SAMENVATTING

Nieuwe antivirale middelen kunnen een mogelijk keerpunt zijn in de preventie en behandeling van patiënten met COVID-19. Verschillende gerandomiseerde klinische fase III-studies laten zien dat één gift neutraliserende monoklonale SARS-CoV-2-antilichamen het relatieve risico op ziekenhuisopname en/of overlijden met 70–85% kan verminderen bij seronegatieve patiënten met SARS-CoV-2-infectie, mits vroeg gegeven in het ziekteproces. Deze geneesmiddelen werden ook bij seronegatieve hoogrisicopatiënten die zijn opgenomen in het ziekenhuis ingezet. Daarnaast wordt gerapporteerd dat orale antivirale middelen, zoals molnupiravir en nirmatrelvir/ritonavir, het risico op ziekenhuisopname en/of overlijden met 39–89% zouden kunnen verminderen. Deze ontwikkelingen zijn potentiële doorbraken in de behandeling van SARS-CoV-2-infectie, voornamelijk voor immuungecompromitteerde patiënten die een verminderde of geen humorale respons hebben na COVID-19-vaccinatie. Naast vaccinatiegraad zullen de komst van nieuwe SARS-CoV-2-mutanten zoals omikron en logistieke zaken belangrijke determinanten zijn van het klinische effect in de dagelijkse praktijk. Het doel van de TURN-COVID-studie is om het gebruik, de effectiviteit, de veiligheid en de kosten van monoklonale antilichamen en andere antivirale middelen tegen SARS-CoV-2 in Nederland in kaart te brengen. Bovendien wordt een landelijk platform gecreëerd om toekomstige nog niet geregistreerde behandelingen voor COVID-19 te evalueren.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:184–7)