Minister Bruno Bruins is het nieuwe jaar 2020 begonnen met het aankondigen van lagere maximumprijzen voor geneesmiddelen, met ingang van april. Op jaarbasis moet die maatregel tot een besparing van naar schatting 300 miljoen euro leiden, ofwel ruim 4% van het jaarlijkse medicijnbudget van 7 miljard euro. De lagere maximumprijzen zijn het gevolg van een aanpassing in de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp).
Nederland volgde traditiegetrouw Duitsland, Belgie, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk als het ging om het vaststellen van de maximumprijzen voor medicijnen. Daar wil Bruins vanaf stappen omdat Duitsland zo ongeveer de hoogste medicijnprijzen van de hele EU kent. Nederland schrapt Duitsland dus als ‘referentieland’ en zet Noorwegen daarvoor in de plaats. De wetswijziging -en dus prijswijziging- geldt met name voor dure geneesmiddelen die onder patentregels vallen.
De maatregel zorgt dat de Nederlandse medicijnprijzen rond het Europese gemiddelde komen te liggen. Minister Bruins geeft wel aan ervoor te waken dat farmaceutische bedrijven ervoor kiezen om bepaalde medicijnen niet meer beschikbaar te maken voor de Nederlandse markt.