Samenvatting
Pulmonale complicaties, zowel infectieus als non-infectieus van aard, zijn een frequente oorzaak van morbiditeit en mortaliteit na allogene stamceltransplantaties. In dit artikel gaan wij in op enkele met name laat optredende, niet-infectieuze pulmonale complicaties zoals het bronchiolitis-obliteranssyndroom (BOS), de cryptogene organiserende pneumonie (COP) en restrictieve (fibroserende) longziekten en beschrijven wij in hoeverre dit uitingsvormen van chronische graft-versus-hostziekte kunnen zijn aan de hand van de NIH-criteria. De klachtenpresentatie van deze entiteiten is doorgaans aspecifiek. De herkenning en uiteindelijke diagnosestelling vindt daardoor vaak pas laat plaats. Behandelmogelijkheden zijn uitermate beperkt. Er is een noodzaak tot meer translationeel onderzoek waarbij samenwerking tussen verschillende disciplines maar ook tussen verschillende centra en het nauwgezet monitoren van patiënten een belangrijke eerste stap is. Een vastomlijnd diagnostisch traject bij afwijkende bevindingen tijdens de monitoring, inclusief het zo mogelijk verkrijgen van histologisch materiaal, kan meer inzicht geven in de aard en incidentie van de verschillende entiteiten en kan uiteindelijk een platform zijn voor het initiëren van nieuwe interventiestudies.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2016;13:76–87)