Samenvatting
Patiënten zonder milt of met een hyposplenie lopen risico op het krijgen van ernstige infecties, maar worden onvoldoende adequaat beschermd. Vaccinatiepercentages, hoewel vergelijkbaar met internationale getallen, zijn te laag en profylactische antibiotica worden slechts zelden voorgeschreven. Zowel patiënten als huisartsen worden onvoldoende geïnformeerd over de risico’s die gepaard gaan met asplenie. Na splenectomie bestaat er een significant verhoogd risico op post-splenectomiesepsis (OPSI), een beeld met milde griepachtige symptomen dat zich in enkele uren tot dagen ontwikkelt tot een fulminante en irreversibele sepsis. Na splenectomie worden preventieve maatregelen aanbevolen om OPSI te voorkomen: vaccinatie (tegen de gekapselde bacteriën Streptococcus pneumoniae, Haemophilus influenzae en Neisseria meningitidis), preventief en therapeutisch antibioticagebruik en ten slotte patiënteducatie.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2013;10:65–71)