Sinds de start van de coronapandemie is er veel interesse in het gebruik van zogenaamd ‘herstellend bloedplasma’. Dit is bloedplasma van een patiënt die is hersteld van een corona-infectie en wat wordt overgebracht naar een patiënt die op dat moment een corona-infectie doormaakt. De effectiviteit hiervan is echter nog niet helemaal duidelijk. Onderzoeker dr. Joyner en collega’s onderzochten de theorie dat de toediening van herstellend bloedplasma met hoge antistofniveaus zou leiden tot een lagere kans op overlijden, in vergelijking met de toediening van dit plasma met lage antistofniveaus. Een mens maakt antistoffen aan om een indringer, zoals een virus, te bestrijden. Als het immuunsysteem sterk reageert op een indringer, worden er veel antistoffen aangemaakt. Wanneer een patiënt maar een klein beetje virus binnenkrijgt, is het mogelijk dat er maar weinig antistoffen in zijn of haar bloed te vinden zijn aangezien het virus al onschadelijk is gemaakt en opgeruimd.
Elk ziekenhuis in de Verenigde Staten kon meedoen aan het programma, patiënten waren 18 jaar of ouder en waren in het ziekenhuis opgenomen wegens een corona-infectie. De patiënten hadden een hoge kans om een ernstige of levensbedreigende corona-infectie door te maken, gezien zij minstens 1 risicofactor vertoonden voor ernstige corona-infectie, zoals hoge leeftijd of obesitas. De verschillende antistofniveaus waren verdeeld in laag, gemiddeld en hoog. De belangrijkste uitkomst van de studie waar naar werd gekeken was het aantal patiënten dat overleed binnen 30 dagen na de plasmatransfusie.
Er werden 3.082 patiënten meegenomen in het onderzoek. Binnen 30 dagen na de herstellend plasmatransfusie was 26,9% van de patiënten overleden aan corona. Patiënten in de groep die plasma met een laag antistofniveau ontvingen overleden het vaakst: namelijk 29,6% (166/561). In de groep die bloedplasma met de meeste antistoffen ontving, overleed de minste mensen met 22,3% (115/515). In de groep patiënten die bloedplasma ontving met een gemiddeld niveau antistoffen overleed 27,4% (549/2.006). Coronapatiënten die veel antistoffen ontvingen, hadden hiermee een lager risico om aan corona te overlijden in vergelijking met patiënten die bloedplasma ontvingen met minder antistoffen.
Bij patiënten die geen kunstmatige beademing ondergingen werd ook hetzelfde effect gezien dat patiënten minder vaak overleden wanneer zij bloedplasma met veel antistoffen toegediend kregen. In deze hele groep overleed 19,0% (382/2.014) binnen een maand na transfusie. De percentages patiënten die overleden bij een laag, gemiddeld en hoog niveau antistoffen waren respectievelijk 22,2%, 21,6% en 14,2%.
Opvallend genoeg werd een ander effect geobserveerd bij patiënten die wel kunstmatige beademing ondergingen. In de gehele groep overleed 41,8% (421/1.007) in de eerste maand na de transfusie, maar hier werden geen grote verschillen gezien bij het ontvangen van plasma met verschillende antistofniveaus. Overlijdenspercentages waren bij laag, gemiddeld en hoog antistofniveau respectievelijk 43,7%, 41,6% en 40,5%. Er werd echter geen direct hoger overlijdensrisico gezien voor patiënten die kunstmatige beademing ondergingen.
CONCLUSIE
Bij coronapatiënten die herstellend plasma ontvingen van een ex-coronapatiënt bleek dat patiënten die plasma ontvingen met meer antistoffen, een kleiner risico hadden om aan corona te overlijden binnen de eerste 30 dagen na transfusie. Dit effect werd echter niet gezien bij patiënten die kunstmatige beademing ondergingen, bij hen was het overlijdensrisico ongeveer 40%, onafhankelijk van de hoeveelheid antistoffen in het herstellend plasma dat zij ontvingen.
Bron