NTVH - 2015, nummer 1, january 2015
dr. A.W. Rijneveld , prof. dr. J.J. Cornelissen
Patiënten met recidief B-cel acute lymfatische leukemie (B-ALL) hebben een slechte prognose. Behandeling met inotuzumab ozogamicine (IO) is een nieuwe, veelbelovende benadering, uitgaande van een anti-CD22- monoklonaal, waaraan het cytostaticum calicheamicine wordt gekoppeld. Na voorbereidende fase 2-studies is een fase 3-studie van start gegaan, waarin patiënten met een recidief CD22-positieve B-ALL kunnen worden behandeld met IO of met hoge dosis cytarabine. Het Erasmus Medisch Centrum participeert in deze wereldwijde studie, waarvoor patiënten vanuit Nederland kunnen worden doorverwezen. U kunt dan contact opnemen met Anita Rijneveld of Jan Cornelissen.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2015;12:34–7)
Lees verderNTVH - 2014, nummer 8, december 2014
prof. dr. B. Löwenberg , prof. dr. G.J. Ossenkoppele
De nieuwe HOVON-studie voor acute myeloïde leukemie (AML) voor volwassenen is in april 2014 geactiveerd. De studie draagt het nummer HO132 en is de opvolger van de HO102-studie die in het najaar van 2013 is gesloten en waarvan de analyse begin 2015 wordt verwacht. Na een periode van enkele maanden waarin geen HOVON-studie open was voor inclusie van patiënten met AML en hoogrisico-MDS tot 66 jaar, is er nu dus weer een nieuwe studie. Voor deze studie bestaat grote belangstelling. Behalve alle belangrijke Nederlandse centra, zullen ook centra uit België, Zwitserland, Zweden, Noorwegen, Estland, Litouwen en Finland meedoen aan deze fase 3-studie.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:368–71)
Lees verderNTVH - 2014, nummer 5, july 2014
drs. T. van der Hulle , dr. F.A. Klok , drs. Y.W. Cheung , prof. dr. S. Middeldorp , prof. dr. P.W. Kamphuisen , dr. H.V. Huisman
Het huidige standaard diagnostisch algoritme voor verdenking van longembolie, dat begint met het berekenen van de Wells-regel, is zeer veilig, maar wordt in de drukke praktijk van alledag regelmatig verkeerd of in het geheel niet toegepast. Dit leidt aantoonbaar tot zowel overdiagnostiek als onderdiagnostiek, en daarmee tot een verminderde effectiviteit en veiligheid. De meest waarschijnlijke verklaring hiervoor is het feit dat de verdenking op een longembolie steeds laagdrempeliger wordt gesteld en dat het algoritme niet goed aansluit bij de klinische praktijk, omdat het relatief ingewikkeld en tijdrovend is. Om de klinische toepasbaarheid te verbeteren en de overdiagnostiek te verminderen is een nieuwe diagnostische beslisregel ontwikkeld die slechts uit 3 items bestaat: klinische symptomen van diepe veneuze trombose, hemoptoë en de klinische beoordeling ‘longembolie waarschijnlijker dan alternatieve diagnose’. Daarnaast wordt bij alle patiënten een D-dimeertest gedaan. Bij patiënten bij wie geen van deze 3 items aanwezig is, kan een longembolie veilig worden uitgesloten zonder CT-scan bij een D-dimeeruitslag <1.000 ng/ml; bij patiënten bij wie 1 tot 3 items aanwezig zijn kan dit bij een D-dimeeruitslag <500 ng/ml. Bij patiënten met een D-dimeertestuitslag boven de van toepassing zijnde D-dimeerafkapwaarde blijft een CT-scan geïndiceerd. Dit algoritme bespaart CT-scans en is veilig bevonden in een post-hoc-analyse van de Christopher- en Prometheus-studies. De veiligheid en efficiëntie van dit algoritme worden prospectief geëvalueerd in de Years-registratie.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:234–6)
Lees verderNTVH - 2014, nummer 5, july 2014
prof. dr. G.J. Ossenkoppele , prof. dr. B. Löwenberg
Dit betreft een bewerking van het artikel ‘Addition of bevacizumab to chemotherapy in acute myeloid leukemia at older age: a randomized phase 2 trial of the Dutch-Belgian Cooperative Trial Group for Hemato- Oncology (HOVON) and the Swiss Group for Clinical Cancer Research (SAKK)’ door G.J. Ossenkoppele et al. verschenen in Blood.1
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:228–33)
Lees verderNTVH - 2014, nummer 3, april 2014
dr. A.W. Rijneveld , dr. S.M.G.J. Daenen , prof. dr. J.J. Cornelissen
Elk jaar krijgen ongeveer 200 mensen acute lymfatische leukemie (ALL) in Nederland. De ziekte kan zich op elke leeftijd openbaren, maar komt vooral voor op de kinderleeftijd. Het aantal volwassenen en zelfs ouderen met ALL stijgt echter de laatste jaren, zonder aanwijsbare oorzaak. Genezing wordt bij ruim 85% van de kinderen bereikt, terwijl slechts 50% van de volwassenen een langdurige overleving kent. De overlevingskansen van volwassenen met ALL zijn de laatste jaren verbeterd door meer intensieve behandelprotocollen die vergelijkbaar zijn met de protocollen bij kinderen. De HOVON-studiegroep heeft 2 fase II-studies uitgevoerd (HOVON 70 voor jongvolwassenen en HOVON 71 voor patiënten ouder dan 40 jaar) om de haalbaarheid van een dergelijke aanpak bij volwassenen te beoordelen. Met deze behandeling behaalde meer dan 85% van de patiënten complete remissie. Dit ging echter gepaard met veel toxiciteit, die vooral werd veroorzaakt door infecties. De overleving na 6 jaar was respectievelijk 56% en 34% in de HOVON 70 en 71, die een duidelijke verbetering betekent ten opzichte van de voorgaande resultaten. De huidige ALL-studie bij volwassenen, de HOVON 100, is gebaseerd op deze studies en onderzoekt of de toevoeging van clofarabine aan deze meer intensieve chemotherapie de resultaten verder verbetert.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:124–30)
Lees verderNTVH - 2014, nummer 2, march 2014
dr. D. Wouters , prof. dr. J.J. Zwaginga , prof. dr. S.S. Zeerleder
Bij auto-immuun hemolytische anemie (AIHA) kunnen autoantistoffen tegen erytrocyten leiden tot complement- gemedieerde afbraak van erytrocyten (intra- en extravasculaire hemolyse). Autoantistoffen reageren echter ook met donorerytrocyten en kunnen daardoor de opbrengst van een levensreddende transfusie significant verminderen. Een C1-esteraseremmer (C1-inh) remt de klassieke route van het complementsysteem en is een efficiënte remmer van de complement-gemedieerde afbraak van erytrocyten. In deze studie wordt onderzocht of C1-inh de opbrengst van een transfusie bij patiënten met AIHA kan verbeteren.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:79–80)
Lees verderNTVH - 2014, nummer 1, january 2014
prof. dr. S. Zweegman , dr. M.D. Levin , dr. N.W.C.J. van de Donk , W. Ghideyalemayehu , prof. dr. P. Sonneveld
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:29–32)
Lees verder