Het aantal nieuwe kankerdiagnoses is in de afgelopen weken met ongeveer een kwart gedaald. Dit blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie, die het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) op 2 april openbaarde. Voorzitter Thijs Merkx heeft een open brief over de situatie opgesteld, samen met Iris Nagtegaal, de voorzitter van Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA).
De open brief is getiteld ‘Door de COVID-19 crisis zijn er nu minder kankerdiagnoses: hoe beperken we de impact van latere diagnoses?’ Daarin spreken de twee hun bezorgdheid uit over de impact van de coronacrisis op de oncologische zorg in ons land. Ze nemen aan dat de daling in het aantal nieuwe kankerdiagnoses te wijten is aan uitgestelde huisartsenbezoek en vertraagde diagnostiek. Daarnaast liggen alle bevolkingsonderzoeken (borstkanker, baarmoederhalskanker en colonkanker) tot nader order stil.
“De effecten van de uitgestelde diagnostiek moeten gemonitord worden voor het gehele zorgpad, van preventie tot en met palliatieve zorg, in het perspectief van de huidige discussies rondom prioritering van zorg”, schrijven de opstellers van de brief.
Zij vrezen dat het uitstellen van de diagnose tot allerlei latere problemen kan leiden. “Vooral bij snel groeiende tumoren kan dit effect groot zijn. Er zal over enige tijd, wanneer potentiële patiënten weer worden gescreend of met klachten naar de huisarts gaan, sprake zijn van een inhaaleffect.”
Daardoor ontstaat extra druk op de behandelingsfase. Ziekenhuizen zullen bovendien in de nasleep van de coronacrisis waarschijnlijk met logistieke tekorten kampen, zoals minder capaciteit op de IC en in operatiekamers, en mogelijke personele en geneesmiddelentekorten. “De hoofdvraag is: in welke mate is de behandeling van kankerpatiënten veranderd als gevolg van de COVID-19 crisis?”
En ook voor de periode na de behandeling zijn er allerlei onzekere factoren in het spel. “Welk percentage van deze patiënten met een uitgestelde diagnose of behandeling is bijvoorbeeld 5 en 10 jaar na diagnose nog in leven en is tumorvrij gebleven in vergelijking met de oorspronkelijke verwachtingen en cijfers?”
Daarnaast ervaren zowel patiënten als zorgverleners extra druk en onzekerheid door de coronacrisis. Dat kan komen omdat de zorg op een aangepaste manier wordt geleverd, omdat bijvoorbeeld behandelingen uitgesteld worden. “Hoe communiceren de zorgverleners over de aangepaste zorg en hoe is dit aangekomen bij patiënten?”
De brief eindigt met de vraag hoe de mogelijk uitgestelde oncologische zorg het beste opgepakt kan worden als de coronacrisis eenmaal bezworen is. Daarin moeten de ‘partners van de landelijke taskforce oncologie’ (NFU, NVZ, SONCOS, NFK en IKNL) samen bepalen welke keuzes er gemaakt moeten worden. Welke zorg krijgt prioriteit en moet zo snel mogelijk gegeven worden? Wanneer is diagnostiek of behandeling niet zinvol meer, en hoe wordt de kwaliteit van de palliatieve zorg dan gewaarborgd? Ook hier gaan keuzes gemaakt worden. “Hoe beperken we samen de impact van de COVID-19 crisis voor mensen met kanker?”
Bron
1. Lees de gehele open brief van het IKNL- en PALGA-bestuur hier.