NTVH - 2021, nummer Special, july 2021
dr. A.M. Dekker , drs. D. Vrouwenvelder
Immuun trombocytopenie (ITP) is een ziekte die wordt gekenmerkt door trombocytopenie vanwege een auto-immuunreactie tegen bloedplaatjesantigenen.1 Secundaire ITP komt vaak voor na virale infecties en vertegenwoordigt 18–20% van alle volwassen ITP-gevallen.2 Zo kan het ook een belangrijke complicatie zijn van COVID-19.3 In dit artikel worden de pathogenese, klinische kenmerken en behandeling van COVID-19-geïnduceerde ITP besproken.
Lees verderNTVH - 2021, nummer Special, july 2021
Dr. R. van der Voort , dr. W. Nanhoe
Ondanks de therapeutische ontwikkelingen, blijft multipel myeloom een ongeneeslijke aandoening, waardoor er een behoefte is aan aanvullende opties. Recentelijk klinisch onderzoek heeft ook bij zwaar voorbehandelde patiënten in een aantal therapieën geresulteerd, zoals belantamab mafodotin, bispecifieke antilichamen en selinexor, die nieuw perspectief bieden met betrekking tot de algehele en progressievrije overleving van patiënten met recidief/refractair multipel myeloom.
Lees verderNTVH - 2021, nummer Special, july 2021
dr. W. Nanhoe
Onlangs zijn er internationale richtlijnen gepubliceerd door de European Society for Medical Oncology (ESMO) en de International Myeloma Working Group (IMWG) met wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen voor de behandeling van recidief en/of refractair multipel myeloom (RRMM).1,2 Desondanks vormt in de dagelijkse klinische praktijk elke RRMM-patiënt weer een nieuwe uitdaging vanwege de individuele omstandigheden van de betreffende patiënt. Tijdens het derde ESH-symposium ‘How to diagnose and treat multiple myeloma’ in april 2021 werd een door Sanofi georganiseerde sessie besteed aan de inzet van nieuwe regimes gebaseerd op monoklonale antilichamen bij RRMM. In deze sessie lichtte prof. dr. Philippe Moreau (University Hospital Nantes, Frankrijk) de behandelopties bij lenalidomide-refractaire patiënten toe, prof. dr. Kwee Yong (University College London, Verenigd Koninkrijk) ging verder in op de rol van minimale residuale ziekte en prof. dr. Sonja Zweegman (Amsterdam UMC) besprak de behandeling van kwetsbare patiënten.
Lees verderNTVH - 2021, nummer Special, july 2021
Drs. P. van Rijn , dr. W. Nanhoe
Dit jaar is door HOVON een nieuwe richtlijn voor de behandeling van multipel myeloom uitgebracht. Prof. dr. Sonja Zweegman is hematoloog in het Amsterdam UMC en was als vice-voorzitter van de HOVON Myeloom Werkgroep betrokken bij de opstelling van deze richtlijn. Zij bespreekt de belangrijkste overwegingen en wijzigingen voor de dagelijkse praktijk ten opzichte van de eerdere versie van de richtlijn.
Lees verderNTVH - 2021, nummer Special, july 2021
W. van Altena , drs. D. Vrouwenvelder
Isala ziekenhuis in Zwolle zet in op waardegedreven zorgtrajecten. Met deze strategie willen zorgverleners hun patiënten zo goed mogelijk helpen en begeleiden, maar tegelijkertijd de patiënt zo veel mogelijk zelf de regie laten houden. Een van de middelen die Isala gebruikt is de e-coach voor multipel myeloompatiënten. Deze app ondersteunt patiënten en zorgverleners en geeft de patiënt meer regie over zijn ziekte. Apotheker Job Eijsink en internist-hematoloog Paul Geerts uit het Isala ziekenhuis vertellen over de meerwaarde van deze app.
Lees verderNTVH - 2021, nummer Special, july 2021
Drs. P. van Rijn , dr. W. Nanhoe
De meeste patiënten met acute myeloïde leukemie (AML) overlijden als gevolg van ziekteprogressie na een recidief door klonale evolutie op cytogenetisch niveau.1,2 Dat maakt genetische profilering niet alleen essentieel bij het stellen van nieuwe diagnoses, maar ook bij recidiverende of refractaire (R/R) AML. Secundaire resistentie van leukemiecellen ontstaat door de vorming van secundaire mutaties in hetzelfde gen, mutaties in andere genen en/of nieuwe veranderingen in signaalroutes.3–8
Lees verderNTVH - 2021, nummer Special, july 2021
Drs. P. van Rijn
De toegenomen genetische inzichten en de snelle ontwikkeling van doelgerichte geneesmiddelen hebben het therapeutisch veld van acute myeloïde leukemie (AML) in een stroomversnelling gebracht. De opsporing van specifieke genmutaties bij AML geeft voeding aan nieuwe therapeutische mogelijkheden en precisiegeneeskunde. Verwacht wordt dat hierdoor ook de relatief achtergebleven therapeutische mogelijkheden en de aandacht voor de zorg voor (kwetsbare) ouderen zullen verbeteren. Oudere, niet-fitte AML-patiënten en patiënten met recidiverende of refractaire AML zijn patiëntengroepen met een relatief slechte prognose. Daartoe is de aandacht gevestigd op de recente goedkeuring van vier nieuwe geneesmiddelen (venetoclax, daunorubicine/ cytarabine, gemtuzumab ozogamicine en glasdegib), die minder toxisch zijn dan intensieve chemotherapie en in combinatie met een minder intensieve behandeling met lage dosis cytarabine of hypomethylerende middelen tot gunstige klinische uitkomsten leiden.
Lees verder