NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022
Drs. P. van Rijn
Meetbare restziekte (‘measurable residual disease’, MRD), voorheen minimale restziekte genoemd, wordt gebruikt als belangrijke biomarker voor de beoordeling van de prognose en werkzaamheid en voor monitoring van patiënten met acute myeloïde leukemie (AML). Beoordeling van MRD bij AML is gecompliceerd, maar klinisch zeer relevant. Bij AML-patiënten is de aanwezigheid van MRD, zowel na intensieve chemotherapie als niet-intensieve inductietherapie, geassocieerd met slechte uitkomsten.1-5 MRD-monitoring kan waardevol zijn bij de keuze van behandeling, vaststelling van vroegtijdig recidief en als surrogaat eindpunt in klinische studies om de ontwikkeling van nieuwe behandelregimes te versnellen. De MRD-werkgroep van het European LeukemiaNet (ELN) heeft afgelopen jaar de MRD-aanbeveling uit 2018 herzien vanwege belangrijke nieuwe ontwikkelingen op dit gebied.6 Dr. Peter Valk, moleculair bioloog in het Erasmus MC, werd gevraagd naar de impact van de herziene ELN-consensus op de diagnostiek en klinische praktijk van MRD.
Lees verderNTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022
Dr. J. Beekwilder
Patiënten met chronische myeloïde leukemie kunnen levenslang behandeld worden waardoor hun levensverwachting nauwelijks lager is dan die van de algemene bevolking. Maar levenslang behandelen is niet ideaal, niet vanuit het patiëntperspectief en niet vanuit maatschappelijk-economisch perspectief. Een deel van de patiënten kan stoppen. De vraag is hoe, wanneer, en bij wie er gestopt kan worden.
Lees verderNTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022
dr. M. Dooper
Een deel van de patiënten met folliculair lymfoom of marginale zone lymfoom is wegens leeftijd en/of comorbiditeiten niet in staat een behandeling met (immuun)chemotherapie te ondergaan. Voor deze patiënten zijn de afgelopen jaren diverse opties voor een chemotherapievrije behandeling beschikbaar gekomen, zowel als eerstelijns-, tweedelijns- en onderhoudsbehandeling.
Lees verderNTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022
Dr. J. Beekwilder
Betibeglogene autotemcel (beti-cel) is in Europa geregistreerd voor de behandeling van patiënten met bèta-thalassemie van 12 jaar en ouder, die afhankelijk zijn van bloedtransfusies, een bepaalde genetische afwijking hebben (geen β0/β0-genotype) en voor wie geen donor beschikbaar is voor stamceltransplantatie. Deze eenmalige gentherapie wordt momenteel echter niet vergoed. De fabrikant van beti-cel heeft de aanvraag voor vergoeding van de behandeling zelfs ingetrokken. Zitten er nog meer gentherapieën in de pijplijn? Wat is de stand van zaken rondom gentherapie bij patiënten met bèta-thalassemie?
Lees verderNTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022
dr. M. Dooper
De resultaten van de behandeling van acute lymfatische leukemie (ALL) bij kinderen zijn de afgelopen decennia sterk verbeterd als gevolg van nieuwe behandelopties en een betere organisatie van de zorg voor deze kinderen. Bij een deel van de kinderen keert de ziekte echter terug, waarna de prognose ongunstig is. Nieuwe, doelgerichte vormen van therapie zoals bispecifieke T-cel ‘engagers’ (BiTEs) en ‘antibody-drug conjugates’ (ADC’s) kunnen hier verbetering in brengen.
Lees verderNTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022
Dr. J. Beekwilder
Een behandeling met een vaste behandelduur is vaak te verkiezen boven behandelingen die doorgaan voor onbepaalde tijd. Chemo-immunotherapie is in opzet een behandeling van vaste duur. Inmiddels zijn er voor de behandeling van chronische lymfatische leukemie in de eerste lijn meerdere combinaties met doelgerichte geneesmiddelen die ook een beperkt aantal kuren kennen.
Lees verderNTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022
Dr. J.P. Beekwilder
Het is niet ongewoon om een patiënt met chronische myeloïde leukemie in de chronische fase (CP-CML), die een eerdere tyrosinekinaseremmer (‘tyrosine kinase inhibitor’, TKI) heeft gebruikt, te treffen met een hoog BCR-ABL-niveau. Wanneer is het juiste moment om een CP-CML-patiënt over te zetten op een volgende behandeling? En welke behandeling moet dat dan zijn?
Lees verder