De richtlijnen Hik, Jeuk en Overmatig Zweten in de palliatieve fase zijn herzien. Deze richtlijnen zijn tot stand gekomen op basis van knelpunten uit de praktijk en wetenschappelijke literatuur over deze onderwerpen. Een multidisciplinaire werkgroep heeft aanbevelingen geformuleerd die aansluiten bij de praktijk.
Van de patiënten met kanker in de palliatieve fase heeft 1-9% last van (chronische) hik, 10% heeft last van jeuk en 14%-28% heeft last van overmatig zweten. Al die verschijnselen kunnen een enorme impact hebben op een patiënt en diens naasten. Hik kan leiden tot eetproblemen, uitdroging, refluxoesofagitis (ontsteking van de slokdarm door opkomend maagzuur), slaapproblemen, uitputting en depressie. Jeuk wordt soms als erger dan pijn ervaren. En overmatig zweten kan de nachtrust verstoren en leiden tot problemen met intimiteit en seksualiteit.
De afgelopen jaren is de medische kennis op het gebied van hik, jeuk en zweten toegenomen. Daarom zijn de richtlijnen op een aantal punten herzien.
De herziene richtlijnen geven aanbevelingen voor de begeleiding en behandeling van mensen die last hebben van hik, jeuk en/of overmatig zweten. Het doel is om de kwaliteit van zorg – en daarmee de kwaliteit van leven van patiënten en naasten – te verbeteren. De belangrijkste wijzigingen zitten in het feit dat de richtlijnen nu evidence based zijn opgesteld, door gemandateerde leden uit de relevante verenigingen.
De werkgroep die verantwoordelijk is voor de herziening van de drie richtlijnen stond onder leiding van de NIV en bestond verder uit vertegenwoordigers van V&VN Complementaire Zorg, V&VN Palliatieve Zorg, het NHG, de NVDV, NVMDL en KNMP.
Belangrijkste aanbevelingen
De belangrijkste veranderingen in aanbevelingen van de nieuwe richtlijnen zijn:
De nieuwe richtlijnen zijn te vinden op de website www.Palliaweb.nl:
In de app PalliArts, die gratis te downloaden is voor Android en iOS, zijn samenvattingen van de richtlijnen te vinden. Meer informatie over hik, jeuk en overmatig zweten in de palliatieve fase en samenvattingskaartjes en patiëntinformatie over deze onderwerpen zijn te vinden via de betreffende themapagina’s op www.Palliaweb.nl
Bron