veroudering kunnen potentieel van invloed zijn op behandelbeslissingen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:9–12)

Lees verder