Kankermedicijnen worden steeds effectiever, zeker als het gaat om immuuntherapie en doelgerichte therapie, maar een keerzijde van de medaille is dat die nieuwe middelen vaak erg prijzig zijn. Daarom start KWF met het European Fair Pricing Network, EFPN. Dat is een Europees samenwerkingscollectief dat een eind moet maken aan de soms onbetaalbare prijzen.
Door onderzoek naar de prijs en beschikbaarheid van kankermedicijnen in meerdere Europese landen direct te koppelen aan een lobby, moeten patiënten beter toegang krijgen tot nieuwe medicijnen. Het EFPN is opgericht door KWF Kankerbestrijding en andere Europese kankerorganisaties uit ruim 10 landen. Directeur KWF Johan van de Gronden is enthousiast: “Met een sterk samenwerkingsverband van kankerorganisaties in heel Europa kan KWF het landschap van escalerende medicijnprijzen omploegen in het voordeel voor de patiënt.”
Vanwege de hoge medicijnprijzen komen nieuwe medicijnen soms pas laat, of zelfs helemaal niet beschikbaar voor kankerpatiënten in Europa. In Nederland bestaat er bijvoorbeeld de sluisprocedure, een periode tussen goedkeuring door medicijnwaakhond EMA en de feitelijke toelating tot de markt. In die periode vinden er geheime prijsonderhandelingen plaats, en die zorgen voor oponthoud bij het beschikbaar komen van nieuwe kankermedicijnen. Daarvan is de patiënt uiteindelijk de dupe, en daarover hebben kankerspecialisten, onder meer van KWF en het Antoni van Leeuwenhoek in ons land al eerder aan de bel getrokken. Door internationale samenwerking moet daar verandering in komen.
Voor René Medema, voorzitter Raad van Bestuur van het Antoni van Leeuwenhoek/Nederlands Kanker Instituut is het duidelijk: “Voor ons staat bovenaan dat patiënten die geneesmiddelen nodig hebben, daar daadwerkelijk toegang toe krijgen, terwijl tegelijkertijd het zorgsysteem niet onnodig wordt overbelast. Om aan de juiste knoppen te kunnen draaien is daarom het van groot belang dat we glashelder krijgen hoe geneesmiddelenprijzen tot stand komen.”
Door de prijzen en de procedures in verschillende Europese landen te vergelijken moet meer duidelijk worden over de prijsopbouw, en ook over de snelheid waarmee medicijnen beschikbaar komen voor patiënten. In sommige landen kan het jaren duren voordat een middel op de markt komt, terwijl dat in andere landen slechts weken duurt. Recent onderzocht professor Carin Uyl van Erasmus MC de verschillen tussen Amerika en Europa, en tussen Europese landen onderling. En die zijn enorm. In Duitsland duurt het gemiddeld 17 dagen tussen goedkeuring van een medicijn en het daadwerkelijk beschikbaar komen ervan, in Nederland duurt dat gemiddeld 128 dagen.
Immuuntherapie is een soort medicijn waar vaak een stevig prijskaartje aan hangt. Een van de bekendste middelen is pembrolizumab, dat onder meer wordt ingezet bij uitgezaaide longkanker, lymfeklierkanker en melanoom. Het middel is duur: om een patiënt een jaar lang te behandelen kost 50.000 euro. En omdat het middel steeds vaker wordt ingezet voor steeds meer indicaties, neemt ook de financiële druk op het zorgstelsel toe. Maar, stelt KWF, de echte prijs van het medicijn is geheim, want de opbouw van de prijs is onbekend. Dit maakt het onmogelijk om over een lagere prijs te discussiëren. Met de oprichting van de EFPN moet daar verandering in komen, is de hoop.
Meer informatie