In 16 Nederlandse ziekenhuizen gaat een onderzoek van start naar het terugbrengen van overmedicatie van vooral oudere patiënten. Teams bestaande uit artsen en ziekenhuisapothekers gaan met name kijken of de medicatie die wordt voorgeschreven bij het ontslag van de patiënten verminderd kan worden. Overmedicatie is een van de voornaamste oorzaken van heropname. Het onderzoek wordt gesubsidieerd met 1,4 miljoen euro door ZonMw.
Oudere mensen met meerdere aandoeningen die in het ziekenhuis terecht komen, hebben vaak een lange lijst aan medicatie. Dat maakt ze kwetsbaar en zorgt regelmatig voor heropname. De reden daarachter is dat de zorg voor patiënten vaak in delen is opgeknipt. Oncologen houden zich bezig met de kanker, andere specialisten gaan alleen over de gewrichten of cardiovasculaire aandoeningen. Patiënten krijgen allerlei medicijnen voorgeschreven zonder dat er een duidelijk overzicht is van wat iemand in totaal binnenkrijgt. Ook de huisarts, die een patiënt na ontslag uit het ziekenhuis observeert heeft dat overzicht niet, en heeft vaak ook niet voldoende expertise om de medicatie aan te passen.
Projectleider en medebedenker van het onderzoek, dat de naam LIMONCELLO heeft meegekregen, is internist dr. Kees Kramers van Radboudumc in Nijmegen. In dat project wordt in elk ziekenhuis een team samengesteld, bestaande uit een ziekenhuisapotheker en een arts, dat bij ontslag van een patiënt naar de totale medicatie kijkt. Die arts kan een internist of andere heelkundige zijn, of een specialistisch geriater. Daarbij wordt gekeken naar de manier waarop die medicijnen op elkaar inwerken, en in hoeverre ze echt nodig zijn. Als daar aanleiding is wordt de medicatie aangepast. Gehoopt wordt dat deze aanpak ervoor zal zorgen dat minder patiënten opnieuw in het ziekenhuis terecht komen.
De tandem apotheker/arts overlegt met de specialisten of de medicatie eventueel anders of minder kan, maar er wordt ook met de huisarts gesproken, en ook met de patiënt zelf. Het team stelt vervolgens een begeleidende brief op die wordt bijgevoegd bij het behandelverslag van het ziekenhuis en die naar alle behandelend specialisten, de huisarts, de openbare apotheker en naar de patiënt zelf gaat.
De LIMONCELLO-studie wordt in 16 ziekenhuizen uitgevoerd. Patiënten van wie vermoed wordt dat zij een grote kans hebben om na ontslag opnieuw in het ziekenhuis terecht te komen, en die een relatief hoge medicijnvraag hebben worden geselecteerd. De helft van deze patiënten wordt conform de standaardprocedures begeleid. De andere helft wordt door het arts/apothekerteam beoordeeld bij ontslag. De patiënten worden vervolgens een jaar lang gevolgd. Uiteindelijk moet blijken of de nieuwe aanpak inderdaad leidt tot minder heropnames of bezoeken aan de spoedeisende hulp.
Naast het leveren van betere zorg voor de patiënt is ook kostenbeheersing een drijfveer achter de studie. Als de nieuwe aanpak leidt tot minder medicijngebruik en minder ziekenhuisopnames, dan betekent dat ook een kostenbesparing. Wanneer de voordelen van de nieuwe aanpak inderdaad zwaarder wegen dan de nadelen –de beoordeling door een apotheker en een arts kost extra tijd en dus geld- dan zou dit in de toekomst vergoede standaardzorg kunnen worden.
Meer informatie