SAMENVATTING
Door betere behandelingen kunnen tegenwoordig de meeste patiënten met hodgkinlymfoom (HL) en diffuus grootcellig B-cel non-hodgkinlymfoom (DLBCL) worden genezen. Deze behandelingen kunnen echter, tot tientallen jaren na de behandeling, gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals nieuwe vormen van kanker, hart- en vaatziekten, hypothyreoïdie, fertiliteitsproblemen, (functionele) hypo- en asplenie en vermoeidheid. Hoewel de kennis over late effecten in de afgelopen decennia sterk is toegenomen, ontbraken uniforme richtlijnen voor langetermijnnazorg voor mensen behandeld voor (N)HL op (jong)volwassen leeftijd. In 2009 is een landelijk samenwerkingsproject opgericht om richtlijnen op te stellen en de nazorg te structureren. Dit project is uitgegroeid tot het nationale BETER-consortium (Beter na Hodgkin: Evaluatie van de langeTermijnEffecten van chemo- en Radiotherapie). Het consortium bestaat inmiddels uit afgevaardigden van 34 Nederlandse ziekenhuizen, het Nederlands Huisartsengenootschap en de patiëntenvereniging Stichting Hematon. Het doel van de BETER-nazorg is om de levensverwachting en de kwaliteit van leven van HL-overlevers en geselecteerde subgroepen van non-hodgkinlymfoom (NHL)-overlevers te verbeteren door de ziektelast ten gevolge van de late effecten van de behandeling, waar mogelijk, te verminderen. HL- en DLBCL-overlevers die minimaal vijf jaar ziektevrij zijn, bij diagnose 15–60 jaar oud waren en bij uitnodiging niet ouder dan 70 jaar zijn, komen in aanmerking voor de BETER-poliklinieken. Op de BETER-poli’s worden zij geïnformeerd over de mogelijke late neveneffecten van hun lymfoombehandeling en ontvangen op hun individuele situatie toegespitste adviezen om deze late neveneffecten te voorkomen, vroegtijdig op te sporen en/of te behandelen. In dit artikel wordt onder andere ingegaan op de achtergronden van de BETER-poliklinieken, de screeningsrichtlijnen, ervaringen vanuit de BETER-poliklinieken en wordt vooruitgekeken.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:145–53)