Special

DE PLAATS VAN BTK-REMMERS IN HET BEHANDELLANDSCHAP VAN CLL

NTVH - 2023, nummer Special, juni 2023

Wandana Nanhoe

Voorheen bestonden de behandelopties voor chronische lymfatische leukemie (CLL) uit verschillende combinaties van chemoimmunotherapie met anti-CD20 gerichte monoklonale antilichamen.1 De komst van remmers van Bruton’s tyrosinekinase (BTK) betekende een revolutie voor de behandeling van CLL.2 BTK is een kinase uit de TEC-familie, die tot expressie komt in B-cellen, myeloïde cellen, mestcellen en bloedplaatjes. Het speelt een belangrijke rol in B-celreceptorsignalering, dat verantwoordelijk is voor proliferatie en overleving van maligne B-cellen. Irreversibele remming van BTK werd aangegrepen als waardevol klinisch doelwit voor de behandeling van B-celmaligniteiten door de eerstegeneratie BTK-remmer ibrutinib. Vergeleken met chemoimmuuntherapie liet ibrutinib een verbeterde progressievrije overleving zien.3–6 Echter bracht BTK-remming ook een ander specifiek bijwerkingenprofiel met zich mee.7,8 BTK-remmers worden steeds vaker ingezet voor de behandeling van B-celmaligniteiten en inmiddels is deze therapie niet meer weg te denken als behan-deloptie. Er is veel geïnvesteerd in het doorontwikkelen van BTK-remmers. Bij de ontwikkeling van de tweedegeneratie BTK-remmer acalabrutinib lag de nadruk op het verbeteren van de selectiviteit voor BTK, met zo min mogelijk off-target effecten, om zo potentieel het bijwerkingenprofiel te verbeteren.9,10

Lees verder

SIGNIFICANTE VERBETERING VAN ORR EN PFS MET ZANUBRUTINIB VERSUS IBRUTINIB BIJ R/R CLL/SLL

NTVH - 2023, nummer Special, juni 2023

Wandana Nanhoe

Patiënten met chronisch lymfatische leukemie (CLL) of kleincellig lymfocytair lymfoom (‘small lymphocytic lymphoma’, SLL) hebben vaak te maken met opeenvolgende recidieven. Alhoewel de eerstegeneratie remmer van Bruton’s tyrosinekinase (BTK) ibrutinib behoort tot de standaard behandelopties, kunnen de bekende bijwerkingen (zoals atriumfibrilleren en -flutter) het gebruik van ibrutinib in de weg staan.1–3 Zanubrutinib is een volgende generatie BTK-remmer met een hogere kinaseselectiviteit. In de gerandomiseerde fase III-studie ALPINE werd zanubrutinib ‘head-to-head’ vergeleken met ibrutinib voor de behandeling van recidief/refractair (R/R) CLL/SLL.4 Bij een tussentijdse responsanalyse liet zanubrutinib al een groter algeheel responspercentage (‘overall response rate’, ORR) zien ten opzichte van ibrutinib.5 Begin van dit jaar zijn de finale resultaten van deze studie gepubliceerd.6

Lees verder

TOEVOEGING VAN GEMTUZUMAB OZOGAMICINE AAN INTENSIEVE CHEMOTHERAPIE BIJ NPM1-GEMUTEERDE ACUTE MYELOÏDE LEUKEMIE

NTVH - 2023, nummer Special, juni 2023

Dr. Niels Elbert

NPM1-gemuteerde acute myeloïde leukemie (AML) is gerelateerd aan een hoge mate van CD33-expressie en een intermediair cytogenetisch risico. Eerder liet een subgroepanalyse van gegevens uit de ALFA-0701-studie zien dat behandeling met het antilichaam-geneesmiddelconjugaat gemtuzumab ozogamicine een gunstig effect heeft bij patiënten met NPM1-gemuteerde AML, maar het aantal patiënten was te klein om harde conclusies te trekken. AMLSG 09-09 is de eerste gerandomiseerde studie die specifiek is uitgevoerd bij patiënten met NPM1-gemuteerde AML. Onlangs werden de definitieve resultaten van deze multicentrische, gerandomiseerde ‘open-label’-fase III-studie gepubliceerd in The Lancet Haematology.

Lees verder

GUNSTIGE LANGETERMIJNUITKOMSTEN NA RESPONSAFHANKELIJKE DOSISREDUCTIE VAN PONATINIB BIJ CP-CML

NTVH - 2023, nummer Special, juni 2023

Marjolein Haakman-Groot , drs. Peter van Rijn

Bij patiënten met chronische myeloïde leukemie in de chronische fase (‘chronic-phase chronic myeloid leukemia’, CP-CML) die resistentie ontwikkelen tegen een 2e generatie tyrosinekinaseremmer (‘tyrosine kinase inhibitor’, TKI), wordt de overstap naar een 3e generatie TKI geadviseerd. Daarbij ligt een uitdaging in het bepalen van een optimale toediening met het oog op de gewenste respons en de te vermijden toxiciteit. Een recent bijgewerkte analyse van 3-jaars resultaten van de fase II-studie OPTIC laat zien dat met een nieuw doseringsschema voor ponatinib een optimale baten-risicoverhouding wordt bereikt. Dit schema start met een dosering van 45 mg ponatinib per dag gevolgd door een dosisverlaging naar 15 mg per dag na het bereiken van een BRC-ABL ≤1%-respons.

Lees verder

EDITOR’S PICK: CHRONISCHE MYELOMONOCYTISCHE LEUKEMIE

NTVH - 2023, nummer Special, juni 2023

Drs. Diede Smeets

Deze editie gaat over chronische myelomonocytische leukemie en kwam tot stand met medewerking van dr. Maarten Corsten, hematoloog bij Meander MC. Artikelen over onder andere diagnostisering middels een monocyten-assay, prognose, classificatie, behandeling met decitabine, allogene stamceltransplantatie en venetoclax komen aan bod.

Lees verder

OPTIMALE DOSERING VAN RUXOLITINIB BIJ PATIËNTEN MET EEN MYELOPROLIFERATIEVE NEOPLASIE

NTVH - 2023, nummer Special, juni 2023

drs. Peter van Rijn

Ruxolitinib (Jakavi®) is o.a. geïndiceerd voor de behandeling van aan de ziekte gerelateerde splenomegalie of symptomen bij volwassen patiënten met primaire myelofibrose en voor de behandeling van volwassen patiënten met polycythemia vera die resistent zijn tegen hydroxycarbamide of die dit middel niet verdragen.1 Dit zijn aandoeningen die behoren tot de groep van Philadelphia chromosoom-negatieve myeloproliferatieve neoplasieën (MPN). De dosering van ruxolitinib vraagt met name bij MF om een grote mate van zorgvuldigheid. Dosisaanpassing dient plaats te vinden op geleide van de werkzaamheid en de veiligheid, waarbij vooral het ontstaan van behandelingsgerelateerde cytopenieën dient te worden beperkt. Dr. Moniek de Witte (hematoloog, UMC Utrecht) deelt haar inzichten in de behandeling met ruxolitinib bij MF en PV.

Lees verder

EDITOR’S PICK: ACUTE LYMFATISCHE LEUKEMIE

NTVH - 2023, nummer Special, juni 2023

Drs. Diede Smeets

Deze editie gaat over acute lymfatische leukemie en kwam tot stand met medewerking van dr. Anita Rijneveld (internist-hematoloog, Erasmus MC, Rotterdam). Artikelen over onder andere CAR-T-celtherapie, behandeling met blinatumomab en inotuzumab ozogamicine komen aan bod.

Lees verder