TRENDS IN TRIALS

HOVON 110: ReBeL-studie: een gerandomiseerde fase I/II-studie naar de effectiviteit en veiligheid van behandeling met lenalidomide en rituximab, met of zonder bendamustine, bij volwassen patiënten met recidief folliculair lymfoom

NTVH - 2012, nummer 2, march 2012

prof. dr. M.J. Kersten , dr. J.K. Doorduijn , prof. dr. D. de Jong , dr. J.M. Zijlstra , drs. W. Ghidey , M. Spiering , M. Steijaert , I. Meulendijks , prof. dr. A. Hagenbeek

Samenvatting

Hoewel de overleving van patiënten met folliculair lymfoom de laatste jaren aanzienlijk is verbeterd, zijn er tot op heden geen curatieve mogelijkheden. De standaardbehandeling in de eerste lijn bestaat uit immuunchemotherapie, in Nederland meestal rituximab (R) in combinatie met CVP (cyclofosfamide, vincristine, prednison). Een standaard tweedelijnsbehandeling ontbreekt. Recent zijn in Duitsland 2 grote gerandomiseerde studies gedaan, waarbij in de eerste lijn R-bendamustine superieur bleek aan R-CHOP, en in de tweede lijn R-bendamustine superieur aan R-fludarabine. Daarnaast zijn veelbelovende resultaten bekend geworden van behandeling met rituximab in combinatie met het immuunmodulatoire middel lenalidomide. De HOVON110-ReBeL-studie is een fase I/II-studie. In het fase I-gedeelte wordt de haalbaarheid van de combinatie rituximab, bendamustine en lenalidomide op 4 dosisniveaus bestudeerd bij patiënten met recidief folliculair lymfoom. Op basis van toxiciteit wordt het optimale dosisniveau voor deze middelen bepaald. Vervolgens wordt een gerandomiseerd fase II-onderzoek uitgevoerd met in de ene groep rituximab en lenalidomide, en in de andere groep rituximab, bendamustine en lenalidomide. Beide (experimentele) groepen worden vervolgens ieder afzonderlijk beoordeeld op effectiviteit en toxiciteit, op basis waarvan de meest veelbelovende groep zal worden geselecteerd voor een hierop volgende fase III-studie.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2012;9:71–5)

Lees verder

De RESIST-studie: behandeling van een veneuze trombo-embolie tijdens antistollingstherapie

NTVH - 2012, nummer 1, january 2012

dr. J. van Es , dr. V.E.A. Gerdes , prof. dr. P.W. Kamphuisen

Samenvatting

Voor zowel een eerste als een herhaalde episode van een veneuze trombo-embolie (VTE) zijn anticoagulantia, zoals vitamine-K-antagonisten en laagmoleculairgewichtheparines bewezen effectief. Desondanks krijgt ongeveer 3–6% van de patiënten toch een nieuwe trombose tijdens antistollingsbehandeling. In het bijzonder patiënten met een onderliggende maligniteit hebben een hoger risico op het ontwikkelen van een VTE tijdens antistolling. Helaas hebben patiënten met een maligniteit ook een verhoogd risico op een bloeding ten gevolge van de behandeling vergeleken met patiënten zonder maligniteit.

De optimale behandeling van patiënten die een recidief trombose ontwikkelen tijdens behandeling met antistolling is onbekend. Met de RESIST-studie hopen we door middel van een anonieme vragenlijst voor de behandelende artsen te inventariseren hoe in de praktijk wordt omgegaan met deze categorie patiënten. Belangrijk aspect van deze studie is dat de behandelaar vrij is in de keuze van antistollingstherapie. Wij geven wel als ondersteuning verschillende mogelijkheden, die voor de studie niet verplicht hoeven te worden gevolgd. Na 3 maanden volgt een telefonische follow-up van de patiënt om eventuele nieuwe recidieven of bloedingen te inventariseren.

Wij schatten dat ongeveer 100 patiënten nodig zijn voor deze prospectieve, observationele cohortstudie om enerzijds risicofactoren voor het ontwikkelen van een recidief trombose te bekijken en om anderzijds beter inzicht te krijgen in de optimale behandeling van patiënten met een VTE tijdens antistolling.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2012;9:29–31)

Lees verder